00640840004

00640840004

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker

4 Samenstellen constructies

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 MEtAAlbEwErkEN Constructiewerker

[Crebo 94312] Complexiteit b

4

project taak

Samenstellen constructies

0693136636

bestelnummer 00640840004

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Auteur

W. Emons

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep W. Emons, T.A. Overdijk , D.Gelissen

Eindredactie M. Brok, J. Berghs, H.M.F. van den Berg

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

Fotografie basisfoto omslag: Smeot Hengelo

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto´s

ROC Nijmegen Staalbouw Mook Smeot Hengelo

© 2010 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Introductie ..................................................... 5

Oriëntatie .................................................... 15 Planning en Voorbereiding ......................... 23 Uitvoering en Controle ............................... 33 Oplevering en Evaluatie ............................. 43 Beoordelingsmonitor ................................... 56 Urenverantwoording .................................... 58 Evaluatieformulier ........................................ 59 Planner ......................................................... 60

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4

4

Constructiewerker

IntroduCt I e

Geen fraaie voetbalstadions en sportcomplexen meer, geen mooie bedrijfspanden en kantoren, geen jachten en transportschepen. En dit is nog maar een klein deel van alles wat er niet zou zijn als metaalbewerkers hun werk niet doen. Zagen, boren, buigen, verbinden en bewerken van metaal is een onmisbaar onderdeel van het bouwproces dat leidt tot zulke mooie gebouwen. Bij jouw vak als constructiewerker ligt de nadruk op het vervaardigen, repareren en modificeren van (stalen) constructies, waaronder ook schepen (afhankelijk van het bedrijf waar je werkt). Je werkt zowel binnen het bedrijf als op locatie bij opdrachtgevers. Je vervaardigt onderdelen van constructies, plaatst, monteert en verbindt deze onderdelen aan elkaar, ook op locatie. Je werkt met diverse soorten materialen: ferro, non-ferro en kunststoffen. In deze taak ga je leren om als constructiewerker onderdelen van staalconstructies te monteren en te demonteren. Dat doe je door het maken of laten maken van meerdere producten binnen een project die je ook samenbouwt. Daarnaast leer je om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. Aan de orde komen o.a.: • Onderdelen van staalconstructies pasmaken voor montage • Onderdelen van staalconstructies monteren en demonteren • Staalconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren • Veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • Boutverbindingen en/of lasverbindingen toepassen in staalconstructies • Meten en keuren

5

Samenstellen constructies

• Maken van planning/plan van aanpak • Maken van verslagen • Presenteren en voeren van gesprekken • Portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen In deze projecttaak werk je aan een deel van kerntaak 1 ‘Vervaardigen producten’. Daarin komen onderstaande werkprocessen aan de orde. 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal 1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten 1.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t. productvervaardiging

Ook werk je aan kerntaak 2 ‘Samenbouwen van deelproducten’. 2.1 Voorbereiden samenbouwen van deelproducten 2.2 Controleren van materialen en gereedschappen 2.3 Assembleren en monteren van deelproducten

2.4 Reparaties en modificaties uitvoeren 2.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s

2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoerde werkzaamheden 2.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t. het samenbouwen van deelproducten Vanuit Leren, Loopbaan en Burgerschap werk je aan: • kerntaak 1 ‘Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken’ • kerntaak 2 ‘Stuurt de eigen loopbaan’

De bewijsstukken voor talen kunnen opgenomen worden in een taalportfolio.

Portfolio en afsluiting van de projecttaak In je portfolio zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien.

6

Constructiewerker

Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • Eigen werk in de praktijk of op school • Recent gemaakt • Uitgevoerd bij deze projecttaak • Zichtbaar welk werkproces of welke competenties per bewijs worden aangetoond • Aangegeven complexiteit (A/B/C/D), deze taak minimaal complexiteit B • In overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • Met ondertekende beoordelingen Voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio draag je zelf de verantwoordelijkheid. Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘GO’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken. De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Tenslotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen

Deze taak moet minimaal op complexiteit B worden uitgevoerd.

B

Begeleid Je krijgt begeleiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Je begeleider is in de buurt.

eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke werksituatie.

