00659120004
00659120004
PROJECTWIJZER 4 Leerjaar 2
Communiceren en diagnose stellen
MOTORVOERTUIGENTECHNIEK
WERKPLAATSMANAGER/TECHNISCH SPECIALIST MOBILITEITSBRANCHE
Begeleidershandleiding
Projectwijzer 4 Communiceren en diagnose stellen Motorvoertuigentechniek
Opleidingssoort
Werkplaatsmanager/Technisch Specialist mobiliteitsbranche
Kwalificatiestructuur Techniek
Niveau
BOL 4
Versie
3 2012- 2013
Artikelnummer 00659120004
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Directie en managementteam M.Wouters, L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I. Rabelink
Ontwikkelteamleider Bert Grutters
Ontwikkelteam Bert Grutters, Ab Pothmann
Redactie Marjo Brok
Ontwerp en opmaak Studio Blanche: HennyWitjes
Foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
© 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Consortium Beroepsonderwijs. Stichting Consortium Beroepsonderwijs Stichting
3 PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Inhoud
1
Thema
5
2
Project-Start-Up (PSU)
7
3
Project ’Communiceren en Diagnose stellen’
13
Fase 1
Oriëntatie
14
Fase 2
Plan vanAanpak
18
Fase 3
Realisatie
20
Fase 4
Evaluatie
27
Bijlagen
29
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14
Brainstormsessie Maken van notulen
30 32 33 34 35 36 38 39 40 42 43 44 47 49
Format Plan van Aanpak (fase 2) De tijdsplanning van een (deel)project
Criterialijst Presenteren CriterialijstVerslagen
Beoordelingsformulier verslag Handreiking reflectieverslag
Beoordelings Go – No-Go
Beoordelingsformulier medestudenten
Werkorder
Invullijst communicatieproducten BPV-opdracht Communiceren
Monitor PW4
4
TECHNIEK
5 PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
1 < < Thema >>
Beste student,
Een belangrijk onderdeel van jouw functioneren als werknemer in de mobiliteits- branche is, naast de beheersing van de diverse technische vaardigheden, je beroepshouding. Je werkt gedurende je opleiding aan verschillende compe- tenties, net zolang tot je in staat bent te functioneren als een beginnend werknemer. Zowel je technische vaardigheden als je sociale en communicatieve vaardigheden spelen een belangrijke rol. In het begin van je opleiding lag het accent vooral op de technische activiteiten, maar vanaf nu komen ook steeds meer organisatorische, sociale, economische, administratieve en commerciële activiteiten aan bod. Allemaal activiteiten waarbij communicatie een belangrijke rol speelt.
Deze projectwijzer heeft twee hoofdthema’s: Communiceren en Diagnose stellen .
In het kader van dit project leer je omgaan met diverse diagnosesystemen. In elk autobedrijf zijn diverse procedures afgesproken. De verschillende procedures zullen in deze projectwijzer uitgebreid aan de orde komen. Daarnaast is in bijlage 13 een BPV-opdracht Communiceren toegevoegd. Wanneer deze opdracht uitgevoerd gaat worden, is afhankelijk van het BPV-moment. De uitvoering hiervan zal dan ook in overleg met je begeleider plaatsvinden.
6
TECHNIEK
Als werknemer bij een autobedrijf moet je samen met je collega’s diverse technische werkzaamheden uitvoeren, zoals het uitvoeren van onderhoud en reparaties. Ook moet je, net als andere collega’s, af en toe zelfstandig klanten te woord staan en helpen. Daarnaast kan er van je verwacht worden dat je contacten onderhoudt (mondeling en schriftelijk) met bedrijven, leveranciers, importeurs, overheidsinstanties en organisaties zoals de RDW, de milieu- inspectie en kenniscentrum Innovam.
Veel succes met deze projectwijzer.
7 PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
2 < < Project-Start-Up (PSU) >> In dit project staan zowel de communicatieprocessen in een autobedrijf als de oplossing van technische (diagnose)problemen centraal. Het project bestaat uit 2 hoofdthema’s.We noemen deze hoofdthema’s in dit project onderwerpen. De doelstelling is dat jij het onderwerp ‘Communicatie’ én het onderwerp ‘Diagnose stellen’ uitwerkt. Tevens zijn er verbanden tussen communiceren en problemen oplossen. Belangrijk is dat jij ook de verbanden tussen de twee hoofdthema’s kunt benoemen en kunt toepassen. 1.1 Communicatie Als er een klant met een probleem komt, is het van belang dat je voor een correcte afhandeling de juiste diagnose stelt. Om de juiste diagnose te kunnen stellen moet je alle belangrijke informatie van een klant krijgen.Wat is precies het probleem? In welke situaties komt dat voor? Sinds wanneer komt dat voor? Heeft de klant een bepaalde handeling verricht waardoor het probleem veroorzaakt wordt? Als je alle informatie hebt gekregen van de klant, wat betekent dat voor de correcte afhandeling binnen het bedrijf (zender en ontvanger van de boodschap)?Wie moet van jou in het bedrijf de informatie krijgen, die jij van de klant hebt gekregen? Hoe gebeurt dat? Hoe zorg je ervoor dat de informatie goed wordt overgebracht? Hoe communiceer jij het probleem van de klant naar je collega’s? Hoe wordt de klant weer op de hoogte gesteld van bijvoorbeeld de kosten en duur van de reparatie?
