CZW20120237
CZW20120237
K
Beroepsprestatie 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg | Niveau 4
Beroepsprestatie
3.2
Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie (2012-pm-4-jz-bp3.2)
Opleiding: Niveau Fase
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg 4 3
Artikelnummer CZW20120237
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg
Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg
I. Rabelink M. Wouters
Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans
Ontwikkelaars van deze fase P. Mertens-Debats A. Mulder
Redactie A. Brink M. Brok
Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)
DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013
Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Inhoud
Beroepsprestatie 3.2 .........................................................4
Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5
Typering . ........................................................................5
De opdracht .....................................................................7
Het resultaat. ...................................................................8
Beoordelingslijst...............................................................9
Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.
Beroepsprestatie 3.2
Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.5
C
Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
Begeleiden
E
Samenwerken en overleggen
3.8
D
Evalueert de werkzaamheden
Aandacht en begrip tonen
J
Formuleren en rapporteren
M
Analyseren
Typering Een belangrijke taak van de pedagogisch medewerker in de jeugdzorg is het begeleiden van het kind/de jongere. Zij verzamelt regelmatig gegevens over de leefsituatie van het kind/de jongere om de zorgverlening te evalueren en zo nodig bij te sturen. Dit doet ze in overleg met de jongere en betrokkenen. Zij verzamelt en analyseert gegevens, kijkt of er voldoende voortgang is en legt de conclusies vast in het dossier. Zij informeert het kind/de jongere over mogelijkheden voor scholing, werk en vrije tijdsbesteding en begeleidt hem/haar en zijn ouders/vervangende opvoeders bij het maken van keuzes. John is 14 jaar en woont in ‘Het Anker’, een gezinshuis voor jongeren van 12 tot 16 jaar. Hij was op school door zijn gedrag niet meer te handhaven. De thuissituatie van John is behoorlijk problematisch waardoor er tot een uithuisplaatsing is besloten. Inmiddels zijn de ouders van John ontheven uit de ouderlijke macht en berust de voogdij over hem bij Jeugdzorg. Samen met John en zijn voogd van Jeugdzorg is er vanuit ‘Het Anker’ een begeleidingsplan opgesteld. Desiree is de mentor van John. Vanmiddag is er een evaluatie van het begeleidingsplan. Bij deze evaluatie zullen aanwezig zijn: John, zijn voogd, een maatschappelijk werker, de psycholoog, de teamleider en Desiree. Gedurende de zes maanden dat John in het gezinshuis is, heeft Desiree nauwkeurig alle gegevens over het functioneren van John verzameld. Ook heeft zij regelmatig gesprekken met de school van John en met de trainer van de voetbalclub gevoerd. Alle informatie heeft ze verwerkt in een rapportage. Desiree heeft de rapportage besproken met John en vanmiddag wordt besproken of er punten in het begeleidingsplan moeten worden bijgesteld.
5
BEGELEIDEN BIJ HET OPTIMALISEREN VAN DE LEEFSITUATIE
Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
GO / NO GO
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau
open context
begeleid
complexe context
zelfstandig
6
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - FASE 3
De opdracht
A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Samen doelen bereiken Begeleid gedurende een van tevoren afgesproken periode twee kinderen/jongeren bij activiteiten op het gebied van werk, scholing en/of vrije tijdsbesteding. Onderzoek, in overleg met het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere, de mogelijkheden om de leefsituatie van het kind/de jongere te verbeteren. Verzamel hiervoor informatie over het kind/de jongere door het raadplegen van verschillende bronnen: dossier, gesprekken, observaties. Verdiep je ook in de mogelijkheden die voor de kinderen/jongeren geboden worden in de regio. Ondersteun het kind/de jongere, zijn gezin en zijn netwerk bij het maken van keuzes en stel samen een plan op. Ondersteun het kind/de jongere, zijn gezin en zijn netwerk bij de uitvoering van het plan.
Sluit in je werkwijze aan bij de werkwijze van de instelling en het begeleidingsplan van het kind/de jongere.
