CZW20120258

D. Begeleiden van een student Je begeleidt een student. Dit betekent dat je: • onderzoekt op welke wijze werkbegeleiding gegeven wordt,

• een planmaakt voor het begeleiden van een student. Dit plan sluit aan bij de opleiding en begeleidingsbehoefte van de student. Verwerk in je plan de overdracht van vakkennis, vaardigheden en houding die specifiek zijn voor de afdeling waar je werkt. • een student begeleidt gedurende een periode waarin alle facetten van het begeleiden aan bod komen. Tijdens de begeleidingsperiode pas je het plan en je stijl van begeleiden aan de leerbehoefte van student. • feedback vraagt aan je collega’s en aan de student over het plan en over jouwmanier van begeleiden. Dit doe je tussentijds en aan het einde van de periode. Je stelt op basis van de feedback je begeleidingsstijl bij.

als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B. Evaluatielijst en een sterkte/zwakte analyse van je coördinatorschap. WP 1.8: B, E, Q. C. agenda en het procesverslag van het overleg. WP 1.9: D, J, M. D. Het begeleidingsplanmet bijstellingen. WP 2.3: C.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

REGIE VOEREN INHET ZIEKENHUIs

Made with