7

Samenstellen constructies

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

1 producten portfolio • Productanalyse • Overzicht materialen en gereedschappen • Overzicht leeractiviteiten, POP

stap

1 oriëntatie

2 Planning en

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • werkvoorbereiding

Voorbereiding

3 uitvoering en Controle

• Producten van de projecttaak • Fotoverslag productieproces • Instructiebeschrijving • Eindcontroleformulieren • Urenverantwoording • beoordeling door de praktijk

4 oplevering en evaluatie

• Mondelinge presentatie of demonstratie • Ingevulde en beoordeelde beoordelingsmonitor • Portfolio met producten (in te leveren resultaten) • beoordelingsgesprek • Evaluatieformulier

8

Constructiewerker

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

organISatIe

uitvoeren projecttaak de leerling gaat de projecttaak uitvoeren op het leerbedrijf en op de school.

de praktische oefeningen en opdrachten worden op het leerbedrijf uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is kan, in overleg met de school (rOC), besloten worden om enkele opdrachten op de school te laten uitvoeren. de theoretische opdrachten worden op school onder begeleiding van de vakdocent gemaakt. de leerling gaat de projecttaak volgens de 4 stappen van Projecttaak gestuurd leren (Pgl) uitvoeren. Inhoud van deze projecttaak In deze taak gaat de leerling leren om als constructiewerker onderdelen van staalconstructies te monteren en te demonteren. dat doet hij door het maken of laten maken van meerdere producten binnen een project die hij ook samenbouwt. daarnaast leert de leerling om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. de volgende onderdelen komen aan de orde: • Onderdelen van staalconstructies pasmaken voor montage • Onderdelen van staalconstructies monteren en demonteren • Staalconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren • Verschillende montagetechnieken • Veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • boutverbindingen en/of lasverbindingen toepassen in staalconstructies • Meten en keuren • Maken van planning/plan van aanpak • Maken van verslagen • Presenteren: voeren van gesprekken • Portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen Praktijk en theorie de onderwerpen voor theorie en praktijk zijn te vinden in de planners en het ‘Overallschema voor de Constructiewerker 94312’ op de bestelsite: • www.consortiumbo.nl > kies bestellen > • Na login kies voor menu downloads > Niveau 3 • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding.

Onderdelen van staalconstructies pasmaken voor montage Praktijk • Opbouwconstructies uitlijnen • Onderdelen van constructies koud- of warmrichten

9

Samenstellen constructies

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

• Onderdelen van staalconstructies monteren en demonteren Praktijk • (Staal)constructies maken, opbouwen en stellen daarbij rekening houdend met de stabiliteit van de constructie en de sterkte van de afzonderlijke onderdelen • (montage)werkzaamheden uitvoeren zoals: – het monteren van profielen e.d. zoals wandregels, kolommen, kolomovergangen, aansluiting van liggers tegen kolommen, verankeringen, windverbanden, scharnierverbindingen, momentverbindingen, hoekstaalverbindingen. – het samenstellen van knooppunten in constructies, rekening houdend met de zwaartelijnen in het materiaal. theorie • ravelingen in verschillende situaties tekenen waarin profielen en pijpen onderling met elkaar worden verbonden. • In vakwerkconstructies veelgebruikte aansluitingen tekenen en het benoemen van trek- en drukstaven. • Uitvoeringen van oplegconstructies (vaste en rolopleggingen), verankeringen van (profiel)liggers onderscheiden. • details van kolommen onderscheiden m.b.t.: kolomvoeten, samenstellen van kolommen, aansluitingen van liggers tegen kolommen, kolomovergangen, verankeringen, scharnierverbindingen, momentverbindingen en hoekstaalverbindingen. • Uitvoeringsvoorbeelden beschrijven van bouwkundige details die betrekking hebben op onderdelen waar ‘staal en bouw’ direct met elkaar verbonden zijn, zoals: – betonconstructies en wapening – muren en metselwerk zoals, halfsteens-, steens- en spouwmuren – gevelbeplating de ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de taaldocenten, maar van het hele opleidingsteam. door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun talen op peil brengen en houden. dit noemen we de ‘drieslag taalontwikkeling’. • bij de projecttaken zijn taalkaarten ontwikkeld volgens Meijerink. • Een toelichting op de drieslagmethode en werkwijze kunt u vinden op de bestelsite: www.consortiumbo.nl > kies bestellen > Na login kunt u via het menu downloads de materialen vinden bij deze opleiding. • In de stappen van de projecttaak komen de volgende onderwerpen aan bod: – lezen: lezen van vaktechnische informatie. – gesprekken voeren: overleg voeren en begeleidingsgesprekken. – Spreken: presenteren en demonstraties geven. – luisteren: luisteren naar instructies. nederlands (niveau 2f) •

10 Constructiewerker

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

– Schrijven: verslagen maken, formulieren invullen taalbeschouwing en taalverzorging: Stijl, spelling en interpunctie