8
TECHNIEK
1.2 Diagnose stellen Eén van de werkzaamheden, die in de werkplaats regelmatig wordt uitgevoerd, is het uitlezen van een managementsysteemm.b.v. diagnoseapparatuur. Met deze diagnoseapparatuur kun je foutcodes uitlezen, meetwaardenblokken bekijken, service-intervallen resetten, parameters wijzigen en nog veel meer. Als de klant met een dergelijke storing komt, moet je ervoor zorgen dat de monteur, die de diagnoseapparatuur gaat gebruiken, de correcte en volledige informatie van de klant krijgt. Uiteindelijk moet de klant ook weer juist en volledig geïnformeerd worden over probleem, oplossing, kostenplaatje enzovoort. Realiseer je daarbij dat het soms gemakkelijker is een bestaande klant te verliezen dan een nieuwe klant te krijgen en te behouden. De klanten stellen het op prijs als ze tijdig, juist en zo volledig mogelijk geïnformeerd worden. Als er bijvoorbeeld reparaties uitgevoerd worden zonder dat klanten daartoe nadrukkelijk toestemming hebben gegeven, kan dat tot ongewenste klachten leiden. 1.3 Afspraken en procedures Belangrijk is dan ook dat er binnen het bedrijf duidelijke afspraken gemaakt worden over communicatie naar klanten en bijvoorbeeld de afhandeling van klachten. Klachten van klanten worden volgens bepaalde interne afspraken en procedures, die zijn vastgelegd, afgehandeld. In figuur 1 wordt nog eens schematisch weergegeven met welke interne bedrijfs- en communicatieprocessen jij te maken hebt/krijgt.
9 PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Als medewerker heb je met heel wat communicatie(lijnen) te maken.
10
TECHNIEK
Procesgang project 4
11
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Informatiebronnen (algemeen) Gedurende de looptijd van dit project zal je diverse informatiebronnen moeten raadplegen om de gewenste/vereiste informatie te verkrijgen. Hieronder staat een lijst van algemene informatiebronnen die bij iedere fase en stap geraad- pleegd kunnen worden: • fabrikanten/importeurs • leveranciers van onderdelen en materialen • motorvoertuigbedrijven (via bedrijfsbezoek of als stagiair, werkplaats- en magazijndocumentatie) • leveranciers van (test-/diagnose-)apparatuur • beurzen • derden (vrienden, kennissen enzovoort) • ROC (theorielessen, praktijklessen, docenten, begeleiders, open leercentrum, studieservicecentrum) • literatuur (naslagwerken, studieboeken, instructieboeken, handleidingen van (meet-/test-) apparatuur, vakbladen, folders, internet) • automatiseringsprogramma’s • enzovoort. In te leveren beroepsproducten De beroepsproducten die aan het einde van ieder project en deelproject ingeleverd moeten worden, staan benoemd aan het einde van elke fase. Aan het einde van elke fase en elk deelproject moeten deze beroepsproducten aan je begeleider getoond kunnen worden. Wat zijn de verwachtingen en hoe weet je waaraan je moet voldoen? Zoals je in vorige projectwijzers hebt gelezen moet je alsWerkplaatsmanager/ Technisch Specialist beschikken over twee ‘soorten’ competenties: • vakmatige competenties: de competenties uit het Kwalificatiedossier • competenties uit het Brondocument Loopbaan en Burgerschap. In dit project werk je aan kerntaken, werkprocessen en competenties uit het document LB en het Kwalificatie DossierWerkplaatsmanager Mobiliteitsbranche. Het zijn kerntaak 3 (TS) met de werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 en en kerntaak 1 (WM) met de werkprocessen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6. en kerntaak 2 (WM) met de werkprocessen 2.1, 2.2, 2.3. Deze kun je terugvinden in het Basisdocument. Als je bij een fase specifieke informatiebronnen hebt gevonden, voeg je die aan in je groepslogboek of persoonlijk logboek toe.
Dit project voer je uit met je projectgroep volgens de fasen en stappen zoals hierna worden aangegeven.
Hoe je een project kunt aanpakken In het Basisdocument zijn de projectorganisatie en de methode van aanpak voor het oplossen van uitgebreide projecten beschreven.
12
TECHNIEK
Omdat de informatie daarin te groot is om dit in een korte tijd ‘je eigen te maken’, worden daarom in deze projectwijzer deze zaken weer stapsgewijs en soms onopgemerkt ingebracht. In het kort komt het er steeds op neer dat je elk probleem gaat verwerken in vier fasen namelijk:
Projectmatig werken
Fase 1 Oriëntatie Fase 2 Plan van Aanpak
Fase 3 Realisatie Fase 4 Evaluatiie
13
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
3 < < Project ’Communiceren en Diagnose stellen’ >>
14
TECHNIEK
Oriëntatie
Oriëntatie (project)
Fase 1
In deze projectwijzer krijg je als projectgroep twee projecten door de begeleider aangewezen. Project A betreft communiceren. Project B is een technisch project en gaat over het stellen van diagnoses. Je gaat deze projecten één voor één uitvoeren. Pas als je na voltooiing van het project een Go hebt gekregen ga je met je projectgroep met het volgende project aan de gang. Opmerking Zoals al eerder vermeld is, wordt er vanaf PW4 meer zelfstandigheid en zelf- werkzaamheid van je verwacht. De structuur voor het aanpakken van deze projectwijzer is gelijk aan de voorgaande projectwijzers. Kijk dan ook regelmatig terug hoe je de vorige projectwijzers hebt aangepakt.
Ideeën genoeg, maar leg ze wel vast.
De projecten Communiceren en Diagnose stellen vragen natuurlijk elk een eigen benadering. Het stellen van de juiste vragen zal leiden tot het verkrijgen van de juiste informatie.
15
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Waar zou je informatie kunnen vinden? • bij een autobedrijf • in de werkplaatsinformatie op school • in de kwalificatiedossiers Autotechnicus • op school bij de begeleiders
• theorielessen • vakblad AMT • internet • enz.
Project A ‘Communiceren’ Door het stellen van de goede vragen kun je de juiste antwoorden krijgen. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee. Interne communicatie (verbaal en non-verbaal) 1. Hoe lopen de interne communicatielijnen 2. Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van interne communicatie? 3. Welke procedures zijn er in de werkplaats van een autobedrijf? 4. Waar kunnen we hier informatie over vinden? 5. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 6. Wie gaan de informatie verzamelen? 7. Doen we dat alleen of met meerdere personen?
8. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 9. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 10. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 11. Welke begeleiders ondersteunen ons?
Externe communicatie (verbaal en non-verbaal) Door het stellen van de goede vragen kun je ook de juiste antwoorden krijgen voor de invulling van project B. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee. 1. Welke vormen van externe communicatie zijn er te vinden in de autobranche?
2. Hoe gaan we die inzetten en met welk doel? 3. Waar kunnen we hier informatie over vinden? 4. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 5. Wie gaan de informatie verzamelen? 6. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 7. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 8. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 9. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 10. Welke begeleiders ondersteunen ons?
