CZW20120215
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
R Dit betekent dat: • je observeert volgens de door de leraar/het team gegeven instructies zodat: • je werkt volgens de binnen de school geldende protocollen en procedures. T Dit betekent dat: • je de leerlingen stimuleert om kritisch naar zichzelf te kijken • je de leerlingen aanzet om zelf naar mogelijke oplossingen te zoeken • je de leerlingen motiveert om hun best te doen • je de leerlingen helpt hun doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan zodat: • je gerichte ondersteuning biedt bij het leren van leerlingen met gedragsproblemen. P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij de leervragen van leerlingen • je luistert naar leerlingen door te spiegelen en door te vragen • je aandacht geeft aan de zorgvraag die door de leerlingen wordt geuit zodat: • je de gewenste en mogelijke ondersteuning biedt waarmee je als onderwijsassistent een bijdrage levert aan de begeleiding van leerlingen met gedragsproblemen. p Dit betekent dat: • je consequent handelt binnen de afgesproken lijn in de school/in de klas/met betrekking tot de leerling • je je houdt aan de geldende normen en waarden en aan de gemaakte afspraken over de individuele begeleiding van leerling(en) met gedragsproblemen
T Instructies en
procedures opvolgen
–– instructies opvolgen –– werken conform
voorgeschreven procedures
Werkproces 1.4 Begeleidt de leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen C Begeleiden
–– coachen –– motiveren –– anderen ontwikkelen
D Aandacht en begrip tonen
–– interesse tonen –– luisteren –– inleven in andermans gevoelens –– anderen steunen
F Ethisch en integer handelen
–– ethisch handelen –– integer handelen –– verschillen tussen mensen accepteren
zodat: • je je aan de leerlingen toont als betrouwbaar persoon • je handelt vanuit het principe van gelijkheid in het onderwijs.
K Vakdeskundigheid toepassen
p Dit betekent dat: • je snel schakelt tussen de verschillende leerlingen en van de individuele leerling naar de groep
zodat: • je je richt op voortgang van de leeractiviteiten.
–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
12
ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3
Made with FlippingBook