006BTML0015
Als je naar een ander bedrijf gaat of van opleiding verandert, gaat het portfolio mee. Zo kun je altijd laten zien wat je al beheerst en wat je tot nu toe gedaan hebt.
3.3 De basisgroep
Je leert op school alleen of in een basisgroep. Dit is een groep van 4 tot 6 studenten. In het leerbedrijf werk je aan je beroepstaak met hulp en aanwijzingen van je praktijkopleider en ervaren collega’s. Jullie werken samen aan een beroepstaak. Jullie zoeken op wat je nodig hebt, en gaan naar een
praktijklokaal om praktische vaardigheden te oefenen. Samen doorloop je in de basisgroep de stappen van de beroepstaken. Jullie leren samen, maar je maakt wel eigen resultaten en tussenproducten. Dit voorkomt dat sommige studenten heel veel doen en andere heel weinig.
3.4 Begeleiding
Alle begeleiders hebben een ondersteunende rol bij de uitvoering van de beroepstaak en het ontwikkelen van je competenties. Je begeleiders zijn:
• De trajectbegeleider (t). • De praktijkopleider (po). • De praktijkbegeleider (pb). • De vakdocenten (vd).
3.4.1 De trajectbegeleider (t)
Tijdens jouw opleiding heb je een trajectbegeleider. De trajectbegeleider: • Voert met jou het intakegesprek. • Helpt je bij het opstellen van de activiteitenplanner. • Helpt je bij praktische vragen. • Ondersteunt jou ook bij het kiezen van de route door de opleiding, bijvoorbeeld bij de volgorde van de beroepstaken en bij de keuze voor een uitstroomspecialisatie.
• Begeleidt jou bij je competentieontwikkeling. • Geeft adviezen voor een vervolgopleiding.
Daarvoor overlegt de trajectbegeleider ook met de andere begeleiders/docenten en met de praktijkopleider van het leerbedrijf.
3.4.2 De praktijkopleider/leermeester (po)
De praktijkopleider/leermeester begeleidt jou op de werkvloer. Hij stemt de praktische werkzaamheden in het bedrijf af op de opdrachten van de beroepstaken. Hij geeft je ook begeleiding bij de praktische opdrachten van de beroepstaak.
15
Made with FlippingBook