CZW20120198
CZW20120198
K
Beroepsprestatie 3.2 Verdiepen in de doelgroep
Medewerker maatschappelijke zorg | Niveau 3
Beroepsprestatie
3.2
Verdiepen in de doelgroep (2012-mmz-bp3.2)
Opleiding: Niveau Fase
Medewerker maatschappelijke zorg 3 3
Artikelnummer CZW20120198
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van het Consortium Beroepsonderwijs - Zorg enWelzijn & Assisterenden Gezondheidszorg
Dagelijks bestuur en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg
I. Rabelink M. Wouters
Ontwikkelteamleider J. Oost
Ontwikkelaar van deze fase F. van Schilt
Redactie A. Brink M. Brok
Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)
Foto’s Consortium Beroepsonderwijs
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat het Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene diemeent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemenmet het Consortium Beroepsonderwijs.
© 2013 Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige anderemanier, zonder toestemming van het Consortium Beroepsonderwijs - Zorg enWelzijn & Assisterenden Gezondheidszorg.
Inhoud
Beroepsprestatie 3.2 .........................................................4
Werkprocessenmet de bijbehorende competenties .................5
Typering .........................................................................5
De opdracht .....................................................................7
Het resultaat....................................................................8
Beoordelingslijst...............................................................9
Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd. Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, bewoner, gehandicapte, kind. Daar waar ondersteuningsplan staat, kan ook gelezen worden: plan van aanpak, werkplan, begeleidingsplan, plan van hulpverlening, zorgplan.
Beroepsprestatie 3.2
Verdiepen in de doelgroep
Werkprocessenmet de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.1
D
Inventariseert hulpvraag van de cliënt
Aandacht en begrip tonen
N
Onderzoeken
3.3
E
Stemt de werkzaamheden af met de betrokkenen
Samenwerken en overleggen
Q
Plannen en organiseren
3.6
D
Evalueert de geboden ondersteuning
Aandacht en begrip tonen
J
Formuleren en rapporteren
M
Analyseren
Typering Linda volgt de opleidingmedewerker maatschappelijke zorg en zit in haar laatste jaar. Zij loopt stage bij de StichtingWisselwerk. Wisselwerk biedt dagbesteding aanmensenmet een licht verstandelijke handicap. Linda heeft Dennis uitgekozen voor de stageopdracht waarbij ze een hulpvraag gaat formuleren. Dennis is een jongenmet een licht verstandelijke beperking die werkt bij de StichtingWisselwerkmet als doel om arbeidsvaardigheden aan te leren. Als eerste gaat Linda informatie verzamelen over zijn achtergrond door zijn dossier te lezen en verschillende observatie uit te oefenen. In het verslag van dementor leest ze: “D. is jongvolwassenmaar eigenlijknog eenkind. D. vraagt veel aandacht vande begeleidingdoordat hij vaak conflictenheeft met andere cliënten. Deze conflicten ontstaanmeestal doorzijn onhandige opmerkingen. D. gaat vaakbij andere activiteitenzitten alshijnietweetwat hijmoet doen ofgeenzinheeft inzijn eigen werk. D. ismakkelijkaf te leiden. D. vindt het leuk omandere cliënten te plagen.AlsD.wordt aangesproken opzijngedragwordt hij boos en looptweg. D. zietgeenwerk enheeft dan ook constante aansturingnodig.Hijneemtweinig totgeen initiatief.”
Door de verzamelde informatie heeft Linda verschillende ideeën voor een hulpvraag. Eén van de hulpvragen die ze heeft geformuleerd is:
“HoekanDennis leren éénactiviteitgedurende 15minuten onafgebrokenuit te voeren?”
5
VERDIEPEN IN DE DOELGROEP
Naar aanleiding van deze hulpvraag bedenkt Linda een passende activiteit voor Dennis. Na uitvoerig overlegmet haar collega’s gaat ze de activiteit uitvoeren. Als Linda de opdracht heeft afgerond voelt ze zich teleurgesteld, het is Dennis niet gelukt 15 minuten langmet één activiteit bezig te zijn. Ze zoekt naar oorzaken hiervoor. Heb ik geen goede hulpvraag geformuleerd?Was de gekozen activiteit niet geschikt?
