CZW20120129

CZW20120129

K

Beroepsprestatie 2.2 Methodisch werken

Pedagogisch medewerker kinderopvang | Niveau 3

Beroepsprestatie

2.2

Methodisch werken (2012-pm-3-ko-bp2.2)

Opleiding: Niveau Fase

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang 3 2

Artikelnummer CZW20120129

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans

Ontwikkelaar van deze fase B. Akkermans

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Beroepsprestatie 2.2 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................7

Het resultaat. ...................................................................8

Beoordelingslijst...............................................................9

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

Beroepsprestatie 2.2

Methodisch werken

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.1

N

Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere

Onderzoeken

R

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

1.3

E

Maakt een plan van aanpak

Samenwerken en overleggen

J

Formuleren en rapporteren

3.3

E

Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

Samenwerken en overleggen

Q

Plannen en organiseren

3.8

D

Evalueert de werkzaamheden

Aandacht en begrip tonen

J

Formuleren en rapporteren

M

Analyseren

Typering Het methodisch begeleiden van kinderen bij verzorging, ontwikkeling en opvoeding is een belangrijke taak van de pedagogisch medewerker kinderopvang. De pedagogisch medewerker draagt bij aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind. Een kind kan zich het beste ontwikkelen in een veilige en stimulerende omgeving. Binnen de groep zorgt de pedagogisch medewerker hiervoor. De pedagogisch medewerker houdt in de begeleiding rekening met de wensen en behoeften van het kind en respecteert de eigenheid van het kind. Om de ontwikkeling van het kind te bevorderen, stimuleert zij de cognitieve, motorische, sociale en emotionele ontwikkeling. Begeleiden doet de pedagogisch medewerker niet alleen. Ze werkt nauw samen met teamgenoten en ouders. Bij de uitvoering van de werkzaamheden is een goede taalbeheersing van groot belang. Whitley is stagiaire op de peutergroep van kinderdagverblijf ‘De Teddybeer’. Het valt haar op dat Renske (3 jaar) wel erg vaak naar het toilet wil en dat ze altijd mag van de leidster. Ook speelt Renske vaak alleen in een hoekje. Toen Whitley ging voorlezen aan een groepje kinderen heeft zij geprobeerd Renske hierbij te betrekken, maar Renske wilde niet. Whitley bespreekt het gedrag van Renske met haar begeleider. Het blijkt dat er in het team nog geen duidelijke afspraken gemaakt zijn over de begeleiding van Renske. Na overleg wordt besloten dat het team een plan van aanpak voor Renske gaat opstellen. Als voorbereiding hierop gaat Whitley Renske observeren.

5

METHODISCH WERKEN

Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

GO / NO GO

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

6

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - FASE 2

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.

Je competenties op het gebied van methodisch werken worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Informatie verzamelen Kies in overleg met je begeleider twee kinderen uit jouw groep die je gedurende een afgesproken periode gaat verzorgen en begeleiden. Dit doe je op methodische wijze. Kies indien mogelijk twee kinderen van verschillend geslacht en verschillende leeftijd. Verzamel informatie over de zorg- en begeleidingsbehoefte van beide kinderen. Gebruik daarvoor verschillende bronnen. Maak vervolgens als inleiding op opdracht C . een persoonsbeschrijving van de door jou gekozen kinderen. C. Observeren Verzamel informatie door het observeren van beide kinderen aan de hand van een observatieplan. Bespreek dit observatieplan met je begeleider. Maak indien mogelijk gebruik van een observatiemethode van jouw praktijkadres. Je voert naar aanleiding van je observatieplan een observatie uit bij de twee kinderen om specifieke informatie over de zorg- en begeleidingsbehoefte te verzamelen. Je trekt hieruit conclusies. D. Plan van aanpak voor de begeleiding Verwerk de verzamelde informatie in een plan van aanpak voor de dagelijkse verzorging en begeleiding van beide kinderen. Houd bij het schrijven van het plan van aanpak rekening met het pedagogisch beleid van de organisatie. Bespreek jouw plan van aanpak met je begeleider, collega’s en ouders/vervangende opvoeders.

7

METHODISCH WERKEN

E. Evalueren van de begeleiding Evalueer tussentijds en na afloop de begeleiding van beide kinderen met je begeleider en indien mogelijk met de ouders/vervangende opvoeders. Stel de begeleiding eventueel bij. Schrijf een proces- en productevaluatie.

Beschrijf in de procesevaluatie: • hoe je de kinderen hebt verzorgd en begeleid en met welk resultaat.

Beschrijf in de productevaluatie: • hoe je met elk kind en hun ouders/verzorgers hebt gewerkt aan de gestelde doelen • of je deze doelen hebt bereikt.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B.

