CZW20120127
I. Stimuleren van de zelfredzaamheid Je gaat na welke visie en doelstelling de organisatie heeft t.a.v. wonen. Je onderzoekt met welke begeleidingsmethode er gewerkt wordt binnen de groep en/of afdeling. Je onderzoekt waarin je twee van jouw cliënten moet stimuleren in hun zelfredzaamheid binnen de persoonlijke verzorging en het verrichten van huishoudelijk werk. Hiervoor gebruik je verschillende middelen, bijv. observatie, zorg- en/of begeleidingsplannen, gesprekken. In een ondersteuningsplan geef je voor iedere cliënt aan welke ondersteuning zij van jou nodig hebben. Je begeleidt de cliënten gedurende vijf dagen volgens het ondersteuningsplan. Tijdens de uitvoering van je plan evalueer je regelmatig met je cliënten en/of mantelzorgers, collega’s en je begeleider in de praktijk. Deze evaluatie leg je vast. J. De woon- en leefomgeving nader bekeken Je maakt een voorstel voor aanpassingen van de woon- en leefomgeving zodat deze (nog) beter aansluit bij de wensen en behoeftes van de cliënten. Hierbij kan ook gedacht worden aan een tastbaar product, zoals bijvoorbeeld; een poster, maquette, diavoorstelling, film. Het voorstel bespreek je met cliënten en/of de begeleider in de praktijk. Indien mogelijk probeer je een aanpassing samen met de cliënten te realiseren. Ga bij je aanpassing, naast de wensen en behoeftes van de cliënten, ook uit van landelijke en gemeentelijke wet- en regelgeving op het gebied van wonen en voorschriften en procedures van de instelling. Voer één van de aanpassingen samen met een cliënt(en) uit. K. Kwaliteit van wonen Onderzoek het groepsklimaat. Bespreek met je opleider in de praktijk activiteiten die je kunt ondernemen om het groepsklimaat en daarmee de kwaliteit van wonen te bevorderen. Betrek hierbij de trend en ontwikkelingen binnen het werkveld. Eén van deze activiteiten voer je methodisch uit.
Onderstaande opdrachten zijn alleen voor Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg!
L. Kaders van verpleegtechnisch handelen Maak een overzicht van de informatie uit relevante wetgeving, richtlijnen en protocollen bij het uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden. Dus: aan welke eisen moet je voldoen ten aanzien van de voorbereiding en uitvoering van de verpleegtechnische vaardigheden. Maak duidelijk uit welke wetten je de informatie hebt gehaald. Deze informatie verwerk je op een duidelijke manier, zodat je dit kunt bespreken met je begeleider.
11
PROEVE 1
Made with FlippingBook