CZW20120142
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
P Dit betekent dat: • je zorgt dat activiteiten goed op elkaar afgestemd zijn • je de activiteiten ruim van tevoren plant en regelt • je rekening houdt met de mogelijkheden zodat: • het activiteitenprogramma uitvoerbaar is en aansluit bij de wensen en behoeften van de kinderen/jongeren. P Dit betekent dat: • je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties bespreekt met het kind/de jongere en ouders/vervangende opvoeders zodat: • zij weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak wordt uitgevoerd.
Q Plannen en organiseren
–– activiteiten plannen
Werkproces 1.3 Maakt een plan van aanpak
E Samenwerken en overleggen
–– afstemmen
P Dit betekent dat: • je een nauwkeurig en volledig plan van aanpak opstelt
J Formuleren en rapporteren
zodat: • je het kind/de jongere en de ouders/vervangende ouders precies laat weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.
–– nauwkeurig en volledig rapporteren
Werkproces 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
P Dit betekent dat: • je overwicht toont bij het handhaven van afspraken en regels zodat: • het voor het kind/de jongere en de groep duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden. P Dit betekent dat: • je het kind/de jongere heldere, eerlijke en constructieve feedback geeft • je het kind/de jongere stimuleert om alternatieven uit te proberen
B Aansturen
–– uitoefenen van gezag
C Begeleiden
–– coachen
zodat: • het functioneren van het kind/de jongere wordt versterkt.
p Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het kind/de jongere en de ouders/ vervangende opvoeders • je actief luistert naar het kind/de jongere • je herkent wanneer het kind/de jongere het moeilijk heeft
D Aandacht en begrip tonen
–– interesse tonen –– luisteren –– anderen steunen
zodat: • je de nodige ondersteuning kunt bieden.
14
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG
Made with FlippingBook