006122670007
006122670007
METAALBEWERKEN
PLAATWERKER Crebo 95690
Beroepstaak begeleidersversie Plaatwerker in bedrijf
PLAATWERKER Crebo 95690
Beroepstaak begeleidersversie Plaatwerker in bedrijf
Artikelnummer: 006122670007
Colofon deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Directie en managementteam
M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, I. Rabelink, A. Pijnenburg
Ontwikkelteamleider J. Berghs
Ontwikkelteam A. Brok, W. Emons, A. Gelissen, T. Overdijk, T. Zuijderduin
Redactie J. Berghs, M. Brok
Ontwerp studio Blanche: Henny Witjes
DtP stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013
Foto’s en afbeeldingen Tekeningen: M. Flinsenberg Foto’s: M. Flinsenberg
ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met stichting Consortium Beroepsonderwijs.
© 2012 stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Inhoudsopgave
5
Introductie
11
Stap 1 Oriënteren
19
Stap 2 Plannen
27
Stap 3 Voorbereiden
37
Stap 4 Uitvoeren
45
Stap 5 Controleren
51
Stap 6 Beoordelen
57
Stap 7 Terugkijken
Bijlage 1 Formulier Reflectie
65 66 67
Bijlage 2 Formulier Urenverantwoording
Monitor
Bijlage 3
3
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Introductie
Tijdens je opleiding werk je voor je BPV (Beroeps Praktijk Vorming) in een bedrijf (BBL-opleiding) of je gaat op stage in een bedrijf (BOL-opleiding). Dit is een mooie kans om in de praktijk toe te passen wat je in de beroepstaken geleerd hebt. Je mag één of meer beroepstaken gaan uitvoeren tijdens deze BPV-beroepstaak. Overleg dat wel eerst met je begeleiders. Werken in een bedrijf is heel anders dan leren op school. Je krijgt op de werkvloer te maken met zaken, zoals: • Andere regels en voorschriften. • Werken met collega’s.
• Hoe pas je wat je geleerd hebt toe in de praktijk. • Wat mag je wel of niet doen in je BPV-periode. • Wat verwacht het bedrijf van jou. • Hoe ga je om met kritiek.
Tijdens de BPV blijf je ook nog leerling van school. Je moet ook denken aan: • Contact met je begeleiders blijven houden. • Dat je in een verslag laat zien wat je tijdens je BPV gedaan hebt. • De regels die jouw school heeft voor de BPV.
5
PLAATWERKER IN BEDRIJF
In deze beroepstaak
In deze beroepstaak ga je laten zien: • In welk soort metaalbedrijf je werkt. • Waar je in het bedrijf werkt. • Welk werk jij in het bedrijf doet. • Hoe het bedrijf georganiseerd is. • Wat je geleerd hebt in het bedrijf. Je gaat ook onderzoeken: • Wat het bedrijf van jou verwacht. • Hoe je BPV-overeenkomst geregeld is.
Je overlegt met je begeleiders: • Of je één of meer beroepstaken samen met deze BPV-taak uitvoert.
6
PLAATWERKER
In te leveren producten per stap
Hieronder een overzicht van de producten die je per stap inlevert.
Stap 1 Oriënteren
• Opdrachtomschrijving in eigen woorden • Overzicht benodigde vaardigheden
Stap 2 Plannen
• Planning praktijkoefeningen • Planning theorie • Ingevulde activiteitenplanner
Stap 3 Voorbereiden
• Opdrachten/oefeningen • Planning materiaal en gereedschappen • Werkvoorbereiding eindopdracht • Urenverantwoording
Stap 4 Uitvoeren
• Foto-/videoverslag • Urenverantwoording
Stap 5 Controleren
• E-mail beoordeling voorbereiding • Foto-/videoverslag
• Opgeruimde werkplek • Urenverantwoording
Stap 6 Beoordelen
• Eindopdracht • Complete activiteitenmap • Beoordelingsformulieren
Stap 7 Terugkijken
• Reflectieverslag • Competentiescoretabel • Portfolio
7
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Werken met de activiteitenmap
In de Introductietaak heb je de activiteitenmap aangelegd. Je werkt deze bij met de gegevens van deze beroepstaak. Alle in te leveren producten per stap komen in deze activiteitenmap. Je kunt dan alle gegevens overzichtelijk bij elkaar houden.
Deel de map in volgens dit schema:
Stap
TAB Titel tabblad
Belangrijke gegevens [Je eigen gegevens en andere gegevens praktijkopleider, SLB’er, docenten, BPV-begeleider etc.] Opdrachtomschrijving [in eigen woorden aan de hand van instructie en werktekeningen]
1
Stap 1
2
Invullen activiteitenplanner
3
Stap 2
Werkvoorbereiding eindproduct
4
Stap 3
Uitwerking stapopdrachten en voorbereidende opdrachten/ oefeningen
5
(Controle)lijst opdrachten/oefeningen
6
Toepassen vakvaardigheden
7
Stap 4
Speciale gereedschappen
8
Werkvolgorde
9
Uitvoering/maken van de opdracht
10
Controleren eigen werk [Urenverantwoording voor de stappen 3, 4 en 5 en nacalculatie]
11
Stap 5
Opruimen eigen werkplek
12
Verdiepende vragen/opdrachten van alle stappen [Vrije invulling voor activiteiten/producten]
13
Beoordeling door leidinggevende
14
Stap 6
Opdrachtgever / bedrijf tevreden?
