CZW20120183
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
P Dit betekent dat:
E Samenwerken en overleggen
• je (op tijd) hulp inroept van anderen
zodat: • de cliënt snel en adequaat wordt behandeld en zo nodig wordt begeleid. R Dit betekent dat: • je volgens voorgeschreven procedures voor onvoorziene of crisissituaties handelt • je de wettelijke richtlijnen voor onvoorziene of crisissituaties kent en toepast zodat: • de kwaliteit van de zorgverlening gewaarborgd is. P Dit betekent dat: • je in stressvolle situaties gericht blijft op de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzenmet alternatieven komt • je goed om kunt gaanmet je eigen gevoelens • je grenzen stelt
–– anderen raadplegen en betrekken
T Instructies en
procedures opvolgen
–– werken conform
voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen V Met druk en tegenslag omgaan –– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen
zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.
Werkproces 1.11 Coördineert de zorgverlening
P Dit betekent dat: • je de cliënt en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding vraagt
D Aandacht en begrip tonen
• je aandachtig luistert • je zo nodig doorvraagt
–– luisteren –– interesse tonen
zodat: • je de informatie die je hebt gekregen kunt inbrengen bij de evaluatie.
P Dit betekent dat: • je scherp, kernachtig en op een duidelijkemanier je bevindingen kunt formuleren
J Formuleren en rapporteren
zodat: • de evaluatie (verslaglegging) van de zorgverlening voor alle betrokkenen begrijpelijk is.
–– vlot en bondig formuleren
T Dit betekent dat: • je uit de verzamelde gegevens voor de evaluatie de belangrijkste informatie haalt • je logische conclusies trekt uit de informatie • je eventuele problemen oplost zodat: • het zorgleefplan zo nodig kan worden bijgesteld en de zorgverlening verbeterd wordt of goed wordt afgesloten.
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
14
VERZORGENDE-IG - Fase 3
Made with FlippingBook