16
TECHNIEK
Project B ‘Diagnose stellen’ Door het stellen van de goede vragen kun je ook de juiste antwoorden krijgen voor de invulling van project B. Neem dan ook bij het uitvoeren van de activiteiten onderstaande hulpvragen mee. 1. Hoe verkrijg ik de juiste informatie over het probleem? 2. Hoe vertaal ik het probleem van de klant? 3. Welke diagnoseapparatuur is er? 4. Welke aanpak en diagnoseapparatuur kan ik inzetten? 5. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 6. Wie gaan de informatie verzamelen? 7. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 8. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 9. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 10. Wat verstaan we onder een garantieprocedure? 11. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 12. Welke begeleiders ondersteunen ons? In deze projectwijzer PW4 is dus sprake van twee projecten nl.: Project A Communiceren en project B Diagnose stellen. Bij de uitwerking van de projecten is het zaak de volgende activiteiten bij elk project uit te voeren. Werk Fase 1 van het project uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Vraag aan je begeleider aan welk project jouw projectgroep gaat werken. 2. Ga met je projectgroep bij elkaar zitten en verdeel de rollen en taken. 3. Maak afspraken hoe en wat gedocumenteerd moet worden. 4. Beleg een vergadering en maak een stappenplan voor fase 1. 5. Stel d.m.v. van een brainstormsessie vast welke werkzaamheden er uitge- voerd moeten worden om te kunnen starten met het project. 6. Bepaal in de brainstormsessie welke deelprojecten er bij het project horen en wanneer deze opgeleverd moeten worden. 7. Verdeel de deelprojecten onder de groepsleden, zodanig dat ieder een evenredig deel uitwerkt. Er moet van zowel Communiceren als van Diag- nose stellen, minstens één deelproject uitgevoerd worden. 8. Overleg of kijk terug wat goed of minder goed ging in fase 1. 9. Laat de notulist de notulen maken en bewaar deze in het groepslogboek. Afsluiting fase 1. Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 1 van het project, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 2.
1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 1 invullen en doe dit in je groepslogboek.
17
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bronnen • workshop Word • workshop vergadertechniek • workshop verslaglegging en notuleren • workshop Burgerschap omgaan met mensen
• bijlage 1: Brainstormsessie • bijlage 2: Maken van notulen
In te leveren producten • Projectgroep: Vragenlijst en aantekeningen gemaakt tijdens de gesprekken • Projectgroep: Resultaat van de brainstormsessie; notulen • Projectgroep: Lijst met gekozen deelprojecten (project A / project B) • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording
Flankerende ondersteuning ICT
Digitale verwerking aantekening / notulen / tabellen
Nederlands Word, verslaglegging, rapportage Praktijk Handleiding H-base, ATH online e.d. Bezoek bedrijf
18
TECHNIEK
Plan van Aanpak
Plan van Aanpak (project)
Fase 2
Door je begeleider zijn twee projecten aan de projectgroep toegewezen. Hij heeft tevens aangegeven welke eerst moet worden uitgewerkt. Beide projecten A en B krijgen dus hun eigen Plan van Aanpak! In deze fase maak je een compleet Plan van Aanpak met tijdsplanning en een keuze ten aanzien van de projecten die jullie gaan uitvoeren. Aan de hand van het Plan van Aanpak maakt de projectgroep ook de tijdsplan- ning. Je houdt hierbij rekening met de competenties waar je aan gaat werken, wie wat gaat doen, hoe het gedaan wordt en wanneer de projecten klaar moeten zijn. Hierbij wordt ook aangegeven wanneer welke activiteiten van de deelpro- jecten opgeleverd moeten worden. Je geeft aan welke ondersteuning daarbij gewenst of nodig is. Leg ook de overlegmomenten vast die je met elkaar en met de begeleider wilt hebben. Je maakt afspraken over hoe je de verslaglegging en de informatie-uit- wisseling gaat doen. Om de voortgang te controleren zul je tussentijdse evalua- tiemomenten moeten plannen. Ook die moet je vastleggen. Om alles te kunnen verantwoorden geeft ieder lid van de projectgroep in zijn persoonlijk logboek aan welke werkzaamheden hij gedaan heeft en gaat doen. Dit moet nauwkeurig worden bijgehouden. Ook bij het maken van een Plan van Aanpak ga je, net als bij fase 1 Oriënteren, methodisch te werk. Dus ook hier moet een stappenplan gemaakt worden. Gebruik voor het maken van een Plan van Aanpak de volgende vragen. 1. Hoe gaan we de werkzaamheden verdelen? 2. Wie zoekt wat uit? 3. Wie verzamelt de informatie en stelt deze samen tot een verslag? 4. Welke bronnen worden geraadpleegd? 5. Een tijdsplanning opzetten: Wanneer moet het deelproject ingeleverd zijn? 6. Hoe en wanneer wisselen we de informatie binnen de projectgroep uit? 7. Hoe houd ik mijn persoonlijke leerdoelen in de gaten houden bij de planning?
19
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Werk Fase 2 van het project uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Ga met de projectgroep bij elkaar zitten en stel door het houden van een brainstormsessie vast welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten worden om te kunnen starten met het uitvoeren van deze fase. 2. Maak een stappenplan voor het uitvoeren van fase 2. 3. Laat de notulist de notulen maken van het overleg en bewaar deze in het 4. groepslogboek. 5. Maak een Plan van Aanpak. 6. Evalueer hoe fase 2 is verlopen en leg het vast in groepslogboek. Afsluiting fase 2 Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 2, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 3.
1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 2 invullen en doe dit in je groepslogboek.
