CZW20120141
CZW20120141
O
Beroepsprestatie 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg | Niveau 4
Beroepsprestatie
2.2
Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (2012-pm-4-jz-bp2.2)
Opleiding: Niveau Fase
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg 4 2
Artikelnummer CZW20120141
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg
Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg
I. Rabelink M. Wouters
Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans
Ontwikkelaars van deze fase P. Mertens-Debats A. Mulder
Redactie A. Brink M. Brok
Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)
DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013
Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Inhoud
Beroepsprestatie 2.2 .........................................................4
Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5
Typering . ........................................................................5
De opdracht .....................................................................7
Het resultaat. ...................................................................8
Beoordelingslijst...............................................................9
Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.
Beroepsprestatie 2.2
Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.5
C
Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
Begeleiden
E
Samenwerken en overleggen
Typering Als pedagogisch medewerker jeugdzorg ondersteun je het kind/de jongere bij zijn werk, scholing en vrije tijd. Je motiveert en activeert hem om zijn gewenste sociale netwerk te benutten en te versterken. Je stimuleert het kind/de jongere om zelf initiatief te nemen en geeft waar nodig advies, aanwijzingen, voorbeelden en keuzemogelijkheden. Je betrekt hierbij zoveel mogelijk het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere. Jennifer woont een tijd in een instelling voor Begeleid Wonen. Daar heeft ze een eigen zit-/slaapkamer. De keuken en badkamer deelt ze met andere jongeren. De begeleiding is ingedeeld in twee fases. In de eerste fase ligt de nadruk op opvoeding, in de tweede fase ligt de nadruk op begeleiding.
Jennifer leert onder meer: • de dag zinvol te besteden en vrije tijd goed in te vullen • sociale vaardigheden te gebruiken om zichzelf te redden
• een huishouden te runnen • haar geld goed te beheren.
Jennifer heeft moeite om haar dag zinvol te besteden en haar vrije tijd goed in te vullen. Als het aan haar ligt, komt ze rond het middaguur uit bed. Jennifer dreigt haar dag- en nachtritme om te draaien. Het gevolg is dat Jennifer overdag steeds passiever en lustelozer wordt. Hans, de pedagogisch medewerker jeugdzorg, besluit om samen met Jennifer een weekplanning te maken met betrekking tot haar dagbesteding. Hij overlegt met haar en haar moeder welke bezigheden ze thuis fijn vond om te doen.
5
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
GO / NO GO
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau
open context
begeleid
complexe context
zelfstandig
6
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - FASE 2
De opdracht
A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van ondersteunen bij werk, scholing en vrije tijd worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Opstellen van doelen Begeleid gedurende een afgesproken periode een kind/jongere bij werk, scholing en/of vrije tijd. Inventariseer met het kind/de jongere zijn wensen en behoeften t.a.v. (vrije) tijdsbesteding, werk en/of scholing. Betrek ook het gezin en het sociaal netwerk bij de inventarisatie. Leg keuzes en doelen schriftelijk vast. C. Coachen bij het opstellen van een stappenplan Maak met het kind/de jongere een stappenplan voor (vrije)tijdsbesteding, werk en/of scholing. Betrek bij de uitvoering van het stappenplan waar mogelijk het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere. D. Monitoren van het stappenplan Motiveer het kind/de jongere en zijn netwerk om het stappenplan uit te voeren en evalueer de resultaten van het stappenplan met betrokkenen. Leg dit schriftelijk vast.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
7
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken B.
Verslaglegging van keuzes en doelen. WP 2.5: C, E.
C. Stappenplan voor (vrije)tijdsbesteding, werk en/of scholing van een kind/jongere. WP 2.5: C, E. D. Verslag hoe je het kind/de jongere hebt gemotiveerd en hoe het stappenplan is verlopen. Beschrijf ook hoe je het gezin en het sociale netwerk bij het stappenplan hebt betrokken. WP 2.5: C, E.
Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –
Neem de bewijsstukken op in je portfolio.
8
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 2
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (2012-pm-4-jz-bp2.2)
Naam student:
Opleiding: Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Fase:
Cohort:
Datum:
voldoende goed
Prestatie-indicatoren
onvoldoende
Competenties
Ontwikkelingsgericht
- componenten
Werkproces 2.5 Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
p Dit betekent dat: • je het kind/de jongere motiveert om zelf oplossingen en alternatieven voor problemen te bedenken en uit te proberen • je het kind/de jongere motiveert uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken zodat: • het kind/de jongere leert hoe hij zijn leefsituatie kan verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren. p Dit betekent dat: • je het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere raadpleegt en hun hulp inroept zodat: • ook het netwerk rond het kind/de jongere een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de leefsituatie van het kind/ de jongere.
C Begeleiden
– coachen – motiveren
E Samenwerken en overleggen
– anderen raadplegen en – betrekken
9
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
voldoende goed
onvoldoende
Bewijsstukken Ontwikkelingsgericht
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
2.5
C - E
B. Verslaglegging van keuzes en doelen.
2.5
C - E
C. Stappenplan voor (vrije)tijdsbesteding, werk en/of scholing van een kind/jongere. D. Verslag hoe je het kind/de jongere hebt gemotiveerd en hoe het stappenplan is verlopen. Beschrijf ook hoe je het gezin en het sociale netwerk bij het stappenplan hebt betrokken.
2.5
C - E
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. ja nee
10
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 2
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren
Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.
De beoordelaars van de beroepsprestatie 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (2012-pm-4-jz-bp2.2) zijn:
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam student
Handtekening
11
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Zorghulp Niveau 1
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verzorgende Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verpleegkundige Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4
Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Verpleegkundige Kompas Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.2 Onderhoud van spel- en spelmateriaal en ruimte (voor GPM-4-KO) 1.2 Onderhoud van de ruimte (voor PM-4-JZ) 1.3 O dersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Signaleren en in kaart brengen van de hulpvraag 1.5 Ondersteunen en begeleiden bij persoonlijke verzorging en ADL Fase 2 2.1 Het versterken van je vakdeskundigheid 2.2 Coördinerende taken uitvoeren (voor GPM-4-KO) 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (voor PM-4-JZ) 2.3 Zorgen voor een veilige, hygiënische en uitdagende leefomgeving 2.4 Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding 2.5 Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Begeleiden bij een specifie e zorg- en/of begeleidingsvraag 3.2 Regie voeren (voor GPM-4-KO) 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefistuatie (voor PM-4-JZ) 3.3 Zorgen voor kwaliteit 3.4 Professionaliseren 3.5 De leiding nemen (voor GPM-4-KO) Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4
Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Onderwijsassistent Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Sociaal cultureel werker Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4
Een uitgave van:
Artikelnummer: CZW20120141
Made with FlippingBook