CZW20120044
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau
open context
begeleid
complexe context
zelfstandig
De opdracht
A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.
Je competenties op het gebied van werken volgens methodische stappen worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Naar aanleiding van observatie een hulpvraag formuleren en verantwoorden Voer een observatie uit bij een kind/jongere om informatie te verzamelen over het kind/de jongere. Richt je vooral op afwijkingen in ontwikkeling en gedrag. Onderzoek en inventariseer door middel van een gesprek de wensen en verwachtingen van het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders. Formuleer na dit onderzoek een passende hulpvraag voor (of samen met) het kind/de jongere (gebruik hierbij de SMART-methode). Leg de hulpvraag en de verantwoording van je keuzes voor aan je begeleider en vraag feedback. (Aanvulling alleen voor gpm-4-ko) Tevens geef je (in de verantwoording) aan of de beslissing het kind te plaatsen in de opvang, juist is. Onderbouw je mening met argumenten.
7
SIGNALEREN EN IN KAART BRENGEN VAN DE HULPVRAAG
Made with FlippingBook