006BTML0006

STAP 3 VOORBEREIDEN

Als voorbereiding van een las moet Aluminium niet alleen vetvrij gemaakt worden met een ontvettingsmiddel. Soms wordt het ook geborsteld met een borstel die voorzien is van RVS-draadjes. 17 Waarom is het borstelen van Aluminium noodzakelijk? 18 Waarom mag dit niet met een gewone staalborstel? 19 Waarom moet het materiaal na het ontvetten goed droog zijn? 20 Aluminium mag tijdens het slijpen niet te warm worden. Wat is het gevolg van te warm geworden Aluminium? 21 Hoe kun je tijdens het slijpen het niet te warm worden in de gaten houden? 22 Waarom mag een slijpsteen die ook gebruikt wordt voor het slijpen van staal niet gebruikt worden voor het slijpen van Aluminium? 23 Omschrijf wat er met ‘backinggas’ bedoeld wordt en waarom dat gedaan wordt. 24 Waarom moet het Aluminium materiaal na het lassen weer blank worden gemaakt? 25 Wat is het gevolg van het vergroten van de uitsteeklengte van de elektrode? 26 Als je toch een lang gasmondstuk moet gebruiken omdat de las diep ligt, wat kun je dan doen om oververhitting van de elektrode te voorkomen? 27 De toevoegdraad die je bij TIG-lassen kunt gebruiken is er in verschillende diameters. Waar is de te gebruiken dikte van de draad van afhankelijk? 28 Maak een overzicht van de lasposities en de codering die daarbij hoort. 29 Wat kun je doen als de las te bol gaat worden? 30 Waarom is het noodzakelijk sommige lasnaden in meerdere lagen te lassen? 31 Laat met behulp van tekeningen zien wat het verschil is tussen een las in twee lagen en een las in twee lagen waarvan de tweede laag uit twee snoeren bestaat. 32 Waarom is het nodig een tweede laag met twee snoeren aan te brengen? 33 Moet je de instelling van de apparatuur wijzigen bij het aanbrengen van de tweede laag? Zo ja, waar bestaat die wijziging uit? 34 Een hoeklas is aangegeven met een a-hoogte 3 mm. De las heeft uiteindelijk een a-hoogte van 4 mm. Bereken: a Hoeveel cm 3 lasmateriaal er per meter laslengte meer neer is gesmolten dan noodzakelijk was. b Hoe groot het verschil in procenten is. Er zijn 3 oefeningen hoeklassen, telkens in een andere laspositie. Je vindt deze op de tekeningen TIG2-Alm-94300-02 t/m -04. Je kunt ook aan je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint.

15

Made with