15
Stap 7
Reflectie
16
8
PLAATWERKER
Over beroepspraktijkvorming (BPV)
Beroepspraktijkvorming (BPV) is het leren van een vak in de praktijk, een belangrijk onderdeel van het beroepsonderwijs. Dit kan op twee manieren: werken of stagelopen. Om in het bezit te komen van een diploma moet je de BPV met een voldoende afsluiten. BPV binnen BBL- en BOL-opleidingen Als BBL-student werk je in een bedrijf als werknemer. De werkdagen worden afgestemd met de school, zodat je ook onderwijs kunt volgen. Als BOL-student ga je in vaste periodes in de opleiding op stage. Er zijn blokstages waarbij je de hele week stage loopt. Er zijn ook stages waarbij je één of enkele dagen per week stage loopt. Dit is afhankelijk van jouw school. Waarom BPV? Het doel van de BPV is om je zo goed mogelijk voor te bereiden op het uitoefenen van een volwaardig beroep. De BPV helpt je om een goede overstap te maken van het onderwijs naar de arbeidsmarkt. BPV is meer dan het aanleren van een aantal vaardigheden: behalve het vak leer je ook de normen en waarden die in het beroep een rol spelen. Zo ervaar je wat het betekent om in een bedrijf te werken. BPV als onderdeel van de opleiding Tijdens de BPV maak je gebruik van het BPV-werkboek waarin opdrachten staan die je bij het bedrijf uitvoert. De praktijkopleider beoordeelt daarmee jouw competenties. Om een diploma te krijgen moet de BPV met een voldoende zijn afgerond. De omvang van de BPV en de beoordelingen bepalen mede of de BPV met een voldoende wordt afgesloten. Erkende leerbedrijven De BPV vindt plaats bij bedrijven die een erkenning als leerbedrijf hebben. Het kennis- en adviescentrum Kenteq is verantwoordelijk voor de werving, erkenning en registratie van de leerbedrijven.
9
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Na deze beroepstaak
Als je deze beroepstaak hebt uitgevoerd, heb je: • De tot nu toe geleerde vaardigheden en kennis goed kunnen toepassen in de praktijk. • Kunnen aantonen dat je competenties voor het werken in de praktijk hebt opgedaan. • Voor je zelf duidelijk gemaakt aan welke competenties je nog moet werken. • Eén of meerdere beroepstaken uitgevoerd.
Op het ROC komt de volgende lesstof aan de orde: • Uitslagen maken/tekeninglezen • Polytechniek / wiskunde • Vaktheorie:
– Verslag van de eerste kennismaking bij het bedrijf – Interview medewerkers – Plattegrond van de werkplaats – BPV-overeenkomst – Een organigram van jouw BPV-bedrijf – Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen tijdens je BPV. – Top-5 belangrijkste bedrijfsregels – Planning van beroepstaken die je uitvoert in je BPV-bedrijf – PowerPointpresentatie ‘Mijn Bedrijf’ • Rekenen 2F • Nederlands 2F • LB
10
PLAATWERKER
Stap 1 Oriënteren
Beoordeling in stap 1
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
Opdrachtomschrijving in eigen woorden
• Volgens STAR-methode of Mindmap
1.1 E
Overzicht benodigde vaardigheden
• Zo volledig mogelijk
1.1 E
Taalkaarten nummer: 5, 10, 11, 15, 16, 18, 20 LB-kaarten nummer: 1
11
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Vervaardigt producten
Kerntaak 1
Voorbereiden van werkzaamheden
Werkproces 1.1
E. Samenwerken en overleggen • Je stemt de uit te voeren werkzaamheden af met de leidinggevende. • Je raadpleegt en betrekt anderen bij de voorbereiding.
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Opdrachtomschrijving • Overzicht benodigde vaardigheden
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.1
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
12
PLAATWERKER
Je gaat je nu eerst oriënteren op deze BPV-beroepstaak. Tijdens de BPV werk je in een bedrijf in de echte beroepspraktijk. Je zult merken dat het toch anders is dan de praktijklessen op school. In het bedrijf ga je werken aan het toepassen van je kennis en vaardigheden. Daarbij is ook de beroepshouding, interesse voor het vak en belangstelling voor het bedrijf waar je werkt heel belangrijk.
Je krijgt in de praktijk ook te maken met: • samenwerken met collega’s of een team • nauwkeurig werken onder tijdsdruk • oplossingen zoeken voor problemen.
Zet in onderstaande tabel een aantal belangrijke tips. Welk gedrag is positief? Wat moet je beslist niet doen?
WEL DOEN
BESLIST NIET DOEN
Op tijd komen
Te laat komen en eerder weggaan
Je collega’s helpen
Anderen het werk laten doen
Je werkplek netjes houden
Werken in een onoverzichtelijke werkplek
Veilig werken
Niet werken volgens de Arbo-regels
Vul zelf verder aan.
13
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Activiteiten
1) Opdrachtomschrijving
Maak een opdrachtomschrijving in eigen woorden aan de hand van de instructie en de werktekeningen met behulp van: • Een mindmap Of • Een STAR-verslag Mindmap Maak een mindmap over de opdracht van deze beroepstaak. Informatie over de mindmap krijg je van je begeleiders op school. STAR-verslag Maak je opdrachtomschrijving aan de hand van de eerste vier onderdelen (S-T-A-R) van de STARRT-methode. Omdat je in stap 1 Oriënteren bezig bent, zijn de laatste twee onderdelen (R-T) niet van toepassing. Deze komen aan bod in stap 7.
14
PLAATWERKER
S
• Welke opdrachten ga je maken? • Waar maak je de opdrachten? (school/bedrijf) • Wanneer ga je de opdrachten maken? • Met wie ga je samenwerken? • Wie heeft de eindverantwoording? • Is de taakomschrijving/tekening duidelijk? • Welke competenties vinden de opdracht- gevers/beoordelaars belangrijk? • Waar moet het eindresultaat aan voldoen? • Welke werkzaamheden ga je uitvoeren? • Welke vaktechnische handelingen komen daarbij kijken? • Welke vaardigheden moet je nog leren? • Hoe ga je het werk organiseren? • Wat is het eindresultaat van de opdracht? • Waaraan moet het eindresultaat voldoen volgens de opdrachtgevers/beoordelaars? • Wanneer is het voldoende/onvoldoende? • Waar letten de beoordelaars nog meer op? • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • Positief of negatief? Waarom? • Wat ging er goed? Wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken?