Bronnen • workshop plannen en planschema’s • bijlage 3: Format Plan van Aanpak • bijlage 4: De tijdsplanning van een (deel)project
In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten • Projectgroep: Plan van Aanpak project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/Urenverantwoording
Flankerende ondersteuning ICT
Digitale verwerking aantekeningen / notulen - tabellen
20
TECHNIEK
Realisatie
Realisatie (project)
Fase 3
De realisatiefase is de afronding van het project. In deze fase komen alle werkzaamheden uit de vorige fasen samen. Tijdens de realisatiefase, oftewel de uitvoering, voert de projectgroep het in fase 2 gemaakte Plan van Aanpak uit. Om te kunnen beoordelen of het deelproject binnen de geplande tijd gereali- seerd wordt en goed wordt uitgevoerd, zal men met de projectgroep meerdere malen tussentijds moeten overleggen of er zich problemen voordoen. Alle resultaten die in de loop van deze fase gerealiseerd zijn, legt de projectgroep vast in het groepslogboek. Op basis hiervan bepaalt de begeleider een Go – No-Go.
Uitvoering van de deelprojecten
In het Plan van Aanpak van het project hebben jullie vastgelegd welke subgroep wat en wanneer gaat doen. Het is de bedoeling dat de afzonderlijke subgroepen nu eerst hun deelproject uitwerken. Verzamel al je verkregen gegevens en informatie in je persoonlijk logboek.
21
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Fase 1: Oriëntatie deelproject
Nadat je samen met je projectgroep het Plan van Aanpak bij fase 2 hebt ge- maakt, ga je met je subgroep je oriënteren op het deelproject dat je hebt toege- wezen gekregen. Ook bij de aanpak van een deelproject is het belangrijk metho- disch te werken. In het deelproject start je weer met oriënteren. Gebruik de eerder genoemde vier fasen en stappen. Hulpvragen die je kunnen helpen bij het uitvoeren van onderstaande activiteiten zijn: 1. Welke informatie hebben we nodig om ons deelproject uit te werken?
2. Waar kunnen we deze informatie vinden? 3. Moeten we het bedrijfsleven raadplegen? 4. Wat weten we wel en wat niet? 5. Welke stappen zijn er en hoe gaan we deze doorlopen? 6. Hoe gaan we de taken verdelen in de subgroep? 7. Wie legt de verkregen informatie vast in de notulen? 8. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan?
Werk Fase 1 van het deelproject uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Bespreek met je subgroep wat je in de vier stappen van het stappenplan gaat doen in de fase Oriëntatie van het deelproject . 2. Schrijf per stap voor fase1 van het deelproject op, welke acties je gaat uitvoeren. 3. Leg de uitkomsten vast in de notulen en bewaar deze in je persoonlijk logboek. In de bijlagen vind je de diverse hulpdocumenten die je kunt gebruiken en anders kan je begeleider je op weg helpen. Als de aantekeningen en notulen zijn uitgewerkt, kun je met een gerust gevoel een Go voor fase 1 van het deelproject vragen.
In te leveren producten • Subgroep: Notulen met aantekeningen • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording
22
TECHNIEK
Fase 2: Plan van Aanpak deelproject
In deze fase wordt duidelijk wat er van het deelproject verwacht wordt. Eisen en afspraken worden vastgelegd in het Plan van Aanpak. In deze fase ga je samen met de andere leden van de subgroep het deelproject opdelen in werkzaamhe- den en krijgt ieder lid zijn deel. De planning van het deelproject moet worden vastgelegd in dit Plan van Aanpak. Een tijdsplanning opzetten Alle door de subgroep geïnventariseerde werkzaamheden moeten worden vastgelegd in een tijdsbalk. Hierin kun je aflezen wie wat moet doen en wanneer het opgeleverd moet worden. Gebruik het blanco format. Werk Fase 2 van het deelproject uit m.b.v. de volgende activiteiten. 1. Bespreek met je subgroep over wat je in de vier stappen van de fase, Plan van Aanpak , gaat doen. 2. Leg de uitkomsten vast in de notulen en bewaar deze in je persoonlijk logboek. 3. Maak een Plan van Aanpak 4. Bedenk wat er goed ging en minder goed ging bij de uitvoering van fase 2.
In te leveren producten (voor ieder deelproject) • Subgroep: Lijst met verdeling werkzaamheden • Subgroep: Tabel met tijdsplanning deelproject • Subgroep: Logboek met urenverantwoording • Individueel: Persoonlijk logboek met urenverantwoording
23
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Fase 3 Realisatie deelprojecten
Nu de subgroepen fase 2 van het project hebben afgesloten en alle activiteiten zijn vastgelegd in het Plan van Aanpak, is het moment aangebroken om de realisatie van de deelprojecten aan te pakken. Zoals eerder aangegeven worden de vier stappen per fase doorlopen. Verzamel al je verkregen gegevens en informatie in je persoonlijk logboek.
Fase 3 Realisatie (deelproject A Communiceren)
Goede communicatie voorkomt problemen.
Werk Fase 3 van het deelproject Communicatie uit m.b.v. van de volgende activiteiten. 1. Oriënteer je op de aanpak van fase 3 van het deelproject. Je bent nu voorbe- reid om fase 3, Realisatie, uit te voeren. 2. Realiseer aan de hand van het Plan van Aanpak en met de opgedane kennis jullie deelproject. 3. Maak een verslag met de verkregen informatie over je deelproject van het project Communiceren. 4. Archiveer dit in je persoonlijk logboek. Na voltooiing van de activiteit is het tijd om terug te kijken. Bedenk wat er goed ging en wat minder goed ging bij de uitvoering van fase 3.
In te leveren producten • Subgroep:
Verslag deelproject A • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording
24
TECHNIEK
Fase 3 Realisatie (deelproject B Diagnose stellen)
Bij het diagnose stellen communiceert de auto met het uitleesapparaat.
Werk Fase 3 van het deelproject Diagnose stellen uit m.b.v. van de vol- gende activiteiten. 1. Oriënteer je op de aanpak van fase 3 van het deelproject. Je bent nu voorbe- reid om fase 3, Realisatie, uit te voeren. 2. Realiseer aan de hand van het Plan van Aanpak en met de opgedane kennis jullie deelproject. 3. Vraag je begeleider een werkorder en laat een auto aanwijzen waaraan je deze diagnoseopdracht kunt uitvoeren. 4. Maak een verslag over je praktijkopdracht en het deelproject. Archiveer dit in je persoonlijk logboek. 5. Bedenk wat er goed ging en wat minder goed ging bij de uitvoering van fase 3.
