CZW20120140
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties M Analyseren
Kwalificerend
- componenten
P Dit betekent dat: • je conclusies trekt uit de beschikbare informatie en
verschillende alternatieven bekijkt met hun consequenties
–– conclusies trekken
zodat: • de dienstverlening die in het plan van aanpak is opgenomen op het kind is toegesneden en daadwerkelijk kan worden geboden.
Werkproces 2.1 Biedt het kind opvang
P Dit betekent dat: • je overwicht toont bij het handhaven van afspraken en regels zodat: • het voor het kind en de groep duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden. P Dit betekent dat: • je het kind heldere, eerlijke en constructieve feedback geeft • je het kind stimuleert om alternatieven uit te proberen
B Aansturen
–– uitoefenen van gezag
C Begeleiden
–– coachen
zodat: • het functioneren van het kind wordt versterkt.
p Dit betekent dat:
D Aandacht en begrip tonen
• je betrokkenheid toont bij het kind en de ouders/ vervangende opvoeders • je actief luistert naar het kind • je herkent wanneer het kind het moeilijk heeft
–– interesse tonen –– luisteren –– anderen steunen
zodat: • je de nodige ondersteuning kunt bieden.
P Dit betekent dat: • je de ouders/vervangende opvoeders informeert over de gang van zaken in de opvang • je de ouders/vervangende opvoeders informeert over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind • je kennis, ervaring en inzichten over de opvoeding van het kind met de ouders/vervangende opvoeders deelt zodat: • de ouders/vervangende opvoeders op de hoogte zijn van de gang van zaken in de opvang en van de ontwikkeling van hun kind • de ouders/vervangende opvoeders bij
E Samenwerken en overleggen
–– proactief informeren
opvoedingsvraagstukken profijt hebben van kennis en ervaring van de gespecialiseerd pedagogisch medewerker.
15
PROEVE 1
Made with FlippingBook