CZW20120101

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

Werkproces 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie

P Dit betekent dat: • je in je stijl van communiceren, rekening houdt met de zorgvragers, mantelzorgers of naasten • je regelmatig controleert of de informatie goed is overgekomen zodat: • de zorgvragers, mantelzorgers of naasten beschikken over relevante informatie en een deskundig advies.

I Presenteren

–– duidelijk uitleggen en toelichten –– op de toehoorder(s)/ toeschouwer(s) inspelen

P Dit betekent dat:

L Materialen en

middelen inzetten

• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het onderwerp

–– geschiktematerialen en middelen kiezen

zodat: • je de juistematerialen enmiddelen inzet.

Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je tijdig de hulp inroept van anderen

zodat: • de zorgvrager snel en adequaat wordt behandeld en begeleid.

–– anderen raadplegen en betrekken

T Instructies en

R Dit betekent dat: • je handelt volgens de voorgeschreven procedures die gelden voor onvoorziene óf crisissituaties • je de wettelijke richtlijnen kent die gelden in dergelijke situaties • je deze wettelijke richtlijnen toepast zodat: • de kwaliteit van de uitgevoerde interventies gewaarborgd is. P Dit betekent dat: • je in stressvolle situaties gericht blijft op het werk en de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzenmogelijke alternatieven geeft • je eigen gevoelens en grenzen goed kunt hanteren

procedures opvolgen

–– werken conform

voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen en instructies V Met druk en tegenslag omgaan –– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen

zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.

14

VERZORGENDE-IG - Fase 2

Made with