Moderne vreemde talen (MVt) • Voor moderne vreemde talen is eveneens de ‘drieslag taalontwikkeling’. deze is echter niet verder uitgewerkt.

rekenen en Wiskunde (niveau 2f) Uitgangspunten en visie: • Voldoen aan het vereiste niveau van het referentiekader Meijerink en de eisen van het kwalificatiedossier • Horizontaal afgestemd binnen alle vakrichtingen • werken met drieslagmethode • geïntegreerd waar mogelijk leren, loopbaan en Burgerschap (llB) leren, loopbaan en burgerschap wordt integraal aangeboden in de projecttaken. • Uitwerking op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. • In de stappen van de projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van llb aan de orde. Verder wordt er door middel van kaarten voor leerlingen een koppeling gemaakt tussen de projecttaken, de llb kerntaken en gebruikelijke methoden. • Een toelichting op llb en de werkwijze kunt u vinden op de bestelsite: www.consortiumbo.nl > kies bestellen > • Na login kies voor menu downloads > Niveau 3 • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding.

aanWIjzIngen BegeleIderS

Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de student van de demonstratie en het eindgesprek • Voeren van de begeleidingsgesprekken en het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • bepaalt go/No-go. • boordeling van het proces in de projecttaak. • Controleert portfolio.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de student in het bedrijf. • Invullen van de beoordelingsformulieren.

11 Samenstellen constructies

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

Ingeleverde resultaten beoordelen.

• Plannen met de student van de demonstratie en het eindgesprek.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk verschillende rollen kunnen vervullen. laat de student in het plan van aanpak de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze alle bovengenoemde taken kunnen uitvoeren zoals: • geven van (vak)lessen • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • bepaalt go/No-go. • boordeling van plannen van demonstratie en eindgesprek. • Voeren van evaluatiegesprek. • de projecttaak voldoende of onvoldoende beoordelen. Portfolio • In deze projecttaak volgt de leerling de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. de producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. • Na elke stap moet de leerling zijn beoordelingsmonitor laten bijwerken door zijn begeleiders. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het basisdocument voor docenten Constructiewerker. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

12 Constructiewerker

13 Samenstellen constructies

StaP 1 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

d a g

2.1 Voorbereiden samenbouwen van deel- producten

e Samenwerken en overleggen Je stemt in overleg met de leidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af, zodat de werkzaamheden efficiënt en effectief worden voorbereid. K Vakdeskundigheid toepassen Je neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat je een duidelijk beeld hebt van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product. l Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen. formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op relevante formulieren, zodat de leidinggevende de eindcontrole kan uitvoeren. j

2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoer- de werkzaam- heden

14 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

orIëntatIe

In deze stap ga je eerst samen met je praktijkopleider van je leerbedrijf en/of met je studiebegeleider op school op zoek naar een project waarin je onderdelen van staalconstructies kunt monteren en demonteren. Dat doe je aan de hand van tekeningen. Vervolgens ga je per product de bewerkingsmethode en de werktuig of machinekeuze bepalen. Dit doe je op basis van product, materiaalsoort en wijze van montage. Om je keuze te verklaren moet je de toepassingsmogelijkheid van de gekozen technieken met voor- en nadelen aangeven. Tenslotte beschrijf je de werkwijze van de bewerkingen en montagetechnieken die je gaat uitvoeren. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere leerlingen. Bespreek met hen je successen en je problemen die je tijdens de uitvoering bent tegengekomen. Ook deze collegiale samenwerking vormt een bewijsstuk tijdens deze projecttaak (Samenwerken en overleggen).

15 Samenstellen constructies

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten

Competentie o V g

Productenanalyse

2.1 E 2.1 k 2.6 J 2.1 E 2.1 l 2.6 J

Overzicht van materialen, gereedschappen en producten

Overzicht van leeractiviteiten, POP 2.1 E 2.6 J Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

1. Productanalyse Maak een lijst van een of meer producten die je gaat opleveren. Beschrijf duidelijk per product waarvoor het gebruikt wordt en hoe het werkt (tip: werk met behulp van foto’s, tekeningen, folders enz.). Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze. Beschrijf in deze lijst per product welke technische bewerkingen en montagetechnieken noodzakelijk zijn om dit product te kunnen vervaardigen en monteren. Leg uit waarom je voor deze bewerking(en) en montagetechnieken gekozen hebt. Onderzoek wat je voor deze opdracht al weet en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren. overzicht van producten, materialen en gereedschappen Maak een lijst met producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per product aan met wie je te maken hebt (school, werk, medeleerlingen). Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren (plan van aanpak). Maak met behulp van de tekening(en) per product een lijst van gereedschappen en hulpstukken die nodig zijn om deze bewerkingen uit te kunnen voeren. 2.

