CZW20120115
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
Werkproces 1.7Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Bij de opdrachten over het begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking ligt het accent op onvoorziene situaties
P Dit betekent dat:
E Samenwerken en overleggen
• je tijdig hulp inroept van andere deskundigen
zodat: • je de zorgvrager snel en adequaat behandelt en begeleidt.
–– anderen raadplegen en betrekken
R Dit betekent dat: • je handelt volgens voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene situaties • je de wettelijke richtlijnen kent die gelden voor dergelijke situaties • je de wettelijke richtlijnen toepast
T Instructies en
procedures opvolgen
–– werken conform
voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen en instructies
zodat: • je de kwaliteit van de uitgevoerde interventies waarborgt.
P Dit betekent dat: • je in onvoorziene situaties gericht blijft op het werk en de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzenmet mogelijke alternatieven komt • je je eigen gevoelens goed kunt hanteren
V Met druk en tegenslag omgaan
–– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen
zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.
Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening
P Dit betekent dat: • je weet wat de doelen en prioriteiten van de zorgverlening zijn • je weet wat relevante informatie/instructies zijn van en voor collega’s en betrokkenen zodat: • je collega’s en betrokkenen op de juiste wijze informeert en instrueert.
B Aansturen
–– richting geven –– instructies geven –– taken delegeren
P Dit betekent dat:
E Samenwerken en overleggen
• je indien nodig andere deskundigen raadpleegt • jemet hen tijdig en regelmatig overlegt
zodat: • de expertise van betrokkenen optimaal wordt afgestemd en ingezet.
–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen
26
VERPLEEGKUNDIGE
Made with FlippingBook