Persoonsbeschrijving per kind. WP 1.1: N, R. Twee observatieplannen. WP 1.1: N, R.

C.

D. Plan van aanpak van de dagelijkse verzorging en begeleiding per kind. WP 1.3: E, J en WP 3.3: E, Q. E. Proces- en productevaluatie van de verzorging en begeleiding per kind. WP 3.3: E, Q en WP 3.8: D, J, M.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

8

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - FASE 2

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 2.2 Methodisch werken (2012-pm-3-ko-bp2.2)

Naam student:

Opleiding: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

Fase:

Cohort:

Datum:

Je past de werkprocessen en de verworven competenties uit de vorige beroepsprestaties of proeve toe binnen deze beroepscontext.

Competenties

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere

P Dit betekent dat: • je verschillende bronnen gebruikt om informatie over het kind te verzamelen zodat: • je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het kind. P Dit betekent dat: • je actief de wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders/vervangende opvoeders inventariseert zodat: • jou duidelijk is hoe de organisatie, binnen de mogelijkheden van de dienstverlening, hierop kan inspelen. P Dit betekent dat: • je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties ervan met het kind en ouders/vervangende opvoeders bespreekt zodat: • ouders/vervangende opvoeders weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak wordt uitgevoerd.

N Onderzoeken

– informatie achterhalen

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

– behoeften en

verwachtingen achterhalen

Werkproces 1.3 Maakt een plan van aanpak

E Samenwerken en overleggen

– afstemmen

9

METHODISCH WERKEN

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

P Dit betekent dat: • je een nauwkeurig en volledig plan van aanpak opstelt

J Formuleren en rapporteren

zodat: • je het kind en de ouders/vervangende opvoeders precies laat weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.

–– nauwkeurig en volledig rapporteren

Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

P Dit betekent dat: • je tijdig en regelmatig overlegt met collega’s over de uitvoering van de opvang en begeleiding • je de samenwerking met collega’s soepel laat verlopen • je de consequenties kent van je eigen acties zodat: • je de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel laat verlopen.

E Samenwerken en overleggen

–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken

P Dit betekent dat:

Q Plannen en organiseren

• je rekening houdt met de haalbaarheid van je werkzaamheden in tijd en kwaliteit

zodat: • je de continuïteit en kwaliteit van de opvang en begeleiding waarborgt.

–– doelen en prioriteiten stellen

Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden

P Dit betekent dat: • je signaleert of het kind en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden opvang en begeleiding

D Aandacht en begrip tonen

zodat: • je de informatie meeneemt/inbrengt bij de evaluatie.

–– luisteren

P Dit betekent dat: • je alle benodigde gegevens zorgvuldig verwerkt en registreert • je hoofdzaken onderscheidt • je bijzaken onderscheidt

J Formuleren en rapporteren

–– nauwkeurig en volledig rapporteren –– vlot en bondig formuleren

zodat: • je rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en inzichtelijk zijn.

10

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 2

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

- componenten

P Dit betekent dat: • je de belangrijkste informatie haalt uit alle gegevens die je verzamelt (gesprekken, observaties) • je op basis van deze informatie concludeert of de opvang en begeleiding voldoet en of er voldoende voortgang is • je zo nodig komt met haalbare oplossingen

M Analyseren

–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken

zodat: • je de opvang en begeleiding als dat nodig is bijstelt.

Bewijsstukken Kwalificerend

A.

De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

1.1

N - R

B. Persoonsbeschrijving per kind.

1.1

N - R

C. Twee observatieplannen.

1.3 3.3 3.3 3.8

E - J E - Q

D. Plan van aanpak voor de dagelijkse verzorging en begeleiding per kind. E. Proces- en productevaluatie van de verzorging en begeleiding per kind.

E - Q D - J - M

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

11

METHODISCH WERKEN

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 2.2 Methodisch werken (2012-pm-3-ko-bp2.2) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

12

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 2

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Zorghulp Niveau 1

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Kompas Competentiewijzer

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.2 Onderhouden van spel- en speelmateriaal en ruimte 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Werken volgens methodische stappen 1.5 Ondersteunen en begeleiden bij persoonlijke verzorging en ADL Fase 2 2.1 Deskundigheid op peil houden 2.2 Methodisch werken 2.3 Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activit iten 2.4 Zorgen voor een hygiënische, veilige en uitdagende leefomgeving Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Onderwijsassistent Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 2.1 Samenwerken met ouders 2.2 Werken als een professional 2.3 Omgaan met verschillen tussen kinderen Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Een uitgave van:

Artikelnummer: CZW20120129

Made with