VP-B-K1-W2
Bijlage 3 Kennis en vaardigheden
VP-B-K1-W2-C
Kennis
heeft gespecialiseerde kennis van anatomie, fysiologie en pathologie m.b.t. : bewegingsapparaat, circulatiestelsel, longstelsel, spijsverteringsstelsel, urogenitaalsltelsel, hormoonstelsel, zenuwstelsel, huis, zintuigen, cellen en weefsel
heeft gespecialiseerde kennis van preventie seksueel misbruik en preventie grensoverschrijdend gedrag
heeft gespecialiseerde kennis van bij de doelgroepen voorkomende ziektebeelden, beperkingen, stoornissen, aandoeningen, comorbiditeit, functioneringsproblemen, behandelingen en bijbehorende gezondheidsrisico's
heeft inzicht in gezondheidsrisico’s behorend bij de doelgroep
heeft ruime kennis van algemene begrippen en theorieën van gedragswetenschappen, (kinder- en jeugd)psychiatrie, psychopathologie, psychologie, orthopedagogiek en (toegepaste) sociologie
20
heeft ruime kennis van farmacologie, multifarmacologie en psychofarmacologie
heeft ruime kennis van internationale diagnose en classificeringsmodellen, -systemen en concepten (o.a. DSM IV, NIC, NOC, Nanda)
heeft ruime kennis van multipathologie
Vaardigheden
kan alle onderdelen van de verpleegkunde toepassen m.b.t. : algemene geneeskunde en medische specialismen, algemene chirurgie en chirurgische specialismen, kinderverzorging en pediatrie, hygiëne en verzorging van moeder en pasgeboren kind, geestelijke gezondheid en psychiatrie, verzorging van ouderen en geriatrie, verzorging thuis
kan bijdragen aan patiëntveiligheidscultuur, handelt risicobewust, communiceert patiëntveilig en optimaliseert menselijke en omgevingsfactoren
kan de ervaringsdeskundigheid van zorgvragers en naastbetrokkenen gebruiken
kan de visie op zorg toepassen in haar dagelijkse werkzaamheden
kan diagnostisch/klinisch redeneren toepassen
kan emotionele problemen herkennen, zoals eenzaamheidsproblematiek en sociale uitsluiting
kan gedragspatronen herkennen van de meest voorkomende ziektebeelden en beperkingen
kan gespecialiseerde kennis van communicatiemogelijkheden en -methoden toepassen (verbaal, non-verbaal, preverbaal en schriftelijk), passend bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt
kan handelen volgens de normen voor verantwoorde zorg
kan kennis van vigerende wet- en regelgeving toepassen
kan methodisch en systematisch handelen toepassen tijdens de beroepsuitoefening
kan observatiemethoden en -technieken toepassen om informatie te achterhalen
kan professioneel omgaan met levensinvulling en doodswens
Made with FlippingBook