CZW20120054

Soms zul je merken dat een aantal zaken in de instelling waar je werkt niet meer zo goed loopt. Het kan ook zijn dat alles wèl lekker zijn gangetje gaat, maar dat jij ideeën hebt over hoe het nog beter zou kunnen. In beide gevallen zul je moeten onderzoeken hoe het huidige beleid is ten aanzien van deze zaken. En wie weet heb je daarna misschien een voorstel hoe het beleid verbeterd kan worden. Je bent werkzaam in: • recreatie, (buitenschoolse) opvang, sport en spel • kunst, cultuur en amusement (waaronder culturele en kunstzinnige festivals) • educatie en burgerschapsvorming en (ambulant) jongerenwerk

bijvoorbeeld: • een jongerencentrum • een brede school of naschoolse opvang • een museum (voor een educatief/kunstzinnig activiteitenaanbod) • een brede welzijnsinstelling • recreatiewerk (zoals op een camping in een animatieteam) • een evenementenorganisatie

Ook kun je je eigen bedrijfje beginnen en zelfstandig aan de slag gaan.

Als Sociaal-cultureel werker ben je verantwoordelijk voor het organiseren van activiteiten voor diverse doelgroepen en zorg je ervoor dat mensen zo goed mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving. Je opleiding is opgebouwd uit drie fasen met daarbinnen beroepsprestaties/proeve, het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek. De proeve is de optelsom van alle kwalificerende beroepsprestaties binnen een of twee fase(n). In het Kompas en de competentiewijzer vind je ondersteunende informatie.

In hoofdstuk 7 lees je meer over de fase-indeling van je opleiding.

Ook bouw je verder aan de ontwikkeling van je taal- en rekenvaardigheden, loopbaan en burgerschap (LB). Voor taal en LB zijn prestaties ontwikkeld. Afhankelijk van de keuze van je school kun je deze inzetten binnen de beroepsprestaties/proeve en andere leeractiviteiten binnen je opleiding.

De Wegwijzer helpt je bij het methodisch uitvoeren van de verschillende prestaties/ proeve.

5

KOMPAS