16 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

Geef aan of er nog extra hulpstukken en/of mallen gemaakt moeten worden.

3. overzicht van je leeractiviteiten (PoP) Probeer op de volgende vragen een antwoord te formuleren. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en met je medeleerlingen (deelnemers aan het project). Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke werkprocessen (WP) ga je in deze projecttaak (kerntaak 1 en 2) toepassen?

• Welke kennis heb je per WP nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken?

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsformulieren, de planner.

Evalueren en beoordelen

De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Daarvoor wordt het beoordelingsformulier ingevuld. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsformulieren. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO . Hiermee is je oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap.

17 Samenstellen constructies

Vakkennis en vaardigheden

• Hanteren van relevante Arbo-,veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen en monteren van producten worden toegepast. • Kennis van vakjargon binnen de branche. • Lezen van technische tekeningen en schema’s.

18 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

de StaBIlIteIt Van StaalConStruCtIeS Beoordelen Praktijk 1. de montagevolgorde lezen in relatie met de stabiliteit van de (staal)constructie.

theorie 1. de montagevolgorde beschrijven, rekening houdend met de stabiliteit van de (staal)constructie.

de sterkte van onderdelen van staalconstructie tijdens montage beoordelen theorie

1. de verschillende soorten staalconstructies omschrijven die betrekking hebben op: kapspanten, skeletten van gebouwen, trappen en bordessen, bruggen, tanks, transportinrichtingen, hijswerktuigen, ketels, sluisdeuren enz. 2. de vakgebieden dynamische en statische staalbouw onderscheiden. 3. Staalconstructies onderscheiden in dynamische en statische belaste staalconstructies. 4. Algemene constructiebenamingen definiëren zoals: kokerconstructies, vakwerkconstructies, plaatliggers, raatliggers e.d. 5. Enkelvoudige en meervoudige portalen alsmede enkelvoudige en meervoudige raamwerken definiëren. 6. Maatbegrippen in de staalbouw c.q. staalconstructies definiëren zoals: overspanning, spantafstand, stramienmaat, niveau, pijl etc. 7. begrippen in de staalbouw c.q. staalconstructies definiëren zoals: trek- en drukstaven, kolom, kolomvoet, hoofdstijl, hoekstijl, tussenstijl, windverband, gording, stabiliteitsligger, roloplegging, scharnierpunt e.d. 8. basisbegrippen definiëren waaronder: eigen gewicht, rustende belasting, veranderlijke belasting, windbelasting, andere belastingen, rekenbelasting en belastingsfactoren. 9. Sterkte-eigenschappen benoemen m.b.t. toepassing in X en Y-richting, stijfheid, e.d. van de in de staalbouw toegepaste staalprofielen. 10. Aandachtspunten noemen van keurmateriaal m.b.t. toepassing en gebruik (o.a. effecten van warmte- inbreng).

lasvoorschriften interpreteren Praktijk

1. de kwaliteit van het laswerk beoordelen op het lasuiterlijk en de meting van de geometrie van de las(vorm). 2. Het lasuiterlijk beoordelen van lasconstructies op basis van het verbinden van plaat, plat, profiel en/ of pijp en verbindingsmethoden van ongelijke profielen (doorsneden) e.d. in elkaars verlengde, ofwel in knooppunten van de constructie.

theorie 1. de lasvormen tekenen m.b.t. het verbinden van plaat, plat, profiel en/of pijp en verbindingsmethoden van ongelijke profielen (doorsneden) e.d. in elkaars verlengde, ofwel in knooppunten van de constructie.

19 Samenstellen constructies

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

Boutverbindingen toepassen in staalconstructies Praktijk 1. Montagewerk uitvoeren gebruik makend van boutverbindingen, voorspanbouten en van de daarvoor geëigende gereedschappen zoals: momentsleutels, elektrisch en pneumatisch aangedreven moeraanzetters. 2. Sluitringen, hellingsluitplaten e.d. toepassen bij boutverbindingen. theorie 1. toepassing en gebruik van voorspanbouten omschrijven. 2. Het begrip aanhaalmoment definiëren. 3. Voorspankrachten lezen zoals die in een montagevoorschrift of op tekeningen gegeven zijn. nederlands (niveau 2f) bij Nederlands maken we gebruik van de drieslagmethode: 1e Slag de studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren. daarom moeten zij veel lezen,schrijven, luisteren en spreken. • bij alle docenten • In alle lessen • Op de werkvloer Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt. 2e Slag Elke MbO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands. Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties. In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod. 3e Slag Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding. Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student dan lessen volgen om zijn tekorten weg te werken. de studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen.

bij de stap Oriëntatie komen de volgende onderwerpen aan bod: • gespreksvaardigheid: deelnemen aan overleg en discussie en informatie uitwisselen. • luisteren: luisteren naar instructies. • lezen: informatieve en instructieve teksten. • Schrijven: verslagen, werkstukken en samenvattingen.