Situatie
Stap 1 Oriënteren
T
Taak
Stap 2 Plannen
A
Actie
Stap 3 Voorbereiden Stap 4 Uitvoeren Stap 5 Controleren Stap 6 Beoordelen
R
Resultaat
R
Reflectie
Stap 7 Terugkijken
T
Transfer
Stap 1 Oriënteren
Berg de producten op in je activiteitenmap achter tabblad 2.
15
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Informatie voor begeleiders
Omschrijving van de opdracht
In deze stap moet de student zich oriënteren op de opdracht. Het is de bedoeling dat hij kan uitleggen wat de beroepstaak inhoudt. U kunt met hem overleggen op welke manier hij dat gaat doen. Een schriftelijk verslag is daarbij niet altijd noodza- kelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om doeltreffend te communiceren. In deze stap kunt u de Taalkaarten en LB-kaarten inzetten. Zorg er wel voor dat u bewijsmateriaal heeft om aan te tonen dat de student aan de opdracht heeft voldaan. Met controlerende en sturende stapvragen kunt u de student activeren zich zo goed mogelijk te oriënteren.
De student gaat duidelijk maken: • Welk opdrachten hij gaat maken.
• Waar gaat hij de opdrachten maken? • Wanneer gaat hij de opdrachten maken? • Met wie gaat hij samenwerken?.
Voor de beschrijving van de opdracht kunt u de student ondervragen via de eerste vier onderdelen van bovenstaande STARRT-methode.
Actieplan voor de begeleiders
Stap
Activiteiten
Gewenste resultaten
• Opdrachtomschrijving in eigen woorden aan de hand van
1 Oriënteren
• Oriëntatie op de taak • Afstemmen met SLB’er en praktijkopleider • Observatie op basis van prestatie-indicatoren
instructies of een Mindmap of een STAR-verslag
Informatie voor docenten
Een voorbeeld van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Dit overallschema kunt u gratis downloaden op www.consortiumbo.nl.
16
PLAATWERKER
Toepassing Taalkaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.
Stap
Product(en)
Taalkaart
Vaardigheid
• Gesprekken voeren • Lezen • Lezen • Schrijven • Gesprekken/Schrijven • Woordkennis
5 10 10, 11 18 15, 16 20
1 Oriënteren
• Overleg, discussie • Lezen informatie • Informatie samenvatten
• Oriëntatieverslag • Solliciteren/Stage • Woordenschat
Toepassing LB-kaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.
Stap
Product(en)
LB-kaart
Uitwerking
1 Oriënteren
• Oriëntatieverslag
1
Communicatie over: • Mijn beroep
17
PLAATWERKER IN BEDRIJF
18
PLAATWERKER
Stap 2 Plannen
Beoordeling in stap 2
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
Planning opdrachten en werkzaamheden
• Begin- en einddatum van de oefeningen zijn bekend • Begin- en einddatum van de oefeningen zijn bekend • Duidelijk welke oefeningen gedaan moeten worden • In overleg met de begeleider • Ondertekend door begeleider • Volledig ingevuld
1.1 K
1.1 K
Planning theorie
Ingevulde activiteitenplanner
1.1 K
Taalkaarten nummer: 4, 5, 6, 18 LB-kaarten nummer: 2
19
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Vervaardigt producten
Kerntaak 1
Voorbereiden van werkzaamheden
Werkproces 1.1
K. Vakdeskundigheid toepassen • Je neemt de verzamelde informatie door en interpreteert deze.
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Planning opdrachten en werkzaamheden • Planning theorie • Ingevulde activiteitenplanner
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.1
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
20
PLAATWERKER
Activiteiten
1) Opstellen activiteitenplanner
De opdracht voor deze beroepstaak heb je nu duidelijk in kaart gebracht. In deze stap van de beroepstaak ga je: • de praktijk- en theorieopdrachten plannen • in de activiteitenplanner invullen wat je gaat oefenen en leren • de TIPS uit de vorige beroepstaak plannen.
Overleg daarover met je begeleiders.
Je geeft met de begin- en einddatum ook aan hoeveel tijd je aan de verschillende onderdelen gaat besteden.
21
PLAATWERKER IN BEDRIJF
de Activiteitenplanner
Beroepstaak Complexiteit
Naam student
Praktijkopleider
Begeleider school
Eind
Begin
Ik ga leren
ontwikkelen/
Onderwerpen
vervaardigen
TIPS uit de vorige beroepstaak
Neem de TIPS, gegeven op het reflectieverslag van de vorige BT hier over. Geef aan welke activiteiten je in deze BT gaat uitvoeren om de TIPS te verbeteren. Competenties die extra aandacht krijgen in deze beroepstaak Bespreek met je begeleiders welke competenties in deze BT extra aandacht krijgen. Vaktheorie • Tekeninglezen • Uitslagen maken • Verslag van de eerste kennismaking bij het bedrijf • Interview medewerkers. • Plattegrond van de werkplaats • BPV-overeenkomst • Een organigram van jouw BPV-bedrijf. • Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen tijdens je BPV. • Top-5 belangrijkste bedrijfsregels. • Planning van beroepstaken die je uitvoert in je BPV-bedrijf. • PowerPointpresentatie ‘Mijn Bedrijf’ • Opdrachten van de beroepstaak • Meten en controleren • Veiligheid en milieu (VCA)
22
PLAATWERKER
Onderwerpen
Ik ga leren
Eind
Begin
ontwikkelen/
vervaardigen
Tekening lezen • Symbolen • Stuklijst
• Projectiemethode • Uitslagen maken • Schalen • Maatinschrijving Nederlands (2F) • Verslagen maken • Lezen • Woordkennis • Gesprekken voeren • Schrijven
• Luisteren naar instructies • Presenteren van resultaten
LB
Rekenen/Wiskunde (2F) • Rekenen (Deviant) • Berekening materialen • Nacalculatie • Werkvoorbereiding • Wiskunde in de vaktheorie • Polytechniek
Verantwoording
Datum
Handtekening
Begeleider school
Praktijkopleider
Student
23
PLAATWERKER IN BEDRIJF
2) Planning van de opdrachten en oefeningen
Noteer in de activiteitenplanner: a de opdrachten en oefeningen die je gaat uitvoeren b waar je de opdrachten en oefeningen gaat uitvoeren c per opdracht/oefening vóór welke datum je dat wil afronden.