In te leveren producten • Subgroep:
Verslag deelproject B • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording • Individueel: Uitwerking diagnoseopdracht
25
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Fase Realisatie Project A en B
In Fase 3 wordt van de projectgroep verwacht gezamenlijk het Plan van Aanpak te realiseren. Namelijk het bundelen van de deelprojecten in een verslag. Afsluitend zal door elke projectgroep een presentatie van het project aan de andere projectgroepen gegeven worden.
Activiteiten: Project A Reparaties en Project B Garanties
Werk Fase 3 van de projecten uit m.b.v. de volgende activiteiten. Opmerking: Bij de fase Realisatie moet voor beide projecten, Communiceren en Diagnose stellen, onderstaande activiteiten uitgewerkt worden. Oriënteer je op de opdracht en maak hiervoor een stappenplan. Maak een Plan van Aanpak voor het uitvoeren van fase 3 (Realisatie van het project). Laat de notulist de notulen maken van de brainstormsessie en bewaar deze in het groepslogboek. In stap 3 (Realiseren) is het de bedoeling dat de deelprojecten gebundeld worden tot het gewenste product. Dit is de afronding van het project van de projectgroep. De subgroepen brengen hun verslagen in volgens het PvA. Verzamel de verslagen van alle deelprojecten en maak hier een totaalverslag van. Laat je begeleider het verslag beoordelen. Om een ieder kennis te laten maken met de verschillende vormen van Commu- niceren en Diagnose stellen presenteert iedere groep hun project aan de andere projectgroepen. Overleg hoe de voortgang van fase 3, van het project, is verlopen.
Flankerende ondersteuning ICT
Digitale verwerking aantekening/ notulen, tabellen
ICT PowerPoint of Prezi Nederlands Word, verslaglegging, rapportage
26
TECHNIEK
Afsluiting fase 3. Project
Wanneer de projectgroep klaar is met Fase 3, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 4.
1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 3 invullen en doe dit in je groepslogboek.
In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht uitgevoerde praktijkopdrachten • Projectgroep: Presentatie projecten • Projectgroep: Verslag Project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/Urenverantwoording
27
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Evaluatie (project)
Fase 4
In deze fase kijk je terug op wat je gedaan hebt en hoe het is verlopen. Elk projectgroepslid heeft een stuk van het totale project afgerond, maar weinig gedaan aan de andere delen. Om het hele project te kunnen overzien, zul je dus moeten leren van de anderen en de anderen van jou. Nu het project af is, is het tijd om te kijken wat er goed en minder goed ging tijdens het project. Je kijkt terug en bespreekt samen hoe de deelprojecten zijn verlopen en hoe het totale project is verlopen. Als daarin duidelijk is dat iets niet zo is verlopen als verwacht, dan moeten je verbeterpunten kunnen aangeven waaraan je in de volgende projectwijzer gaat werken. Leg een en ander vast in een reflectieverslag. Ieder projectlid zal door de overige projectleden beoordeeld worden op zijn actieve deelname aan dit project. Na deze beoordeling stel je een Persoonlijk Ontwikkel Plan op voor het traject van de volgende periode. Werk Fase 4 van het project uit m.b.v. de volgende activiteiten. 1. Maak een reflectieverslag over het verloop van de werkzaamheden binnen het project. 2. Ga bij elkaar zitten, overleg met elkaar en vul van je projectgroepsleden het beoordelingsformulier in. 3. Voeg het reflectieverslag en het beoordelingsformulier toe aan je portfolio. 4. Maak een afspraak met je begeleider voor het houden van het persoonlijk functioneringsgesprek (assessment). Afsluiting fase 4 Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 4, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan met de volgende projectwijzer.
1. Laat je begeleider het format Go – No-Go Fase 4 invullen en doe dit in je groepslogboek.
Bronnen • http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-ontwikkelen Klik op: Reflecteren en zelfreflectie • Bijlage 8: Reflectieverslag • Bijlage 10: Beoordelingsformulier • Bijlage 14: Monitor PW 4
28
TECHNIEK
In te leveren producten • Projectgroep: Reflectieverslag (project A en B) • Projectgroep: Kopie onderlinge groepsbeoordeling • Projectgroep: Logboek/urenverantwoording • Individueel: Reflectieverslag deelproject • Individueel: Persoonlijk logboek/Urenverantwoording • Individueel: Bijgewerkt portfoli
29
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
< < Bijlagen >>
30
TECHNIEK
Bijlage 1 Brainstormsessie
Een brainstormsessie is een goede manier om tot nieuwe ideeën en inzichten te komen. Er wordt effectief gebruik gemaakt van de kennis van alle betrokken studenten. Maar hoe organiseer je nu een brainstormsessie? Voorbereiding Wat is de inhoud van de sessie? Doel van de sessie: In kaart brengen van de opdracht en de onderliggende deelprojecten. Uitvoering en organisatie De begeleider begeleidt het proces als sessieleider en noteert alles op een bord/ flap-over. Er wordt een notulist aangewezen, die het uiteindelijke resultaat notuleert. De overige leden van de projectgroep zijn deelnemer. Bepaal een datum en tijdstip Creativiteit kent geen tijd, maar bepaal dus wel een starttijd. Laat de sessie duren zolang als nodig is. Start bij voorkeur ‘s ochtends wanneer iedereen nog fris is. Bepaal een locatie Kies bij voorkeur een locatie waar er ongestoord gewerkt kan worden. Bekijk in hoeverre de locatie ingericht kan worden voor het doel. Zorg voor voldoende papier, zodat iedereen naar hartenlust losse gedachten op kan schrijven, teke- ningen kan maken enz. Bespreek de (gedrags)regels, dit is noodzakelijk om het maximale uit een brainstormsessie te halen. Bijvoorbeeld: niet door elkaar praten, geen kritiek geven in de ideeënfase. Deelnemers moeten zich aan het onderwerp houden, elkaars meningen en inzichten respecteren. Zorg voor een ontspannen sfeer. Een informele sfeer stimuleert het creatieve proces. Ideeën-generatiefase In deze fase is het van belang om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen en leg alle ideeën vast. Er bestaan geen stomme of slechte ideeën, dus in deze fase niet gaan bekritise- ren of evalueren. Het gaat in deze fase om kwantiteit niet om kwaliteit. Houd de vaart erin. De sessie zelf Start sessie. Bespreek het doel van de dag en het centrale thema. Bespreek van tevoren de rol van de sessieleider en de notulist.
