CZW20120133
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
- componenten
R Dit betekent dat: • je sport-, spel- en speelmaterialen kiest die aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind • je middelen – eventueel in overleg met betrokkenen – effectief en vindingrijk gebruikt
L Materialen en
middelen inzetten
–– materialen en middelen doeltreffend gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen
zodat: • je de ontwikkeling van het kind stimuleert.
P Dit betekent dat: • je ruim van tevoren activiteiten regelt en de benodigde tijd inschat • je rekening houdt met onvoorziene omstandigheden • je de voortgang in de gaten houdt zodat: • je het activiteitenprogramma zoveel mogelijk volgens plan uitvoert. P Dit betekent dat: • je tijdig en regelmatig overlegt met collega’s bij de uitvoering van de opvang en begeleiding • je anderen raadpleegt als dat nodig is en weet wat de consequenties zijn van je eigen acties • je je zo opstelt dat de samenwerking in het team soepel verloopt zodat: • je de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel laat verlopen. P Dit betekent dat: • je bij het overdragen van je werkzaamheden duidelijke doelen en knelpunten aangeeft zodat: • jouw werkzaamheden voor collega’s duidelijk zijn • je de continuïteit en kwaliteit van de opvang en begeleiding waarborgt.
Q Plannen en organiseren
–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– voortgang bewaken
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
E Samenwerken en overleggen
–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken
Q Plannen en organiseren
–– doelen en prioriteiten stellen
Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden
P Dit betekent dat: • je signaleert of het kind en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden opvang en begeleiding
D Aandacht en begrip tonen
zodat: • je deze informatie meeneemt/inbrengt bij de evaluatie.
–– luisteren –– interesse tonen
17
PROEVE 1
Made with FlippingBook