3) Planning van de theorie
Noteer in de activiteitenplanner: a de theorieonderdelen die je op school gaat volgen b de ondersteunende vakken zoals rekenen, wiskunde en Nederlands c per onderdeel vóór welke datum je dat wil afronden.
4) Activiteitenplanner
a Stel met je begeleider het complexiteitsniveau van deze beroepstaak vast. b Maak de activiteitenplanner compleet. c Jouw begeleider stelt verdiepende vragen over jouw activiteitenplanner. d Samen stellen jullie vast dat de activiteitenplanner correct en volledig is ingevuld. e Laat je ingevulde activiteitenplanner ondertekenen door je begeleider op school en/of je praktijkopleider in het bedrijf.
Berg je producten op achter tabblad 3 in je activiteitenmap.
24
PLAATWERKER
Informatie voor begeleiders
Een activiteitenplanner opstellen
Het doel van deze stap is dat de student een activiteitenplanner opstelt voor de beroepstaak. Hij moet in samenspraak met zijn begeleider(s) en docenten kunnen aangeven welke theoretische kennis en welke praktische vaardigheden hij nodig heeft om de beroepstaak goed uit te kunnen voeren. Als voorbeeld staat er een activiteitenplanner in de beroepstaak. U kunt deze uitbreiden en aanpassen naar eigen inzicht. U kunt de activiteiten- planner downloaden via: www.consortiumbo.nl.
Actieplan voor de begeleiders
Stap
Activiteiten
Gewenste resultaten
• Planning van opdrachten/ oefeningen
2 Plannen
• Opstellen van een activiteitenplan • Afstemmen met SLB’er, praktijkop- leider en docenten • Observatie op basis van prestatie-indicatoren
• Planning van theorie • Volledig ingevulde activiteitenplanner
Informatie voor docenten
Een voorbeeld van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Zie www.consortiumbo.nl.
25
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Toepassing van Taalkaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.
Stap
Product(en)
Taalkaart
Vaardigheid
• Gesprekken voeren • Schrijven • Spreken
4, 5 18 6
2 Activiteitenplanner opstellen
• Overleg, discussie • Een plan opstellen • Een plan presenteren
Toepassing van LB-kaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.
Stap
Product(en)
LB-kaart
Uitwerking
2 Activiteitenplanner opstellen
• Ingevulde activiteitenplanner 2
Communicatie over: • Mijn opleiding • POP
26
PLAATWERKER
Stap 3 Voorbereiden
Beoordeling in stap 3
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
1.2 L 1.6 K
Opdrachten/oefeningen
• Volgens afspraak met de begeleiders • Volgens tekeningen en planning • Alle relevante gereed- schappen zijn vermeld
Planning materiaal en gereedschappen
1.2 L 1.6 K 1.2 L 1.6 K
Werkvoorbereiding
• Een correcte
werkvoorbereiding
1.2 L
Urenverantwoording
• Werkt binnen de gestelde tijd • Ondertekend door de begeleider
Taalkaarten nummer: 8, 11 LB-kaarten nummer: 2
27
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Vervaardigt producten
Kerntaak 1
Machines en gereedschappen in- en afstellen
Werkproces 1.2
L. Materialen en middelen inzetten • Je kiest, controleert en gebruikt
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Opdrachten/oefeningen • Planning materiaal en gereedschappen
materialen, middelen en gereed- schappen, waarvoor ze bedoeld zijn.
Bewerken en vervormen van het materiaal
Werkproces 1.6
K. Vakdeskundigheid toepassen • Je bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen, bewer- kingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften.
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Opdrachten/oefeningen
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.2
Competent uitvoeren werkproces 1.6
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
28
PLAATWERKER
Activiteiten
In te leveren resultaat • Ingevulde tabel BPV: ‘Alle gegevens op een rij’ • Ontwerp BPV-logboek • De Praktijkovereenkomst: BPV-overeenkomst • Planning materialen en gereedschappen
• Werkvoorbereiding • Urenverantwoording
In de urenverantwoording geef je o.a. aan wat je gaat doen, maar ook waar en wanneer. Een voorbeeld van een urenverantwoording vind je in bijlage 2. Belangrijk om te weten is ook: • Hoe worden de oefeningen beoordeeld? Maak daarvoor afspraken met je praktijkopleider.
Verder volg je praktijkinstructies en lessen vaktheorie.
Theoretische ondersteuning Tijdens de lessen vaktheorie aan de hand van de theoretische vragen bij de oefeningen.
Je gaat nu de oefenopdrachten maken. Houd ook de urenverant- woording bij.