Het resultaat van de eerste fase van een brainstormsessie is een groot aantal losse en zeer diverse ideeën waarvan nog niet vaststaat of ze zinnig zijn of niet.
31
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Selectiefase Ideeën kunnen nu ingedeeld worden in categorieën. Bepaal welke onderlinge samenhang er te ontdekken is. Vervolgens kunnen de meest bruikbare ideeën geselecteerd worden. Ideeënontwikkelingsfase De meest bruikbare ideeën kunnen nu worden uitgewerkt. In deze fase wordt bepaald welke zaken er nu echt van belang zijn en welke niet. Bespreek ook wat niet strikt noodzakelijk is, maar wel bruikbaar kan zijn.
Afronding De notulist legt de uitkomsten van de sessie vast.
32
TECHNIEK
Bijlage 2 Maken van notulen
Aanwezig:
Afwezig:
(deel)Project :
Datum:
Nr.
Welke werkzaamheden
Wie
Wanneer klaar
Afgehandeld ja nee
001
002
003
004
005
006
007
33
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 3 Format Plan van Aanpak (fase 2)
• Voorblad • Inhoudsopgave • Achtergronden • Projectopdracht • Projectactiviteiten • Producten • Projectorganisatie • Tijdsplanning
Op het Voorblad wordt jullie logo, de titel van het project, de datum, de versie en de namen van de uitvoerders gezet.
De Inhoudsopgave wordt automatisch gegenereerd.
De Achtergronden geeft bijvoorbeeld weer hoe het project tot stand gekomen is.
De Projectactiviteiten zijn de uit te voeren activiteiten en wie ze gaat uitvoe- ren.
Bij het hoofdstuk Producten geef je aan wat je precies gaat opleveren.
De Projectorganisatie geeft aan wie aan het project meewerkt en welke onderlinge taakverdeling er is.
Een Planning kan gemaakt worden met behulp van een tijdsplanning. Een planning moet in ieder geval zo overzichtelijk mogelijk worden weergegeven.
34
TECHNIEK
Bijlage 4 De tijdsplanning van een (deel)project
Plan van Aanpak (nog in te vullen)
Project: Mobiliteitsbranche
weeknummer 1
weeknummer 2
weeknummer 3
ma di
wo do vr
ma di
wo do vr
ma di
wo do vr
Activiteit Waar
Welke Wie
Activiteit Waar
Welke Wie
Enzovoort
35
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 5 Criterialijst Presenteren
Presentatiestructuur
Inleiding • aandacht van publiek winnen • jezelf voorstellen • onderwerp en doel presentatie aangeven • onderdelen die je gaat behandelen weergeven • tijdsduur, vragen, procedure etc. aangeven Kern
• logische overgangen tussen de diverse onderdelen • logische opbouw binnen de diverse onderdelen • regelmatige samenvattingen Slot • samenvatting en/of conclusie Presentatie-inhoud Voorbereiding groepspresentatie • afspraken over inhoud en verdeling projecttaken • vooraf de inhoud kennen van elkaars presentatie • start eindpresentatie met een algemene inleiding • elke student hanteert een spreekschema Technische inhoud
• technische diepgang • technisch verantwoord Algemene inhoud • doelgericht • publieksgericht
Presentatietechniek
Hulpmiddelen • juiste keuze van hulpmiddelen • juist gebruik van hulpmiddelen • goede kwaliteit en verzorging van het illustratiemateriaal
Communicatieve vaardigheden • staat ontspannen voor de groep • spreekt duidelijk • maakt complete zinnen • heeft een goed spreektempo • spreekt met voldoende volume • praat levendig • komt overtuigend over op de groep • heeft oogcontact voor de luisteraars • heeft overzicht voor de groep
36
TECHNIEK
Bijlage 6 Criterialijst Verslagen
Wat is het doel van het verslag In vrijwel elke stap van een projectwijzer krijg je de opdracht om een verslag te maken. In het verslag zul je vaak een overzicht moeten geven van de handelingen die je verricht hebt tijdens de uitvoering van de projectwijzer. Je zult ook geregeld moeten verantwoorden waarom je iets wel of niet gedaan hebt. Voor wie schrijf je het verslag? Meestal schrijf je het verslag voor één van je begeleiders of je projectgroepsleden. Spreek met hen goed af wat ze van jouw verslag verwachten. De indeling van een verslag 1. Titel (pagina) Dit moet een titel zijn, waarmee je de projectwijzer duidelijk aangeeft. 2. Algemene gegevens Naam : Je volledige voor- en achternaam. Naam leden projectgroep : De volledige voor- en achternamen van iedereen, waarmee je de projectwijzer uitgevoerd hebt. Klas : De klas waarin je zit. Datum van inlevering: De uiteindelijke datum, waarop je het verslag bij je begeleider inlevert. 3. Inleiding Schrijf hier een korte inleiding op wat komen gaat. Noem de reden waarom je de opdracht uitvoert en beschrijf heel kort wat de opdracht inhoudt. 4. Doel(en) De hoofdvragen die je in deze stap van de projectwijzer gaat beantwoorden. Schrijf ze puntsgewijs op. Let goed op tijdens de uitvoering van de projectwijzer, wat je docenten, praktijkopleiders ter plekke nog melden. 5. Je verwachting Wat verwacht je in deze projectwijzer te leren? Denk daarbij aan de theorie en de praktijk. 6. Benodigdheden Alle benodigdheden voor deze projectwijzer op een rijtje. Omschrijf de benodigdheden zo precies mogelijk. Gebruik de juiste namen. Schrijf ze altijd op, terwijl je nog met de projectwijzer bezig bent, zodat je niets vergeet. 7. Conclusie(s) Schrijf ook op wat je geleerd hebt in de theorie en de praktijk. 8. Bronvermelding Maak hier een lijst van boeken en internetadressen en andere informatiebron- nen, die je bij deze opdracht gebruikt hebt. Wees hierin zo uitgebreid mogelijk! Samenhang en logische opbouw
37
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Woordgebruik en woordenschat Verklaar de vaktermen en afkortingen als ze niet door iedereen gebruikt wor- den. Blijf zakelijk, laat je gevoelens en emoties niet meespelen in het verslag. Spelling, interpunctie en grammatica Zorg voor correcte spelling en zinsbouw. Laat je verslag eerst door een ander nalezen als je jezelf onzeker voelt op dit punt.
