CZW20120187
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
- componenten
R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
P Dit betekent dat: • je de cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunt • je afspraken nakomt • je regelmatig controleert of de cliënt nog tevreden is zodat: • de ondersteuning goed blijft aansluiten op de afspraken en de verwachtingen.
–– aansluiten bij
de behoeften en verwachtingen –– klanttevredenheid in de gaten houden
Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager C Begeleiden
P Dit betekent dat: • je sturende, motiverende of activerende begeleiding biedt • je de cliënt stimuleert om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren zodat: • de cliënt een positieve instelling en vertrouwen in zijn eigen kunnen opbouwt en hij zo veel mogelijk zelfstandig gaat en blijft functioneren. Dit betekent dat: • je demantelzorger en naasten adviseert rekening te houding met hun draagkracht • je adviezen geeft aanmantelzorger en naasten over hoe de draagkracht versterkt kan worden P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van de cliënt • je de cliënt met respect en geduld behandelt zodat: • er een goede relatie bestaat als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de cliënt en naasten wordt voldaan • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • demantelzorger en naasten niet overbelast raken.
–– adviseren –– motiveren
D Aandacht en begrip tonen
–– interesse tonen –– verdraagzaamheid en welwillendheid tonen –– bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
zodat: • de cliënt en naasten tevreden zijn en blijven over de begeleiding bij de zelfredzaamheid.
–– klanttevredenheid in de gaten houden
Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
P Dit betekent dat:
E Samenwerken en overleggen
• je (op tijd) hulp inschakelt van anderen
zodat: • de cliënt snel en adequaat behandeld en begeleid wordt.
–– anderen raadplegen en betrekken
17
PROEVE 3
Made with FlippingBook