CZW20120204

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

T Dit betekent dat: • je gesprekstechnieken en begeleidingstechnieken kunt toepassen • je relevante onderdelen van jouw expertise overdraagt aan betrokkenen • je de cliënt en andere betrokkenen stimuleert in actie te komen zodat: • de cliënt steeds meer de regie gaat voeren over zijn leven • betrokkenen de gewenste ondersteuning kunnen bieden. T Dit betekent dat: • je gericht advies geeft aan mensen uit het sociale netwerk van de cliënt over uitvoering en ondersteuning • je mensen uit het sociale netwerk mogelijkheden biedt een actieve rol te spelen in de ondersteuning van de cliënt zodat: • zij een rol kunnen en willen spelen in de ondersteuning van de cliënt. T Dit betekent dat: • je expertise met betrekking tot de aanpak en begeleiding van de cliënt overdraagt aan mensen uit het sociale netwerk van de cliënt • je kennis van het ziektebeeld van de cliënt overdraagt aan mensen uit het sociale netwerkwerk van de cliënt

K Vakdeskundigheid toepassen

–– vakspecifiek mentale vermogens aanwenden –– expertise delen

Werkproces 2.6 Ondersteunt het sociale systeem

C Begeleiden

–– adviseren –– coachen

K Vakdeskundigheid toepassen

–– expertise delen

zodat: • mensen uit het sociale netwerk de cliënten kunnen begeleiden en ondersteunen.

P Dit betekent dat: • je je gedrag en omgangsvormen aanpast aan betrokkenen uit het sociale netwerk van de cliënt • je je communicatie aanpast aan de gesprekspartners • je rekening houdt met cultuurverschillen

U Omgaan met

verandering en aanpassen

–– met diversiteit (tussen

zodat: • er een samenwerkingsrelatie ontstaat tussen alle betrokkenen van het sociale netwerk van de cliënt.

mensen) om kunnen gaan

10

PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 3

Made with