Leesbaarheid Schrijf je verslag kort en puntsgewijs op. Houd een logische gedachtegang vast.
38
TECHNIEK
Bijlage 7 Beoordelingsformulier verslag
Beoordeling verslag Projectwijzer:
Namen: Projectgroep: Beoordelaar:
Begeleider: Titelpagina • schrijver(s) (voor- en achternaam) • studiejaar, klas (evt. projectgroepgroep) • opdrachtgever begeleider
Onvoldoende
Voldoende
• beoordelaar • inleverdatum • ruimte voor cijfer en/of beoordeling Inhoudsopgave • complete weergave inhoud verslag • decimale hoofdstuk- en paragraafnummering • paginanummering Inleiding • beschrijving van het onderwerp (inhoud en doel) van de taak • werkwijze (Plan van Aanpak) • werkverdeling (alleen indien sprake is van groepswerk) Kern; de uitwerking van de opdrachten • logische opbouw tussen hoofdstukken en (sub)paragrafen • logische opbouw binnen hoofdstuk • correcte en passende illustraties, tekeningen, grafieken etc. • correcte verwijzingen (bronnen, illustraties, tekeningen etc.) • technische diepgang Slot • samenvatting en/of conclusie (Iet op doel verslag) Bronvermelding • correcte en volledige weergave van de bronnen Bijlage(n) • correcte nummering • correcte verwijzing naar kern Tekstverzorging • correcte spelling • correcte formulering in eigen woorden/citaat met bronvermelding • lay-out gebruik van TAB of Insprong • inhoud voettekst: le naam; Titel; Klas; Datum • paginanummering elke bladzijde Algemeen
• publieksgericht (inhoud/taalgebruik/uiterlijk) • doelgericht (bevat alleen relevante informatie)
39
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 8 Handreiking reflectieverslag
Invulformulier reflectieverslag
Reflectieverslag Student:
Studentnummer:
Opleidingsinstituut:
BPV-bedrijf:
Werkproces STARRT
Uitwerking
Wat was de Situatie ? • Wat was de situatie? • Wat gebeurde er? • Wie waren er bij betrokken? • Waar speelde de situatie zich af? • Wanneer speelde de situatie zich af? • Wat verwachtte je van de situatie? Wat was jouw Taak ? • Wat was jouw taak? • En die van de anderen? • Wat werd er van je verwacht? • Wat wilde je bereiken? • Wat verwachtte je van jezelf in die situatie? • Wat vond je dat je moest doen? Welke Actie ondernam je? • Wat heb je precies gedaan? • Hoe was je aanpak? • Hoe gaf je vorm aan je handelen? • Hoe reageerden anderen op jou? • Wat heb je vervolgens gezegd / gedaan? Welke Resultaat had dat? • Hoe is de actie afgelopen? • Wat was het resultaat van je handelen? • Wat was het resultaat bij de anderen? Hoe kijk je erop terug? Reflectie • Welke competentie(s) heb je laten zien? • In hoeverre heb je je doel bereikt? • Hoe waardeer je jezelf hierin? • Wat heb je ervan geleerd? • Wat zou je anders doen? Welke Toepassingsmogelijkheden zie je voor je toekomst? Bij welk werkproces is het geleerde nog meer
van toepassing? Ondertekening
Beoordelaar
Beoordeling
Naam Functie Datum
40
TECHNIEK
Bijlage 9 Beoordelings Go – No-Go
TABEL Go – (No-Go) Fase 1 Oriëntatie Vragenlijst en aantekeningen gemaakt tijdens het overleg Resultaat van de brainstormsessie; notulen Lijst met gekozen deelprojecten Logboek / urenverantwoording
Datum Projectbegeleider Paraaf
Opmerkingen begeleiders
Go
Go
Go
Go
Go
Groepslogboek
Handtekening
TABEL Go – (No-Go) Fase 2 Plan van Aanpak Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten Planning competenties waaraan gewerkt wordt
Datum Projectbegeleider Paraaf
Opmerkingen begeleiders
Go
Go
Plan van Aanpak (deelproject)
Go
Logboek/ urenverantwoording
Go
Groepslogboek
Handtekening
41
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
TABEL Go – (No-Go) Fase 3 Realisatie Overzicht uitgevoerde opdrachten
Datum Projectbegeleider Paraaf
Opmerkingen begeleiders
Go
Go
Verslag (deelproject)
Presentatie (deelproject)
Go
Go
Verslag Project
Go
Presentatie Project
Go
Groepslogboek
Logboek/ Urenverantwoording
Go
Handtekening
TABEL Go – (No-Go) Fase 4 Evaluatie
Datum Projectbegeleider Paraaf
Opmerkingen begeleiders
Reflectieverslag (deelproject)
Go
Logboek/ urenverantwoording
Go
Reflectieverslag project
Go
Beoordelingsformulier
Go
Groepslogboek
Go
Bijgewerkt portfolio
Handtekening
42
TECHNIEK
Bijlage 10 Beoordelingsformulier medestudenten
Projectnaam:
Komt afspraken na Ondersteunt medestudent Neemt initiatieven O V O V O V O V O V O V O V Is een “teamspeler” Levert werk op tijd in Heeft zijn werk voorbereid
Heeft voldoende bijdrage geleverd
Naam projectgroepleden
43
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 11 Werkorder
Honda dealer
Autobedrijf Stuur &Wiel
Autostraat 1001 1001 TT Autostad Magazijnopdracht Naam onderdeel
Werkorder
Prijs in € Omschrijving werkzaamheden
Aantal
Pijs per eenheid in €
Totaal onderdelen
€
>>> transport >>>
€
44
TECHNIEK
Bijlage 12 Invullijst communicatieproducten
medium boodschap: onderwerp, doel, thema
informatie bron
ontvanger (publiek)
zender
= filter en / of ruis
zender
ontvanger
feedback
wordt ontvanger
wordt zender
a = afstemming op doel
onderwerp: van de boodschap: waarover gaat de zender iets zeggen
doel: wat wil de zender bereiken met deze boodschap? (informeren, activeren, mening vormen)
thema(‘s): wat wil de zender over het onderwerp zeggen, in verband met het doel
b = afstemming op publiek
publiek: wie is de ontvanger van de boodschap, bij wie wil de zender dat doel bereiken? (b.v. functie of belangrijkheid van de persoon, voorkennis van het onderwerp, taal, opvattingen, bevoegdheden, machtsmiddelen.) ben je zelf publiek, dus ontvanger: wie is de zender van de boodschap? (b.v. functie of belangrijkheid van de persoon, voorkennis van het onderwerp, taal, opvattingen, bevoegdheden, machtsmiddelen.)
