CZW20120109
Koos is verpleegkundige in de gehandicaptenzorg en schrijft in de rapportage over Paul: “Paul is 52 jaar en heeft het syndroom van Down. De laatste tijd houdt hij zich steeds meer afzijdig van de groep en trekt zich terug op zijn kamer. Hij komt steeds vaker te laat aan tafel. Dat was een paar maanden geleden ondenkbaar. Ook wordt zijn uiterlijk slordiger, terwijl hij het altijd belangrijk vond dat hij er goed uitzag. Hij kleedde zichmet zorg. Nu komt hij weleens op de groepmet zijn broek open en het overhemd uit de broek. Hij haalt de dagen door elkaar en is soms echt de kluts kwijt. Hij trekt bijvoorbeeld zijn pyjama midden op de dag aan om te gaan slapen. Hij begrijpt dan niet dat het nogmaar middag is. Verschillende disciplines hebben hem geobserveerd en in het MDO zijn de gegevens vergeleken en de veranderingen bij Paul besproken. De uitkomst is dat Paul dementerend is. Zijn begeleidingsplan wordt door mij hierop aangepast.” Maureen vertelt tijdens de overdracht over Carla. ”Carla is een week geleden opgenomen vanuit het ziekenhuis in ons verpleeghuis. Carla is 54 jaar en heeft diabetes mellitus, type 1. Door blijvende schade aan haar bloedvaten en een ernstige chronische wond, is haar rechteronderbeen geamputeerd. Zij is bij ons gekomen voor revalidatie. Carla is nog steeds helemaal van slag door wat haar is overkomen en ze accepteert de amputatie van haar onderbeen niet. Soms is ze erg boos. Ze uit haar woede door tegen ons te schelden en te roepen dat ze ons niet nodig heeft. Ze ziet haar revalidatie ook niet zitten en blijft het liefst de hele dag in de stoel zitten. De psycholoog is ingeschakeld. Hij geeft het advies ommet haar te praten over het verlies van haar been. Een succesvolle revalidatie is pas mogelijk als er ook aandacht is voor haar rouwproces. In de teambespreking stelt Maureen de vraag aan haar collega’s: “Hoe nemen we dit probleem op in haar verpleegplan?”
Agnieszka vertelt tijdens de overdracht over Chris. “Chris is een week geleden opgenomen bij ons op de open afdeling. Hij is depressief en geeft af en toe aan dat hij niet meer ziet zitten. Ondanks onze voorlichting en adviezen verandert er niet veel in zijn gedrag. Het is bijvoorbeeld moeilijk voor Chris om de dag te beginnen. Hij wil niet uit bed komen als we hem roepen. Ondanks onze uitleg dat een goed dagritme en de activering positieve effecten hebben op zijn depressie, doet hij hier niets mee. Het wordt tijd dat we andere afspraken gaanmaken en dit duidelijk uitwerken in zijn begeleidingsplan.”
6
VERPLEEGKUNDIGE - Fase 2
Made with FlippingBook