29
PLAATWERKER IN BEDRIJF
1) Tabel BPV
Tabel BPV ‘Alle gegevens op een rij’ Student Naam BPV-student:
Telefoon:
Adres:
Mobiel:
Postcode:
E-mail:
Woonplaats: BPV-bedrijf Naam: Bezoekadres:
Postadres:
Postcode:
Postcode:
Woonplaats:
Woonplaats:
Telefoon: Fax: E-mail: Website: Praktijkopleider Naam:
Naam contactpersoon:
Telefoon (intern):
Telefoon intern:
E-mail:
E-mail:
BPV-periode van/tot: Dagelijkse werktijden:
Ochtend, van/tot: Middag, van/tot: Aantal te werken uren per week:
School Naam:
Naam BPV-begeleider:
Adres:
Telefoon:
Postcode:
E-mail:
Woonplaats: Website: Telefoon: Fax:
30
PLAATWERKER
Tabel BPV ‘Alle gegevens op een rij’ Praktijkcentrum Naam: Bezoekadres:
Postadres:
Postcode:
Postcode:
Woonplaats:
Woonplaats:
Telefoon: Fax: E-mail: Website: Praktijkopleider Praktijkcentrum Naam:
Naam contactpersoon:
Telefoon intern:
Telefoon intern:
E-mail:
E-mail:
BPV-periode van/tot: Dagelijkse werktijden:
Ochtend, van/tot: Middag, van/tot: Aantal te werken uren per week:
2) Ontwerp BPV-logboek
Aan het einde van deze BPV-taak moet je laten zien waar je mee bezig bent geweest. Een logboek is daarvoor een belangrijk hulpmiddel. Maak een ontwerp voor een logboek. Denk daarbij aan: • de urenverantwoording • welk werk je doet • waar je dat werk doet • de afdeling waar je werkt
• de beroepstaken die je uitvoert • wie jouw werk gaat beoordelen • wat je geleerd hebt.
Maak het ontwerp zó, dat je straks dit logboek zo eenvoudig mogelijk kunt invullen. Een ontwerp met de computer werkt het eenvoudigst.
31
PLAATWERKER IN BEDRIJF
3) De BPV-overeenkomst (Praktijkovereenkomst)
Als je op BPV gaat, krijg je een BPV-overeenkomst. Dit is een overeenkomst tussen jou, het bedrijf en de school. Het is belangrijk om te weten wat erin staat. 1. Wie geeft de BPV-overeenkomst uit? 2. Wie krijgen een BPV-overeenkomst? 3. Wanneer krijg je een BPV-overeenkomst? 4. Wat moet je doen als je de BPV-overeenkomst krijgt? Lees je BPV-overeenkomst goed door. 5. Noteer de drie belangrijkste zaken voor jou, het bedrijf en school in de onderstaande tabel.
Voor JOU zijn de belangrijkste zaken 1 2 3 Voor HET BEDRIJF zijn de belangrijkste zaken 1 2 3 Voor SCHOOL zijn de belangrijkste zaken
1 2 3
32
PLAATWERKER
4) Het bedrijf en zijn organisatie
Metaalverwerkende bedrijven zijn er in verschillende soorten. Doorgaans heeft dit te maken met de manier van bewerken en natuurlijk ook met de producten die er gemaakt worden.
1. Zoek op in welke groepen de metaalbedrijven in grote lijnen kunnen worden verdeeld. Zet in een tabel het soort bedrijf, welke bewerkingsme- thoden worden toegepast en welke producten er gemaakt kunnen worden. 2. Om het bedrijf goed te kunnen laten functioneren is het nodig dat er een bepaalde organisatiestructuur voor het bedrijf wordt opgezet. Welke verschillende organisatiestructuren zijn er? 3. Waar is de keuze van een bepaalde structuur voor een bedrijf van afhankelijk? 4. Wat wordt bedoeld met een ‘organigram of organogram’ van een organisatie? 5. Bedrijven zijn vaak aangesloten bij een brancheorganisatie. Welke twee organisaties zijn er voor metaalbedrijven? 6. Wat is het verschil tussen de beide brancheorganisaties? 7. Wat doen de brancheorganisaties voor de bij hen aangesloten bedrijven? 8. Bedrijven moeten zich houden aan bepaalde regels en wetten die zijn opgenomen in de Arbo-wet. Waar is deze wet voor bedoeld? 9. Waar staan de letters Arbo voor? 10. Waar staan de letters CAO voor? 11. Welke, voor de werknemer belangrijke, zaken worden in een CAO geregeld? 12. AIs je werknemer bent van een bedrijf heb je ook te maken met een arbeidsovereenkomst. Wat is er in een arbeidsovereenkomst opgenomen en vastgelegd? 13. In elk bedrijf of organisatie zijn geschreven of ongeschreven huisregels waar iedereen die daar werkt zich aan moet houden. Stel een lijst op met huisregels waarvan jij denkt dat die belangrijk zijn voor een organisatie om goed te kunnen functioneren. 14. Stel een vragenlijst op die je bij de uitvoering gaat gebruiken bij het inter- viewen van een van de medewerkers van het bedrijf. Voorbeeldvragen zijn: welke opleiding zij/hij heeft gevolgd, hoe lang zij/hij al in het vak zit enz.
33
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Berg de resultaten van deze activiteiten op in je activiteitenmap achter de tabbladen 4 t/m 6.
34
PLAATWERKER
Informatie voor begeleiders
Doel van deze stap
In deze stap moet de student zich voorbereiden op de opdracht van de beroepstaak. Hij moet genoeg praktische vaardigheden en theoretische kennis hebben om de taak uit te werken. Zie voor de planning het overallschema van de beroepstaak. Er is goed overleg tussen begeleiders/(vak)docenten/praktijkopleiders nodig over deze zaken: • Welke afspraken, veiligheidsmaatregelen en kledingvoorschriften gelden in de praktijksituatie? • Heeft de student genoeg theoretische kennis om de opdrachten in de verschil- lende beroepstaken straks uit te kunnen voeren? • Heeft de student de opdracht qua organisatie al voorbereid? • Heeft de student genoeg vaardigheden om verslag uit te brengen over deze stap? • Kan de student goed overleg voeren met zijn begeleiders? • Heeft de student een duidelijk en gestructureerd overzicht over zijn activiteiten tijdens de voorbereiding?
Actieplan voor de begeleiders
Stap
Activiteiten
Gewenste resultaten
Communicatie over: • Werkvoorbereiding
3 Voorbereiden
• Vaardigheden oefenen • Opdrachten/oefeningen maken • Onderliggende oefeningen maken • Werkvoorbereiding • Sturen met stapvragen • Sturen op beroepshandelingen: (vaardigheden) • Afstemmen opdracht praktijk (bedrijf) – theorie (school) • Observatie op basis van de prestatie-indicatoren
• Opdrachten/oefeningen gemaakt • Uitwerking van de sturende vragen
35
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Informatie voor docenten
Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Deze is gratis te downloaden op www.consortiumbo.nl.