c
consequenties: welke informatie over onderwerp en thema’s komt in de boodschap, rekening houdend met dit publiek en dit doel?
medium: door middel van welk medium kan/moet ik deze boodschap voor dit publiek (het beste)overbrengen of ‘verpakken’?
d = medium en bijbehorende conventies bepalen
conventies: Welke (spel)regels gelden voor dit medium?
e = opbouw en samenhang bepalen
opbouw van de boodschap: Rekening houdend met dit publiek, dit doel, dit onderwerp en thema’s, wat komt er dan in: Inleiding:
Kern:
Slot:
f = ruis voorkomen
ruis: welke mogelijke ruis kan er ontstaan en (hoe) kan ik dat voorkomen?
45
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 12 Beoordeling (communicatie)product (blad 1: vakinhoud)
Naam student : __________________________________________________ Naam product: __________________________________________________ Projecttaak: __________________________________________________
Onderwerp: Doel/doelen :
__________________________________________________ __________________________________________________ __________________________________________________
Publiek:
OPMERKINGEN
GOED VOLD.
ONV.
a. Onderwerp, doel, thema’s Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vormen) Alle benodigde thema’s (om doel te bereiken) zijn behandeld b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/ de juiste persoon Thema’s zijn juist gekozen bij dit publiek/deze persoon o.a. te veel/ te weinig thema’s i.v.m. • voorkennis v.d. ontvanger • interesse v.d. ontvanger • functie v.d. ontvanger • mening v.d. ontvanger c. de informatie in de thema’s Informatie in de thema’s is voldoende o.a.: • volledig om doel te bereiken • afgestemd op dit publiek f. Ruis: • er ontbreekt informatie • er is overbodige informatie • er is onjuiste informatie
46
TECHNIEK
Bijlage 12 (communicatie)product (blad 2: communicatie/ Nederlands)
Naam student : __________________________________________________ Naam product: __________________________________________________ Projecttaak: __________________________________________________
Onderwerp: Doel/doelen :
__________________________________________________ __________________________________________________ __________________________________________________
Publiek:
OPMERKINGEN
GOED VOLD.
ONV.
d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s , publiek.
Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt e. opbouw van de boodschap Inleiding: is volledig. ( minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd) Kern: • er is een goede, logische volgorde van de thema’s • de boodschap wordt goed onderbouwd Slot: • de inhoud van de boodschap wordt correct samengevat. • de conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap f. ruis o.a.: • non-verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap • verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap • fouten in spelling/ taalgebruik leiden af van de boodschap • fouten in formulering leiden af van de boodschap • wel/geen gebruik vaktaal • fatsoensnormen
47
PROJECTWIJZER 4 - COMMUNICEREN EN DIAGNOSE STELLEN
Bijlage 13 BPV-opdracht Communiceren
Inleiding
Het juist communiceren tussen bedrijven, klanten en collegae is van het grootste belang voor de voortgang van processen. Onjuist communiceren kan leiden tot fouten en verlies van omzet. In het ergste geval kan dit leiden tot ontevreden klanten. En dat is iets wat we natuurlijk absoluut niet willen. De dienst binnen het autobedrijf is gericht op het tevreden stellen en houden van klanten. In een autobedrijf is sprake van interne en externe communicatie. In projectwijzer 4 wordt hier dieper op ingegaan. Daarom worden de diverse manieren en afspra- ken van communiceren vastgelegd in procedures. De opdracht is om samen met je begeleider of stagebegeleider een onderwerp (project) te bedenken, dat je in kaart gaat brengen en waar je een procedure voor gaat schrijven. Misschien is het zo dat bepaalde bestaande procedures niet voldoen en dat deze opnieuw bekeken en beschreven moeten gaan worden. Je moet deze BPV-opdracht duidelijk in beeld gaan brengen met gebruikmaking van de vier fasen. Werk fase 1 en fase 2 eerst uit en overleg dit met je stagebege- leider en je begeleider op school. Je moet je stagebegeleider ook duidelijk maken dat hij je moet beoordelen op je werkzaamheden en attitude. 1. Verzamel de benodigde informatie: instructies, procedures, formulieren enzovoort. 2. Onderzoek het proces van jouw gekozen project zoals die in jouw stagebe- drijf plaatsvindt. 3. Overleg met de betrokkenen. 4. Werk de activiteiten 1, 2 en 3 uit en maak een Plan van Aanpak. Kijk hiervoor goed naar het bedrijf waar je dit gaat uitvoeren. Bespreek het Plan van Aanpak met je stagebegeleider en stel het eventueel bij. 5. Ga nu het Plan van Aanpak uitvoeren. 6. Maak een verslag van de BPV-opdracht en laat dit beoordelen door je stagebegeleider. 7. Geef, op school, een presentatie over het communicatieproject in jouw stagebedrijf. 8. Laat deze presentatie beoordelen door medestudenten en begeleider. Opmerking Als je op school een presentatie/demonstratie over dit onderwerp houdt, kun je de stagebegeleider vragen erbij aanwezig te zijn om jou ook te beoordelen. Activiteiten
Bedenk wat goed ging en wat minder goed ging bij de BPV-opdracht. Leg dit vast en doe dit in je persoonlijke logboek.
Made with FlippingBook