00670480008
De bandtransporteur wordt geactiveerd door een computerscansignaal en in hoogte versteld en naar links of naar rechts gestuurd (zie tekening). De transporteur moet worden uitgevoerd met de volgende bedieningselementen: een startschakelaar en een stopschakelaar. Tijdens positieverandering van de band moeten de banden stil staan.
Omdat de band veelvuldig aan- en uitgeschakeld wordt, maakt men gebruik van een softstarter of frequentieregelaar die er voor zorgt dat de inschakelstromen worden beperkt en de mechanische componenten zo minimaal mogelijk worden belast. Het geheel kan worden aangestuurd met een PLC die gebruik maakt van sensoren en actuatoren. Bij het monteren van de transporteur op de definitieve opstelplaats dienen alle aangedreven componenten en overbrengingen nauwkeurig afgesteld en uitgelijnd te worden. Tijdens het proefdraaien dient men alle soorten lageringen na te lopen op temperatuur, ruis en speling.
86
MECHATRONICA
Made with FlippingBook