Moderne vreemde talen (MVt) Er zijn in deze stap geen specifieke MVt- eisen.

20 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

rekenen en Wiskunde (niveau 2f) Zie de begeleidersinformatie in de Inleiding.

gegevensverwerking,onzekerheid Achterliggende wiskunde •

gegevens verzamelen en ordenen

• •

gegevens grafisch weergeven

diagrammen aflezen en interpreteren

leren, loopbaan en Burgerschap (llB) Uitwerken op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. llb 1.1 benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling. aanWIjzIngen BegeleIderS Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go. • boordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go.

21 Samenstellen constructies

StaP 3 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties 2

d a g

2.1 Voorbereiden en samen- bouwen van deelproducten

e. Samenwerken en overleggen Je stemt in overleg met de leidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af, zodat de werkzaamheden efficiënt en effectief worden voorbereid. K. Vakdeskundigheid toepassen Je neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat je een duidelijk beeld hebt van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product. l. Materialen en middelen inzetten Neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat hij een duidelijk beeld heeft van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product. en interprete rt deze, odat je e n dui elijk beeld hebt van lle r levante g v ns die J neemt d verzam lde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en

22 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

PlannIng en VoorBereIdIng

In deze stap ga je met behulp van de gegevens die je hebt verzameld in de stap Oriëntatie een plan van aanpak maken met een planning in tijd en een werkvoorbereiding. Dit plan ga je de komende periode daadwerkelijk gebruiken om alle werkzaamheden uit te voeren. Daarvoor moet je goed weten wat je allemaal wil doen, oefenen en leren. Ook moet het duidelijk zijn wie je daarvoor nodig hebt, waar en wanneer. Een overzicht hiervan krijg je door steeds vooraf een plan van aanpak met een planning te maken.

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten

Competentie o V g

Plan van aanpak

2.1 E ,k en l (+ llb) 2.1 E ,k en l (+ llb)

Planning

werkvoorbereiding 2.1 E, k en l Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

ACTIVITEITEN

Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van de producten die je gemaakt hebt in de Oriëntatie: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten

23 Samenstellen constructies

Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project.

24 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

Plan van aanpak: indeling en inhoud

0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden Kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) activiteit Competenties 6. Faciliteiten 7. Oplevering van project

praktijkopleider en jezelf. Maak een overlegschema.> BIJLAGEN: a. Lijst met in te leveren beroepsproducten

b. Werktekeningen c. Planning in tijd

Als het klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

25 Samenstellen constructies

Checklist Plan van aanpak Is het voorblad compleet?  Tekst: ‘Plan van aanpak’?  Naam van de projecttaak?  Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Plaats en einddatum van het Plan van aanpak?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Je eigen naam?

Lay-out  Inhoudsopgave met paginanummers?  Hoofdstukken genummerd?  Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik)  Spellingsfouten? Punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Aan welke eisen moet het product voldoen (lijst)?  Naam van de opdrachtgever (persoon)?  Naam van de projectleider?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten  Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde?  Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid?  Is de oplevering van het project beschreven? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten?

De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

de Checklist Plan van aanpak is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/techniek_ICt_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

26 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

Bespreek tenslotte je plan van aanpak en planning met je begeleiders van bedrijf en school. Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd? (minimaal complexiteit B) Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. Werkvoorbereiding Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen moet je een werkvoorbereiding gemaakt hebben. Beschrijf voor elk product: • Het op te leveren resultaat. Maak daarbij duidelijk voor welke techniek je kiest en waarom. 2.

• De werkvolgorde: met wie je werkt en wie wat doet. • Van welke tekeningen, procedures, materialen en gereedschappen je gebruik gaat maken.

Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

27 Samenstellen constructies

Evalueren en beoordelen

Je begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO . Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap. • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van materialen en middelen die bij het samenbouwen van deelproducten worden toegepast. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast. • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Kennis van vakjargon binnen de branche. • Lezen van technische tekeningen en schema’s. • Specialistische kennis en vaardigheden voor het beroep. • Theoretische kennis van het werkveld van het beroep. Vakkennis en vaardigheden

28 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

Staalconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren Praktijk Algemene doelen • de werkmethode en volgorde bepalen. • Het geëigende gereedschap en de apparatuur kiezen. • Maatregelen treffen voor het veilig en ordelijk werken op de werkplek. • werkuitvoering. • beschadigde delen van constructies vervangen door middel van uit-/afbranden of uitslijpen, waarbij de volgende onderdelen deel uitmaken van de werkvolgorde: – de beschadigde onderdelen aftekenen – de beschadigde onderdelen uit- of afbranden – brandnaden afwerken – merkpunten ten behoeve van de vorm van het te vernieuwen onderdeel aanbrengen – de vorm en afmetingen van het te vervangen onderdeel bepalen – platen en/of profielen met behulp van meetgegevens en al of niet met behulp van mallen aftekenen – nieuwe onderdelen positioneren, stroken en zichten – de gepositioneerde onderdelen hechten – de onderdelen aflassen door middel van booglassen met beklede elektrode of MIg/MAg of tIg – factoren onderkennen die krimp bij het lassen beïnvloeden – volgens aanwijzingen noodzakelijke (tijdelijke) verstijvingen aanbrengen • gescheurde lasverbindingen herstellen door middel van uitbranden en/of uitslijpen en het opnieuw aanbrengen van een lasverbinding al dan niet met versteviging. theorie • reparatiemogelijkheden omschrijven bij beschadigingen. • de werkmethode/volgorde bij het vernieuwen van delen omschrijven door middel van: – schroef- en klinkverbinding – uitbranden of uitslijpen en bevestigen met behulp van lastechnieken, te weten booglassen met beklede elektrode of MIg/MAg of tIg • de werkmethode omschrijven bij het herstellen van gescheurde lasverbindingen en het aanbrengen van verstevigingen. • Algemeen voorkomende beschadigingen en defecten bij constructies omschrijven en het verklaren van oorzaak en gevolg. • Mogelijke fouten bij het herstellen van constructies omschrijven en weten hoe ze voorkomen kunnen worden. • Maatregelen noemen voor het veilig en ordelijk werken op de werkplek.

29 Samenstellen constructies

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

nederlands(niveau 2f) bij Nederlands maken we gebruik van de drieslagmethode: • werken met communicatiemodel, zie basisdocument. • In te leveren resultaten beoordelen op basis van raamwerk Nederlands. • Signaleren van taalproblemen. bij deze stap komen de volgende onderwerpen aan bod: • gespreksvaardigheid – deelnemen aan overleg en discussie – informatie uitwisselen • luisteren – luisteren naar instructie • lezen

– informatieve teksten – instructieve teksten

Schrijven – verslagen werkstukken, samenvattingen

leren, loopbaan en Burgerschap (llB) Uitwerking op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. llb1.4. Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Moderne vreemde talen (MVt) Voor moderne vreemde talen is eveneens de drieslagtaalontwikkeling. deze is niet verder uitgewerkt.

rekenen en Wiskunde (niveau 2f) Zie ook de begeleidersinformatie in de Inleiding. beschrijving ruimte en vorm Achterliggende wiskunde • Vlakke figuren en ruimtelijke vormen • tekenen, construeren, rekenen • representaties in 2d en 3d • Plaatsbepaling, oriënteren, navigeren (coördinaten)

30 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

aanWIjzIngen BegeleIderS Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt gO/NO-gO. • boordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go.

31 Samenstellen constructies

StaP 3 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

d a g

1.2 Machines en gereedschap- pen in- en afstellen 1.3 bewerken en vervormen van materiaal 1.4 Verbinden van onderdelen

t. Instructies en procedures opvolgen Je past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in- en afstellen van machines en gereedschappen. Het resultaat is zo geconstrueerd dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product. Kwaliteit leveren Je bewerkt en vervormt het materiaal efficiënt en accuraat door het toepassen van de juiste bewerkingstechnieken, zodat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering, levertijd en aantallen. Samenwerken en overleggen Je raadpleegt en betrekt anderen bij het verbinden van complexe onderdelen. Je zorgt ervoor dat de onderdelen correct gepositioneerd worden voordat ze aan elkaar verbonden worden. K. Vakdeskundigheid toepassen Je verbindt de onderdelen vakkundig en accuraat volgens werktekeningen. Je volgt de lasvolgorde en lasmethodebeschrijving en werkt de lasverbindingen af. Je zorgt ervoor dat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering en vormgeving. l. Materialen en middelen inzetten Je gebruikt materialen, middelen en gereedschappen efficiënt die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal. Je zorgt dat er zo min mogelijk materiaal wordt verspild en het werk veilig kan worden uitgevoerd. t. Instructies en procedures opvolgen Je volgt de voorgeschreven procedures (lMb) op, zodat het werk conform veiligheids- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd. S. e.

