CZW20120068

c. Assessmentgesprek Nadat jemeerdere kwalificerende beroepsprestaties of proeve(n) hebt uitgevoerd en het verantwoordingsverslag hebt geschreven, volgt het assessmentgesprek. In het gesprek zijn een of meerdere werkprocessen en competenties met beoordelingscriteria opgenomen. Je wordt hierover bevraagd door beoordelaar(s) of assessor(en). Met jouw inbreng toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in je handelen en waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Een hulpmiddel bij het voeren van het assessmentgesprek is de STARRT-methode (zie hoofdstuk 6.1). Vragen die je jezelf in de voorbereiding op dit gesprek kunt stellen zijn: • Hoe kijk ik tegenmijn eigen handelen (willen en zijn) in praktijksituaties aan? • Vanuit welke visie, waarden enmotieven heb ik gehandeld? • Wat zijnmijn sterke enminder sterke kwaliteiten? • Wat heeft mij wel en wat niet gestimuleerd om het beste vanmijzelf in praktijksituaties te laten zien? • Stemt mijn handelen overeenmet het beeld dat ik vanmezelf heb enmijn rol binnen het beroep? • Hoe waardeer ik mijn handelen in praktijksituaties?

Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek 1

onvoldoende

voldoende goed

Competenties Prestatie-indicatoren Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie - componenten Kwalificerend

R Dit betekent dat: • je de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager achterhaalt • je de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager meeneemt in jouw zorgverlening • je keuzes die je gemaakt hebt, uitlegt zodat: • je kunt vertellen hoe je door aan te sluiten bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager op verantwoordemanier zorg kunt verlenen.

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

–– bezorgdheid tonen voor anderen luisteren –– behoeften en

verwachtingen achterhalen

11

KOMPAS

Made with