CZW20120196
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
D Aandacht en begrip tonen
P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van de cliënt • je de cliënt met respect en geduld behandelt zodat: • er een goede relatie bestaat tussen jou en de cliënt als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de cliënt en naasten wordt voldaan • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • de cliënten en naasten tevreden zijn en blijven over de begeleiding bij de zelfredzaamheid.
–– interesse tonen –– verdraagzaamheid en welwillendheid tonen –– bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
–– klanttevredenheid in de gaten houden
Werkproces 1.7Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
P Dit betekent dat: • je tijdig hulp inroept van anderen die bij de zorg betrokken zijn
E Samenwerken en overleggen
zodat: • de cliënt snel en adequaat wordt behandeld en begeleid.
–– anderen raadplegen en betrekken
R Dit betekent dat: • je handelt volgens voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene of crisissituaties • je de wettelijke richtlijnen kent die gelden voor dergelijke situaties • je de wettelijke richtlijnen toepast
T Instructies en
procedures opvolgen
–– werken conform
voorgeschreven procedures
–– werken conform
zodat: • de kwaliteit van de zorg gewaarborgd is.
veiligheidsvoorschriften
P Dit betekent dat: • je in stressvolle situaties gericht blijft op het werk en de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzen komt met mogelijke alternatieven • je je eigen gevoelens goed kunt hanteren
V Met druk en tegenslag omgaan
–– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen
zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.
18
VERPLEEGKUNDIGE - Fase 4
Made with FlippingBook