1.6 Meten,testen en controleren van vervaar- digde produc- ten 1.7 Afronden van werkzaam-

j. formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren.

f. ethisch en integer handelen Je houdt rekening met jouw omgeving en maakt jouw werkplek schoon en voert het afvalmateriaal gescheiden af (neem Arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften in acht).

heden m.b.t. productver- vaardiging

32 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

uItVoerIng en Controle

2.1 Voorbereiden en samen- bouwen van deelproducten 2.2 Controleren van materialen en gereed- schappen 2.3 Assembleren en monteren van deelpro- ducten

e. Samenwerken en overleggen Je stemt in overleg met de leidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af, zodat de werkzaamheden efficiënt en effectief worden voorbereid.

K. Vakdeskundigheid toepassen Je controleert visueel te gebruiken machines, materialen en gereedschappen op bruikbaarheid, zodat het samenbouwen van deelproducten volgens bedrijfsvoorschriften veilig wordt uitgevoerd. l. Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen en hijsapparatuur. Kwaliteit leveren Je assembleert en monteert deelproducten efficiënt en accuraat, zodat de samenbouw van het geheel voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. l. Materialen en middelen inzetten Je assembleert, monteert en gebruikt deelproducten (materialen en middelen) correct door de juiste verbindingstechnieken toe te passen. K. Vakdeskundigheid toepassen Je demonteert delen van deelproducten, assembleert en monteert nieuwe delen door handmatig de meest geschikte verbindende technieken toe te passen. Begeleiden Je geeft naar aanleiding van de uitgevoerde reparaties/modificaties bij verantwoording adviezen op basis van je vakmanschap hoe de werkzaamheden beter uit te voeren. l. Materialen en middelen inzetten Je repareert/modificeert constructiedelen door effectief en veilig gebruik van materialen en technische middelen. K. Vakdeskundigheid toepassen Je repareert/modificeert constructiedelen door vakkundig toepassen van relevante scheidende en verbindende techniek. S. Kwaliteit leveren Je voert de reparaties/modificaties uit aan constructies volgordelijk volgens tekeningen en kwaliteitsnormen. S. C.

2.4 reparaties en modificaties uitvoeren

2.5 begeleiden van minder ervaren col- lega’s

C. Begeleiden Je geeft stellige adviezen over hoe de werkzaamheden aan te pakken. Je geeft duidelijke instructies en uitleg en aan minder ervaren collega’s. K. Vakdeskundigheid toepassen Je legt het samenbouwen en reparatie van deelproducten begrijpelijk uit. Je demonstreert deze en controleert of het begrepen is.

33 Samenstellen constructies

2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoer- de werkzaam- heden

j. formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op relevante formulieren, zodat de leidinggevende de eindcontrole kan uitvoeren. l. Materialen en middelen inzetten Je gebruikt en draagt zorg voor meetgereedschappen en materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten efficiënt. t. Instructies en procedures opvolgen Je hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten, zodat de producten volgens tekening gecontroleerd zijn en eindcontrole kan worden uitgevoerd. ethisch en integer handelen Je houdt rekening met de omgeving en maakt jouw werkplek schoon en voert het afvalmateriaal gescheiden (je neemt Arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften in acht) af. l. Materialen en middelen inzetten Je zorgt goed voor het product, gebruikt de juiste middelen om de producten en de werkplek schoon te maken, zodat de producten niet worden aangetast. t. Instructies en procedures opvolgen Je vult alle relevante formulieren in met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures. f.

2.7 Afronden van werkzaam- heden m.b.t. het samen- bouwen van deelproducten

In deze stap ga je de projecttaak uitvoeren door een of meer producten uit de projecttaak te maken (of te laten maken) en samen te bouwen. Je gebruikt daarvoor je werkvoorbereiding uit stap 2. Bij het maken van de producten pas je scheidende en/of verspanende bewerkingen toe. De afzonderlijke onderdelen moeten met de door jou gekozen montagetechnieken samengebouwd worden. Tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden moet je je werk regelmatig en kritisch controleren. Voldoet het product aan de gestelde eisen? Welk proces heb je tot zover doorlopen en van welke procedures heb je gebruik gemaakt? Als het nodig is en je

