CZW20120141
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.5
C
Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
Begeleiden
E
Samenwerken en overleggen
Typering Als pedagogisch medewerker jeugdzorg ondersteun je het kind/de jongere bij zijn werk, scholing en vrije tijd. Je motiveert en activeert hem om zijn gewenste sociale netwerk te benutten en te versterken. Je stimuleert het kind/de jongere om zelf initiatief te nemen en geeft waar nodig advies, aanwijzingen, voorbeelden en keuzemogelijkheden. Je betrekt hierbij zoveel mogelijk het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere. Jennifer woont een tijd in een instelling voor Begeleid Wonen. Daar heeft ze een eigen zit-/slaapkamer. De keuken en badkamer deelt ze met andere jongeren. De begeleiding is ingedeeld in twee fases. In de eerste fase ligt de nadruk op opvoeding, in de tweede fase ligt de nadruk op begeleiding.
Jennifer leert onder meer: • de dag zinvol te besteden en vrije tijd goed in te vullen • sociale vaardigheden te gebruiken om zichzelf te redden
• een huishouden te runnen • haar geld goed te beheren.
Jennifer heeft moeite om haar dag zinvol te besteden en haar vrije tijd goed in te vullen. Als het aan haar ligt, komt ze rond het middaguur uit bed. Jennifer dreigt haar dag- en nachtritme om te draaien. Het gevolg is dat Jennifer overdag steeds passiever en lustelozer wordt. Hans, de pedagogisch medewerker jeugdzorg, besluit om samen met Jennifer een weekplanning te maken met betrekking tot haar dagbesteding. Hij overlegt met haar en haar moeder welke bezigheden ze thuis fijn vond om te doen.
5
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
Made with FlippingBook