CZW20120087
Geef per opdracht aan: Wat ga je doen?
Waar, in welke context? Wie zijn erbij betrokken? Wanneer? Welke hulpmiddelen?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht A . Welke activiteit gaan jullie doen en wanneer?
Wie en wat hebben jullie hierbij nodig? Waar gaan jullie deze activiteit doen? Wanneer gaan jullie de activiteit doen? Hoe zorg je voor je eigen aandeel? Welke afspraken maak je hierover in de groep?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht B . Wat heb je nodig om een samenwerkingscontact op te stellen? Wanneer hebben jullie de groepsregels en het samenwerkingscontract klaar?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht C . Wanneer maak je afspraken om het werkplan te maken? Wat moet er in het werkplan komen?
Wie kan je helpen bij het maken van een werkplan? Hoe kom je tot een evenredige verdeling van taken?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht D . Wie houdt het logboek bij? Wie maakt de agenda’s en de notulen? Wat moet er in de notulen staan? Wanneer moeten de notulen klaar zijn? Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht E . Welke leerervaringen heb je gehad? Welke rol heb je hierin gehad? Wat is de STARRT-methode?
Als jij en je begeleider tevreden zijn over de planning, dan ga je naar de volgende stap.
46
TANDARTSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3
Made with FlippingBook