Als jemet mensenmet een lichamelijke of verstandelijke beperking werkt, heb je een grote verantwoordelijkheid. Het is de taak van de begeleiding ommet een juist en passend advies te komen dat zoveel mogelijk recht doet aan de wensen en behoeften van de cliënt. Als medewerker maatschappelijk zorg, verdiep je je in de achtergronden van de doelgroep waarmee je werkt. Door kennis te verzamelen over de achtergronden ben je immers beter in staat doelgericht en verantwoord te werken. Je begrijpt de cliënt beter en je bent in staat wensen en behoeftes te vertalen naar de juiste verzorging en begeleiding. Afstemmen van werkzaamheden en samenwerken in je beroep is een sleutelbegrip. Een hulpvraag voor een cliënt wordt altijd besproken in een team. Je overlegt, plant en organiseert met alle betrokken collega’s de zorg en begeleiding van de cliënten. Het doel van deze samenwerking is om tot een zo’n volledigmogelijk beeld en de best mogelijke oplossingen te komen. Door regelmatig te evalueren waarborg je de continuïteit van de zorg en begeleiding aan de jou toevertrouwde cliënten. Oriënteren en Plannen Overlegmet je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukkenmet je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
GO / NO GO
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
6
MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3
Demoeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
Demate van complexiteit van de beroepssituatie
Demate van zelfsturing
Demate van verantwoordelijkheid voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerkingmet collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau
open context
begeleid
complexe context
zelfstandig
De opdracht
A. De totale opdracht Deze opdracht voer je uit in de beroepspraktijk. In iedere branche is deze opdracht uit te voeren. Je competenties worden beoordeeld op het gebied van het inventariseren van de hulpvraag, het afstemmen van je werkzaamhedenmet betrokkenen en het evalueren van je ondersteuning. Maak hierover afsprakenmet je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Aanpassen van de hulpvraag Je verdiept je in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van handicaps/aandoeningen, ziektebeelden, behandelingen enmethodische begeleiding. Op basis van de nieuwste ontwikkelingen ga je samenmet een cliënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger, het begeleidingsplan aanpassen door de hulpvragen bij te stellen of te actualiseren. C. Beargumenteren en overtuigen Het aangepaste plan bespreek je in de teamvergadering waarbij je je collega’s overtuigt van het nut van de verandering. En waarommet deze bijgestelde of geactualiseerde hulpvragen de cliënt een betere begeleiding krijgt.
Tip: Je kunt op onderdelen gebruik maken van audiovisuelemiddelen. Bijvoorbeeld: een interview of overleg opnemen.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
7
VERDIEPEN IN DE DOELGROEP
Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken B. Het aangepaste begeleidingsplanmet de bijgestelde of geactualiseerde hulpvragen en een verantwoording daarvan. WP 1.1: D, N enWP 3.6: D, J, M. C. Een bewijsstuk van de teamvergadering waarin je de voorgestelde aanpassingen bespreekt, hierin laat je zien hoe je je collega’s overtuigt van de door jou ingezette veranderingen. WP 3.3: E, Q.
Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –
Neem de bewijsstukken op in je portfolio.
8
MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 3.2 Verdiepen in de doelgroep (2012-mmz-bp3.2)
Naam student:
Opleiding: Medewerker maatschappelijke zorg
Fase:
Cohort:
Datum:
voldoende goed
Prestatie-indicatoren
onvoldoende
Competenties
Kwalificerend
- componenten
Werkproces 1.1 Inventariseert hulpvraag van de cliënt
P Dit betekent dat: • je belangstelling en betrokkenheid toont naar de cliënt en zijn sociale systeem • je actief luistert en doorvraagt zodat: • de cliënt (of cliëntsysteem) jou vertrouwt en daardoor openhartig durft te spreken • je relevante informatie krijgt om de hulp- of begeleidingsvraag vast te kunnen stellen. R Dit betekent dat: • je actief en op eigen initiatief informatie verzamelt over de cliënt • je bij het verzamelen van informatie de doelstellingen niet uit het oog verliest • je in staat bent van verschillende bronnen gebruik temaken
D Aandacht en begrip tonen
– interesse tonen – luisteren
N Onderzoeken
– informatie achterhalen – openstaan voor nieuwe informatie
om informatie te verzamelen over de cliënt • je relaties kunt leggen tussen verschillende informatiegegevens (bronnen)
zodat: • je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van de cliënt.