Toepassing van Taalkaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.
Stap
Product(en)
Taalkaart
Vaardigheid
3 Voorbereiden
• Weergeven instructies • Lezen instructies
8 11
• Luisteren/schrijven • Lezen
Toepassing van LB-kaarten in deze stap
U kunt gebruik maken van de volgende LB-kaart.
Stap
Product(en)
LB-kaart
Uitwerking
3 Voorbereiden
• Werkvoorbereiding
2
Communicatie over: • Werkvoorbereiding • Mijn opleiding • PAP
36
PLAATWERKER
Stap 4 Uitvoeren
Beoordeling in stap 4
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
Verslaggeving
• Foto-/videoverslag
1.7 E, K, L
Urenverantwoording
• Ondertekend door je begeleider
1.7 K, T
Taalkaarten nummer: 6, 9, 11, 17, 18 LB-kaarten nummer: 5, 6, 10, 12
37
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Vervaardigt producten
Kerntaak 1
Verbinden van onderdelen/deelproducten
Werkproces 1.7
E. Samenwerken en overleggen • Je raadpleegt je collega om complexe (moeilijke) producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk efficiënt en effectief kan worden uitgevoerd. K. Vakdeskundigheid toepassen • Je verbindt het materiaal vakkundig
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaggeving
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaggeving • Urenverantwoording
en accuraat, zodat de vervaar- digde producten voldoen aan de kwaliteitseisen.
L. Materialen en middelen inzetten • Je gebruikt materialen, middelen
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslag
en gereedschappen effectief en efficiënt die nodig zijn voor het verbinden van onderdelen/ deelproducten.
T. Instructies en procedures opvolgen • Je volgt de voorgeschreven proce-
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Urenverantwoording
dures op, zodat het werk conform veiligheid- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd.
38
PLAATWERKER
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.7
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
Je gaat het bedrijf waar je werkt of stage loopt verder verkennen. Je gaat ook opdrachten uitvoeren die bij andere beroepstaak/beroeps- taken horen. Samen met je trajectbegeleider en de praktijkopleider van het bedrijf maak je een planning welke beroepstaak/beroeps- taken je in het BPV-bedrijf gaat uitvoeren. In te leveren resultaat: • Verslag van de eerste kennismaking bij het bedrijf • Interview medewerkers • Plattegrond van de werkplaats • Een organogram van jouw BPV-bedrijf • Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen tijdens je BPV. • Top-5 belangrijkste bedrijfsregels • Planning van beroepstaken die je uitvoert in je BPV-bedrijf • PowerPointpresentatie ‘Mijn Bedrijf’
Naast het maken van de opdrachten moet je in deze stap ook een (foto)verslag maken.
39
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Activiteiten
1) Verslaggeving
Maak een foto- of videoverslag of een PowerPointpresentatie van de belangrijkste uitgevoerde vaardigheden.
2) Urenverantwoording
Houd de urenverantwoording bij en laat deze na afloop onderte- kenen door je begeleider.
3) Werkzaamheden
Je gaat nu de volgende opdrachten maken:
a
Kennismaking met het bedrijf 1. Beschrijf hoe de eerste kennismaking met het bedrijf waar je nu werkt of stage loopt, is verlopen. Maak hiervan een kort verslag. 2. Onderzoek hoeveel mensen in jouw bedrijf werken. 3. Vraag aan een van de vakmensen in de werkplaats én aan een van de werknemers in bv. het bedrijfsbureau (werkvoorbereider, tekenaar, werkplaatschef) of je een interview mag afnemen. Verwerk deze inter- views in een verslag. Maak een vragenlijst in overleg met de docent Nederlands. 4. Teken een plattegrond van de werkplaats waar jij werkt. Geef daarin aan waar de machines staan en welke machines dat zijn.
b Organogram BPV-bedrijf Een organogram laat zien welke onderdelen/afdelingen een bedrijf heeft. In een klein bedrijf kun je zelfs alle functies en personen erbij vermelden. In grote bedrijven kan je alleen de functies weergeven van de afdeling waar je werkt.
• Maak van jouw bedrijf een organogram.
40
PLAATWERKER
c
Belangrijke personen tijdens de BPV Maak voor jezelf een lijstje van mensen bij wie je op het bedrijf moet zijn met je problemen en vragen.
Voorvallen
Bij wie moet ik dan zijn?
Ziekmelden Problemen op de werkvloer Werk dat niet aansluit bij je opleiding Financiële zaken Vul zelf verder aan
d Top 5 belangrijkste bedrijfs(huis)regels Maak een lijstje waarin de top 5 van de belangrijkste regels binnen het bedrijf staat. Leg uit waarom het bedrijf deze regels het belangrijkst vindt. Geef bij iedere regel jouw mening hierover.
41
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Berg de uitwerkingen van bovenstaande activiteiten op in je activiteitenmap achter tabblad 7 t/m 10.
De uitvoering omvat vier tabbladen van de activiteitenmap, namelijk: • het toepassen van je vakvaardigheden • het gebruik van de speciale gereedschappen • de juiste werkvolgorde • de uitvoering van de opdracht.
42
PLAATWERKER
Informatie voor begeleiders Doel van deze stap
In deze stap maakt de student de volgende opdrachten: • Verslag van de eerste kennismaking bij het bedrijf • Interview medewerkers. • Plattegrond van de werkplaats • Een organogram van jouw BPV-bedrijf • Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen tijdens je BPV. • Top-5 belangrijkste bedrijfsregels • Planning van beroepstaken die je uitvoert in je BPV-bedrijf • Hij zorgt voor een fotoserie of een videoverslag of PowerPoint van de belangrijkste beroepshandelingen tijdens de uitvoering. • Hij heeft de gegevens over de uitvoering overzichtelijk opgeslagen.
