CZW20120186
Inhoud
Proeve 3 .........................................................................4
Werkprocessenmet de bijbehorende competenties .................5
Typering .........................................................................6
De opdracht ...................................................................10
Het resultaat..................................................................14
Beoordelingslijst.............................................................15
Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd. Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, patiënt, gehandicapte, kind. Daar waar begeleidingsplan staat, kan ook zorgplan of verpleegplan gelezen worden. Daar waar persoonlijk begeleider staat, kan ook contactverpleegkundige of EVV’er gelezen worden. Daar waar stagiaire staat, wordt ook stagiair bedoeld.
Made with FlippingBook