9
VERDIEPEN IN DE DOELGROEP
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met de betrokkenen E Samenwerken en overleggen
p Dit betekent dat: • je overlegt met collega’s en/of betrokkenen bij de uitvoering van een gezamenlijke taak • je bespreekt wat de consequenties zijn van je eigen handelen • je collega’s en/of betrokkenen om advies vraagt • je een open en betrokken houding hebt in de samenwerking • je relevante informatie bespreekt in het multidisciplinaire team zodat: • collega’s en andere betrokkenen kunnen vertrouwen op jouw manier van werken • mede door jou de gezamenlijke begeleiding eenduidig en soepel verloopt.
–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken
p Dit betekent dat:
Q Plannen en organiseren
• je heldere en haalbare doelen stelt • je knelpunten aan kunt geven • je een haalbare tijdsplanningmaakt • je de kwaliteit van je begeleiding bewaakt • je de planning aan kunt passen als dit nodig is
–– doelen en prioriteiten stellen
zodat: • je ervoor zorgt dat de werkzaamheden voor collega’s transparant zijn • er mede door jou eenduidig en volgens plan gewerkt wordt.
Werkproces 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning D Aandacht en begrip tonen
p Dit betekent dat: • je signaleert of de cliënt en/of betrokkenen tevreden zijn over de geboden zorg en begeleiding
zodat: • je deze informatie in kunt brengen bij de evaluatie.
–– luisteren
p Dit betekent dat: • je alle informatiegegevens kunt verwerken in de daarvoor bestemde computerprogramma’s • je hoofd- en bijzaken kunt onderscheiden • je Nederlands taalgebruik voldoet aan de gestelde eisen zodat: • je een volledig, kernachtig en leesbaar evaluatieverslag schrijft. p Dit betekent dat: • je in staat bent uit alle verzamelde gegevens de belangrijkste conclusies te trekken • je conclusies trekt of de geboden zorg en begeleiding voldoen
J Formuleren en rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
• je concludeert of er voldoende vooruitgang geboekt is • jemet haalbare oplossingen komt als dit nodig is
zodat: • je, als dit nodig is, de zorg, opvang en/of begeleiding in (overleg) bijstelt.
10
MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3
onvoldoende
voldoende goed
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
1.1 3.6
D - N D - J - M
B. Het aangepaste begeleidingsplanmet de bijgestelde of geactualiseerde hulpvragen en een verantwoording daarvan. C. Een bewijsstuk van de teamvergadering waarin je de voorgestelde aanpassingen bespreekt, hierin laat je zien hoe je je collega’s overtuigt van de door jou ingezette veranderingen.
3.3
E - Q
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. ja nee
11
VERDIEPEN IN DE DOELGROEP
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staanmet de prestatie-indicatoren
Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.
De beoordelaars van de beroepsprestatie 3.2 Verdiepen in de doelgroep (2012-mmz-bp3.2) zijn:
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam student
Handtekening
12
MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Zorghulp Niveau 1
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Helpende Zorg &Welzijn Niveau 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verzorgende Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verpleegkundige Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Informatie verzamelen 1.2 Ondersteunen in de leefomgeving 1.3 Ondersteunen bij activiteiten 1.4 O dersteunen bij basisbehoeften Fase 2 2.1 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.2 Begeleiden van een groep 2.3 Bevorderen van de leefomgeving Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Methodisch begeleiden bij activiteiten 3.2 Verdiepen in de doelgroep 3.3 Bevorderen van deskundigheid en kwaliteit Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Verpleegkundige Kompas Fase 2 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer
Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4
Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Pedagogischmedewerker kinderopvang Niveau 3
Proeve Competentiewijzer
Overzicht beroepsprestaties Zorg enWelzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Gespecialiseerd pedagogischmedewerker KO - Niveau 4
Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Onderwijsassistent Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Sociaal cultureel werker Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Eenuitgave van:
Artikelnummer: CZW20120198
Made with FlippingBook