CZW20120194
onvoldoende
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
- componenten
P Dit betekent dat: • je, indien nodig, in het kader van de coördinatie van de zorgverlening andere deskundigen raadpleegt • je tijdig en regelmatigmet hen overlegt zodat: • de expertise van de betrokkenen optimaal wordt afgestemd en ingezet. P Dit betekent dat: • je in een logische volgorde de werkzaamheden voor de zorgverlening plant en regelt • je de benodigde capaciteit organiseert • jematerialen, middelen en zo nodig apparatuur inzet
E Samenwerken en overleggen
–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen
Q Plannen en organiseren
–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– mensen enmiddelen organiseren
zodat: • alle benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd.
Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening D Aandacht en begrip tonen
P Dit betekent dat: • je patiënt en andere betrokkenen vraagt naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding • je aandachtig luistert en zo nodig doorvraagt zodat: • je de verkregen informatie kunt inbrengen bij de evaluatie. P Dit betekent dat: • je scherp, kernachtig en op een ongecompliceerdemanier je bevindingen formuleert T Dit betekent dat: • je uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie haalt met betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen • je logische conclusies trekt • jemanieren vindt om problemen op te lossen zodat: • je het verpleegplan zo nodig op een verantwoordemanier bijstelt en de kwaliteit van de zorgverlening verbetert • je de zorgverlening goed afrondt of afsluit. zodat: • de evaluatie (verslaglegging) voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is.
–– luisteren –– interesse tonen
J Formuleren en rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
19
PROEVE 3
Made with FlippingBook