CZW20120042
Competentie L: Materialen en middelen inzetten
Werkprocessen:
2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden (BP 1.2, BP 2.4, Proeve fase 2) Componenten: materialen en middelen doeltreffend gebruiken Eindgedrag: Je bent op de hoogte van de werking van schoonmaakmiddelen en materialen en maakt daar verantwoord gebruik van, zodat je verspilling en onnodige belasting van het milieu voorkomt en je de hygiëne bevordert. 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan (BP 1.3, BP 2.3, Proeve fase 2, BP 3.3, Proeve fase 3) Componenten: materialen en middelen doeltreffend gebruiken, geschikte materialen en middelen kiezen Eindgedrag: Je kiest sport-, spel- en speelmaterialen die aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind/de jongere en je gebruikt deze (evt. in overleg met betrokkenen) effectief en vindingrijk, zodat je de ontwikkeling van het kind/de jongere stimuleert.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
• • ontwikkelingspsychologie (ontwikkeling van kinderen/jongeren op cognitief, motorisch, sociaal en emotioneel gebied) • • sociale vaardigheden • • sport en spel • • regelgeving m.b.t. veiligheid en ergonomisch werken • • milieuvoorschriften • • de financiële mogelijkheden van de organisatie waar je werkt • • de verschillende materialen en middelen die je kunt gebruiken bij ontwikkelingsgerichte activiteiten • • verschillende activiteiten voor de doelgroep • • methoden voor middelen- en materiaalbeheer • • ICT • • de methodiek voor- en vroegschoolse educatie VVE
• • creativiteit en beeldende vorming gebruiken en toepassen • • planmatig werken • • budgetteren • • financiële verantwoording afleggen • • bijdragen aan het bewaken van het budget, de beschikbare middelen en de capaciteit • • de voorraad beheren van materialen en middelen • • beschikbare middelen aanwenden • • geschikte materialen en middelen voor activiteiten kiezen • • sport-, spel- en speelmaterialen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn • • een kind/jongere begeleiden bij het uitvoeren van verschillende activiteiten • • apparatuur, materialen en middelen veilig en effectief gebruiken • • instructie geven bij het aanleren van vaardigheden, gedragsregels en het gebruik van materialen • • duurzaamheid toepassen in je professioneel handelen
• • kwaliteits- bewust • • kosten- besparend • • zorgvuldig • • consequent • • precies • • creatief • • flexibel • • waakzaam • • alert op
ontwikkelingen
• • ...................
• • ...............................................
• • .......................................................
14
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1, 2 EN 3
Made with FlippingBook