C. Evalueren en rapporteren Evalueer regelmatig het plan uit opdracht B . met het kind/de jongere, zijn gezin en zijn netwerk. Houd op basis hiervan het schriftelijk dossier van het kind/de jongere bij. Schrijf een verslag van minimaal twee evaluatiemomenten met het kind/de jongere en betrokkenen uit zijn netwerk.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
7
BEGELEIDEN BIJ HET OPTIMALISEREN VAN DE LEEFSITUATIE
Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken B. Het plan op het gebied van werk, scholing en vrije tijdsbesteding en een verslag van de mogelijkheden in de regio en de ondersteuning die geboden wordt. WP 2.5: C, E en WP 3.8: D, M. C. Een bewijs dat je het dossier hebt bijgehouden en een verslag van het evaluatiegesprek met de jongeren en de betrokkenen. WP 2.5: C, E en WP 3.8: J, M.
Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –
Neem de bewijsstukken op in je portfolio.
8
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 3
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie (2012-pm-4-jz-bp3.2)
Naam student:
Opleiding: Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Fase:
Cohort:
Datum:
voldoende goed
Prestatie-indicatoren
onvoldoende
Competenties
Kwalificerend
- componenten
Werkproces 2.5 Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
P Dit betekent dat: • je het kind/de jongere motiveert om zelf oplossingen en alternatieven voor problemen te bedenken en uit te proberen • je het kind/de jongere motiveert uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken zodat: • het kind/de jongere leert hoe hij zijn leefsituatie kan verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren. P Dit betekent dat: • je het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere raadpleegt en hun hulp inroept zodat: • ook het netwerk rond het kind/de jongere een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de leefsituatie van het kind/ de jongere.
C Begeleiden
– coachen – motiveren
E Samenwerken en overleggen
– anderen raadplegen en betrekken
Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden
P Dit betekent dat: • je aandachtig luistert en het kind/de jongere en andere betrokkenen vraagt naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden opvang en begeleiding
D Aandacht en begrip tonen
– interesse tonen – luisteren
zodat: • je deze informatie kunt inbrengen bij de evaluatie.
9
BEGELEIDEN BIJ HET OPTIMALISEREN VAN DE LEEFSITUATIE
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
P Dit betekent dat: • je alle benodigde gegevens zorgvuldig registreert en verwerkt • je alle hoofd- en bijzaken scheidt
J Formuleren en rapporteren
zodat: • het dossier volledig is en rapportages en evaluaties kernachtig zijn.
–– nauwkeurig en volledig rapporteren –– vlot en bondig formuleren
T Dit betekent dat: • je uit de gegevens die je verzamelt (gesprekken, observaties) de belangrijkste informatie haalt • je op basis hiervan concludeert of er voldoende voortgang is • je concludeert of de begeleiding voldoet • je met haalbare oplossingen komt
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken
zodat: • indien nodig de opvang en begeleiding (in overleg) bijgesteld kunnen worden.
Bewijsstukken Kwalificerend
A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
2.5 3.8
C - E D - M
B. Het plan op het gebied van werk, scholing en vrije tijdsbesteding en een verslag van de mogelijkheden in de regio en de ondersteuning die geboden wordt. C. Een bewijs dat je het dossier hebt bijgehouden en een verslag van het evaluatiegesprek met de jongeren en de betrokkenen.
2.5 3.8
C - E J - M
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. ja nee
10
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 3
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren
Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.
De beoordelaars van de beroepsprestatie 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie (2012-pm-4-jz-bp3.2) zijn:
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam student
Handtekening
11
BEGELEIDEN BIJ HET OPTIMALISEREN VAN DE LEEFSITUATIE
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Zorghulp Niveau 1
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verzorgende Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verpleegkundige Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4
Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Verpleegkundige Kompas Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.2 Onderhoud van spel- en spelmateriaal en ruimte (voor GPM-4-KO) 1.2 Onderhoud van de ruimte (voor PM-4-JZ) 1.3 O dersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Signaleren en in kaart brengen van de hulpvraag 1.5 Ondersteunen en begeleiden bij persoonlijke verzorging en ADL Fase 2 2.1 Het versterken van je vakdeskundigheid 2.2 Coördinerende taken uitvoeren (voor GPM-4-KO) 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (voor PM-4-JZ) 2.3 Zorgen voor een veilige, hygiënische en uitdagende leefomgeving 2.4 Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding 2.5 Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Begeleiden bij een specifie e zorg- en/of begeleidingsvraag 3.2 Regie voeren (voor GPM-4-KO) 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie (voor PM-4-JZ) 3.3 Zorgen voor kwaliteit 3.4 Professionaliseren 3.5 De leiding nemen (voor GPM-4-KO) Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4
Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Onderwijsassistent Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Sociaal cultureel werker Niveau 4
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4
Een uitgave van:
Artikelnummer: CZW20120237
Made with FlippingBook