De uitvoering omvat vier tabbladen van de activiteitenmap, namelijk: • het toepassen van je vakvaardigheden • het gebruik van de speciale gereedschappen • de juiste werkvolgorde • de uitvoering van de opdracht
Door het uitvoeren van de opdracht laat de student zien dat hij de handelingen beheerst. Maar tegelijkertijd demonstreert hij zijn competenties, waarbij een beoordelaar vooral zal kijken naar:
• E - Samenwerken en overleggen • K - Vakdeskundigheid toepassen • L - Materialen en middelen inzetten • T - Instructies en procedures opvolgen
Belangrijk is dat de begeleider in de praktijk zich realiseert dat tijdens deze stap het compe- tente gedrag van de student beoordeeld moet worden. Hierbij gebruikt u de prestatie- indicatoren in het beoordelingsformulier van deze stap. Bij de beoordeling (stap 6) wordt het product beoordeeld. Voorbeeld 1: Als de student zijn veiligheidsmiddelen niet of onvoldoende gebruikt, dan toont hij hiermee aan dat instructies en procedures (T) niet gevolgd worden en dat hij materiaal en middelen onvoldoende inzet (L). Tegelijkertijd kunt u zich afvragen of hij op die manier blijk geeft van toepassen van vakdeskundigheid (K). Voorbeeld 2: Het gebruik van het gereedschap (L) en de verzorging van het gereedschap en de werkplek kunnen alleen tijdens de uitvoering geobserveerd en beoordeeld worden, terwijl ook (de manier van) overleg met collega’s en leidinggevende (E) in deze stap bekeken moet worden. Alle werkprocessen moeten tijdens de uitvoering beoordeeld worden en worden ingevuld in de competentiebeoordeling met O, V of G.
43
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Actieplan voor de begeleiders
Stap
Activiteiten
Gewenste resultaten
• De uitvoering • De kwaliteit
4 Uitvoeren
• Begeleiden van het maken van het eindproduct. • Bovengenoemde competenties beoordelen (BGL). • Observatie op basis van prestatie-indicatoren
• Materialen en gereedschappen • Werkhouding en samenwerking
Informatie voor docenten
Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak.
Toepassing van Taalkaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.
Stap
Product(en)
Taalkaart
Vaardigheid
• Gesprekken voeren • Schrijven • Spreken • Lezen • Spreken/Schrijven
9-17 18 6 11 6
4 Uitvoeren
• Werkoverleg • Verslag uitvoering • Instructies geven • Informatie lezen • Informatie geven
Toepassing van LB-kaarten in deze stap
U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.
Stap
Product(en)
LB-kaart
Uitwerking
Communicatie over: • Mijn rechten en plichten • Verdienen • Mijn plaats in de werkomgeving • Gezond en veilig werken
6, 10 5 10, 12
4 Uitvoeren
• Uitvoeren als werknemer • Rechten en plichten • Functioneren als collega
44
PLAATWERKER
Stap 5 Controleren
Beoordeling in stap 5
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
E-mail beoordeling voorbereiding
• Voorbereiding beoordeling 1.10 J 1.10 L
Verslaglegging
• Foto-/videoverslag
1.10 L
Urenverantwoording
• Ondertekend door je begeleider • Ondertekend door je begeleider
1.10 J
Nacalculatie
1.11 T
1.10 L
Opgeruimde werkplek
• De werkplek is schoon • Het restmateriaal is afgevoerd • Gereedschap is schoonge- maakt en opgeborgen
Taalkaarten nummer: 18
45
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Kerntaak 1 Vervaardigt producten Werkproces 1.10 Meten en controleren van vervaardigde producten
J. Formuleren en rapporteren • Je legt de meetresultaten
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • E-mail beoordeling voorbereiding • Urenverantwoording Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaglegging • E-mail beoordeling voorbereiding • Opgeruimde werkplek
consistent, accuraat en compleet vast op relevante formulieren.
L. Materialen en middelen inzetten • Je gebruikt meetgereedschappen,
materieel en persoonlijke bescher- mingsmiddelen efficiënt en draagt er zorg voor.
Werkproces 1.11 Afronden van uitgevoerde werkzaamheden
T. Instructies en procedures opvolgen • Je vult alle relevante formulieren in
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Nacalculatie
met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures.
46
PLAATWERKER
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.10
Competent uitvoeren werkproces 1.11
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
Activiteiten
Vlak voor het einde van de BPV-periode krijg je een beoordeling. Tijd om te laten zien wat je hebt gedaan. Stel daarbij jezelf de volgende vragen: • Ben ik klaar voor een beoordelingsgesprek? (Stap 6) • Heb ik alle producten ingeleverd in de activiteitenmap?
1) E-mail beoordeling voorbereiding
Bereid je voor op het beoordelingsgesprek. Houd rekening met de volgende punten: • Welke onderwerpen kun je verwachten? • Waar krijg je een beoordeling over? • Met wie het je dit gesprek? • Plaats, datum en tijd vastleggen.
Zet dit voor jezelf op een rijtje. Stuur een e-mail naar alle betrokkenen tijdens je BPV-periode.
47
PLAATWERKER IN BEDRIJF
2) Nacalculatie
Vooraf heb je een planning gemaakt. In de planning staat hoeveel materiaal, materieel en tijd je dacht nodig te hebben voor het maken van deze opdracht. Je controleert nu deze planning. a Hoeveel materiaal heb je daadwerkelijk gebruikt? Heb je iets vergeten of had je teveel? b Welke specifieke gereedschappen heb je gebruikt? Heb je iets vergeten? c Hoeveel tijd heb je gebruikt om het werkstuk te maken? d Was dit meer of minder dan je had gedacht? e Wat was volgens jou de oorzaak van dit verschil? f Bespreek deze nacalculatie met de beoordelaar. g Bewaar je nacalculatie in je activiteitenmap.
3) Urenverantwoording
4) Verslaggeving
Maak een foto- of videoverslag of een PowerPointpresentatie van de belangrijkste uitgevoerde vaardigheden.
