CZW20120047

Competentie U: Omgaan met verandering en aanpassen

Werkprocessen:

2.1 Biedt het kind/de jongere opvang (BP 1.3, BP 2.4, BP 2.5, Proeve fase 2, Assessmentgesprek fase 2) Componenten: met diversiteit (tussen mensen) omgaan Eindgedrag: Je toont respect voor verschillende achtergronden van kinderen/jongeren (en ouders/vervangende opvoeders).

Je bent in staat om vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten te bekijken. Je respecteert de eigenheid van het kind/de jongere (en ouders/vervangende opvoeders).

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de bronnen voor informatie over verschillende culturen en religies en gebruikt de informatie effectief • • de multiculturele samenleving • • psychologie in relatie tot doelgroepen • • je eigen gedrag in onverwachte, nieuwe en risicovolle situaties • • de beroepshouding en beroepscode • • groepsprocessen • • communicatietechnieken • • ethiek

• • communiceren en gesprekken voeren (Nederlands spreken 3F) • • omgaan met (begeleidings)vragen of problemen vanuit het gezichtspunten van het kind en de ouders/vervangende opvoeders en zonodig je handelswijze aanpassen • • rekening houden met de cultuur, achtergrond en leeftijd • • veranderingen aanvaarden en hierop reageren • • op een positieve wijze je gedrag makkelijk en snel aanpassen, zodat het kind/de jongere en de ouders/ vervangende opvoeders bij emotionele en gedragsproblemen adequaat begeleid worden • • observeren en signaleren

• • communicatief • • respectvol • • flexibel • • empathisch • • open • • beleefd • • belangstellend • • gericht op feedback • • reflectief • • coöperatief • • aanspreekbaar op je gedrag • • betrouwbaar • • initiatiefrijk • • voorkomend

• • ...............................................

• • ...................

• • .......................................................

20

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 1, 2 EN 3

Made with