34 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

nog vragen hebt, overleg je met degene aan wie je verantwoording schuldig bent. Eventuele aanpassingen of fouten kun je dan tijdig signaleren en bijstellen. Houd vanaf de voorbereiding tot en met de controle de urenverantwoording bij om te controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

35 Samenstellen constructies

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten Fotoverslag van het productieproces 1.2 t 1.3 S Producten van de projecttaak 1.6 J 1.7 F 2.2 k en l 2.3 S, l en k

Competentie o V g

2.4 l, k, S 2.6 J, l en 1.4 k, l 2.1 E 1.4 E

beoordeling door de praktijk

Instructie

2.5 C en k 2.4 C 2.3 l 2.4 l en k 2.6 J en t 2.7 F, l en t 2.6 J 2.7 F, l en t 1.4 t

Controleformulieren

Urenverantwoording

Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

ACTIVITEITEN

In de voorafgaande stappen zijn de werkvoorbereidingen gedaan en vastgelegd in het plan van aanpak en de werkvoorbereiding. Nu ga je aan de slag met het maken/of laten maken van de producten. fotoverslag van het productieproces Maak aan de hand van je werkzaamheden een fotoverslag. Je fotoverslag moet voldoen aan: Werkproces 2.3 Assembleren en monteren van deelproducten • Maak foto’s en schrijf daarbij waarom je bij het monteren juist voor die materialen en middelen hebt gekozen. • Schrijf erbij wanneer en op welke wijze je bedrijfsregels en -procedures hebt opgevolgd. 1.

36 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

• Schrijf wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. Werkproces 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal • Maak foto’s en schrijf daarbij hoe je gewerkt hebt met behulp van tekeningen, bewerkingsinstructies en Arbo-voorschriften (voeg eventueel kopieën van gebruikte documenten toe). • Schrijf op welke wijze je het werk veilig hebt uitgevoerd. • Schrijf op wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. Producten van de projecttaak Laat de producten die je gemaakt en gemonteerd hebt door je begeleider controleren en beoordelen. Hij doet dat door te kijken of het materiaal op de juiste wijze is bewerkt, vervormd en gemonteerd is volgens specificaties. Instructie schrijven Schrijf een instructie voor het samenbouwen van deelproducten voor een minder ervaren collega. De instructie moet stapsgewijs en in goede volgorde opgebouwd en volledig zijn. Je collega moet de instructie kunnen begrijpen en ermee kunnen werken. Controleformulieren en -lijst Verzamel je formulieren waarin de meetresultaten zijn vastgelegd. Deze formulieren moeten zijn ondertekend en gecontroleerd door je leidinggevende. Maak een lijst met de meetgereedschappen en beschermingsmiddelen die je voor de controle hebt gebruikt. 2. 3. 4.

5.

urenverantwoording (zie bijlage 2 urenverantwoording)

Je hebt gedurende de projecttaak een urenverantwoording bijgehouden. Laat het formulier ondertekenen door de praktijkopleider en de begeleider van school. Lever het formulier bij stap 4 in.

de urenverantwoording is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/techniek_ICt_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

37 Samenstellen constructies

6. Beoordeling door de praktijk Als alle resultaten ingeleverd zijn en het project klaar is, beoordeelt

de praktijkopleider (opdrachtgever): a. de kwaliteit van de producten b. jouw competenties per werkproces

Aansluitend voert de opdrachtgever met jou een eindgesprek. Tijdens dit gesprek staan die werkprocessen centraal waarin hij bepaalde competenties van jou nog niet voldoende heeft gezien. Tenslotte geeft de praktijkopleider op basis van deze twee beoordelingen een eindoordeel over jouw competenties tijdens de praktijkuitvoering van het project. De beoordeling wordt door de praktijkopleider ondertekend. De beoordeling bewaar je als bewijs in je portfolio.

38 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

Vakkennis en vaardigheden

• Hanteren van relevante Arbo-,veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van gereedschappen voor het in- en afstellen van de machine. • Uitvoeren van assemblage- en montagetechnieken. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast. • Kennis van opbouw en werking van het product. • Hanteren van lasmethodebeschrijvingen en lasvoegmaterialen. • Kennis van vakjargon binnen de branche. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van meetinstrumenten en meetmethoden. • Kennis van materialen en middelen die bij schoonmaken van de producten en de werkplek worden toegepast. • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Lezen van technische tekeningen en schema’s. • Uitvoeren van bewerking- en vervormingstechnieken. • Uitvoeren van verbindingstechnieken.

39 Samenstellen constructies

Made with