CZW20120223

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering

P Dit betekent dat:

K Vakdeskundigheid toepassen

• je je vakkennis en vaardigheden bijhoudt • je jouw eigen kennis overdraagt aan collega’s en andere deskundigen • je feedback gebruikt om van te leren • je deelneemt aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies zodat: • je aan je persoonlijke ontwikkeling werkt en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep. P Dit betekent dat: • je concrete afspraken maakt met o.a. (externe) professionals, stagiaires en vrijwilligers • je zorgt voor duidelijke instructies zodat: • zij weten wat er van hen verwacht wordt en hun rol en taken helder zijn.

–– expertise delen

Werkproces 3.3 Voert coördinerende taken uit

B Aansturen

–– instructies en aanwijzingen geven –– richting geven

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je regelmatig overlegt met betrokkenen

zodat: • hun kennis en ervaring optimaal benut wordt.

–– afstemmen

P Dit betekent dat:

Q Plannen en organiseren

• je prioriteiten stelt in het bereiken van doelen • je activiteiten ruim van tevoren in kaart brengt

zodat: • mensen en middelen op het gewenste moment beschikbaar zijn en taken/activiteiten uitgevoerd kunnen worden.

–– doelen en prioriteiten stellen –– activiteiten plannen

Werkproces 3.4 Voert beleidsmatige taken uit

P Dit betekent dat: • je ideeën en nieuwe kennis en ontwikkelingen regelmatig voorlegt aan relevante in- en externe betrokkenen zodat: • je een beeld krijgt van mogelijkheden, wenselijkheden en mogelijk draagvlak voor het te voeren beleid, c.q. dienstenaanbod van de organisatie.

E Samenwerken en overleggen

–– anderen raadplegen en betrekken

14

SOCIAAL CULTUREEL WERKER

Made with