CZW20120041

Fragment uit een beoordelingslijst van het verantwoordingsverslag 1

onvoldoende

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden

P Dit betekent dat: • je het kind en andere betrokkenen vraagt naar hun

D Aandacht en begrip tonen

ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden opvang en begeleiding • je aandachtig luistert

–– luisteren –– interesse tonen

zodat: • je deze informatie meeneemt/inbrengt bij de evaluatie.

P Dit betekent dat: • je alle benodigde gegevens zorgvuldig verwerkt en registreert • je hoofd- en bijzaken scheidt

J Formuleren en rapporteren

–– nauwkeurig en volledig rapporteren –– vlot en bondig formuleren

zodat: • je rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en inzichtelijk zijn.

Ieder verantwoordingsverslag staat in verband met de bijbehorende beoordelingslijst. Op deze manier lees je altijd wat de bedoeling is, waarover je het verslag moet schrijven en waar je op beoordeeld wordt.

c. Assessmentgesprek Nadat je meerdere kwalificerende beroepsprestaties of proeve(n) hebt uitgevoerd en het verantwoordingsverslag hebt geschreven, volgt het assessmentgesprek. In het assessmentgesprek zijn een of meerdere werkprocessen en competenties met beoordelingscriteria opgenomen waarover je wordt bevraagd door beoordelaar(s) of assessor(en). Aan de hand van jouw inbreng toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in je handelen en de achtergrond van je keuzes die je hierbij hebt gemaakt. Een hulpmiddel bij het voeren van het assessmentgesprek is de STARRT-methode (zie hoofdstuk 6.1).

10

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1, 2 EN 3

Made with