5) Opruimen werkplek
Ruim je werkplek op. Zorg ervoor dat alle gereedschappen netjes schoongemaakt en opgeborgen zijn.
Berg de gegevens van het controleren op in je activitei- tenmap achter de tabbladen 11 t/m 13.
48
PLAATWERKER
Informatie voor begeleiders
Doel van deze stap
Het is belangrijk dat de student zich aanleert om zijn werk te controleren. Hij moet leren dat hij verantwoordelijk is voor het werk dat hij gemaakt heeft. Vanzelf- sprekend mag de student tijdens deze controle aanpassingen en/of verbeteringen uitvoeren om het eindresultaat te verbeteren. Als de student van mening is dat alles goed is, vraagt hij om het werkstuk te beoordelen. De student: • controleert eerst zelf de gemaakte opdrachten • heeft de werkplek op een correcte manier opgeruimd • heeft een berekening van het aantal gewerkte uren gemaakt. • heeft alle te maken opdrachten ingeleverd • heeft de reacties op zijn werk door leidinggevende, collega’s of klanten verzameld.
Nacalculatie
Vooraf heeft de student een planning gemaakt. In de planning stond hoeveel tijd hij dacht nodig te hebben voor het maken van de opdrachten. Hij controleert nu deze planning: • Hoeveel tijd heb ik gebruikt om de opdrachten te maken? Was dit meer of minder dan ik had gedacht? Wat was de oorzaak van dit verschil?
Deze nacalculatie bespreekt de student tijdens de beoordeling met de beoordelaar. De nacalculatie moet hij in de activiteitenmap bewaren.
Actieplan voor de begeleiders
Stap
Activiteiten
Gewenste resultaten
Communicatie over: • De uitvoering van de controle • Gebruikte materialen en middelen • Bestede uren
5 Controleren
• Controleren van de opdrachten • Observeren op basis van prestatie-indicatoren
49
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Informatie voor docenten
Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Zie www.consortiumbo.nl.
Toepassing van Taalkaarten in deze stap
U kunt gebruik maken van de volgende Taalkaart.
Stap
Product(en)
Taalkaart
Vaardigheid
5 Controleren
• Controlelijst opstellen
18
• Schrijven
50
PLAATWERKER
Stap 6 Beoordelen
Beoordeling in stap 6
In te leveren producten
Voldoende Goed
Criteria
Werkproces
competentie
Onvoldoende
Complete activiteitenmap
• Alles is compleet
1.10 J 1.11 T
Ingevulde beoordelingsformulieren
• Beoordelingsformulieren
1.10 J
ingevuld door de begeleider
Eindopdracht
• Eindopdracht is beoordeeld
1.11 T 1.7 K, L, T
Taalkaart nummer: 2
51
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Vervaardigt producten
Kerntaak 1
Verbinden van onderdelen/deelproducten
Werkproces 1.7
K. Vakdeskundigheid toepassen • Het werkstuk is vakkundig samen- gesteld, zodat het product voldoet aan de kwaliteitseisen. L. Materialen en middelen inzetten • Je hebt de materialen, middelen en gereedschappen op de juiste wijze gebruikt.
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Eindopdracht
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Eindopdracht
T. Instructies en procedures opvolgen • Je hebt de voorgeschreven proce- dures opgevolgd, zodat het
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Eindopdracht
werkstuk conform veiligheids- en milieuvoorschriften is uitgevoerd.
Werkproces 1.10 Meten en controleren van vervaardigde producten
J. Formuleren en rapporteren • Je legt de meetresultaten
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Complete activiteitenmap • Ingevulde beoordelingsformulieren
consistent, accuraat en compleet vast op relevante formulieren.
Werkproces 1.11 Afronden van uitgevoerde werkzaamheden T. Instructies en procedures opvolgen • Je vult alle relevante formulieren in
Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Complete activiteitenmap • Eindopdracht
met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures.
52
PLAATWERKER
Competentiebeoordeling
Voldoende Goed
Beoordelings- methode
Onvoldoende
Beoordeling
Competent uitvoeren werkproces 1.7
Competent uitvoeren werkproces 1.10
Competent uitvoeren werkproces 1.11
Ondertekening
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie
Datum
Handtekening
Tijdens de beoordeling is het de bedoeling dat jij toelichting kunt geven bij je werkzaamheden.
De oplevering van jouw opdracht vindt plaats op je werkplek of op school. De beoordeling vindt plaats door de praktijkopleider en/of de begeleider van school. Zij vullen de beoordelingsformulieren in. Je wordt beoordeeld op WAT je gemaakt hebt en HOE je het werk hebt uitgevoerd.
53
PLAATWERKER IN BEDRIJF
Activiteiten
Maak vooraf samen met de betrokken beoordelaars duidelijke afspraken over hoe en wanneer je deze beroepstaak oplevert.
1) Beoordeling van het praktijkresultaat
Als de hele taak is uitgevoerd en jij het resultaat hebt gecontroleerd, beoordeelt je praktijkbegeleider de kwaliteit van de eindopdrachten. Hij beoordeelt dus het resultaat van jouw beroepstaak.
2) Overzichten van je competentieontwikkeling per stap
Zorg ervoor dat alle formulieren van je competentieontwikkeling per stap zijn ingevuld en ondertekend. Berg alle formulieren op achter tabblad 14 in je activiteitenmap.
3) Alle in te leveren producten in de activiteitenmap
Zorg ervoor dat alle op te leveren producten, per stap, achter het juiste tabblad in de activiteitenmap zitten. Schrijf bij elk product bij welk werkproces het hoort en welke competentie(s) je ermee hebt laten zien. Deze bewijsstukken heb je nodig voor het eindgesprek en/of evaluatiegesprek. Door deze bewijsstukken worden jouw competenties binnen de werkprocessen zichtbaar.
54
PLAATWERKER
Made with FlippingBook