006IPTDB0004
D Deels/niet aangetoond competent gedrag De leerling werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of is niet voldoende actief en/of zet te weinig kennis en vaardigheden in. A Aangetoond competent gedrag De leerling werkt volgens de prestatie-indicator, is actief en zet de benodigde kennis en vaardigheden in. G Goed aangetoond competent gedrag De leerling werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt, is daarbij proactief en zet kennis en vaardig- heden bovengemiddeld in. In de kolom 'resultaat D-A-G' kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom 'Opmerkingen' kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een leer- ling. Alleen heel opvallend gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerling aangeven of deze de projecttaak in com- plexiteit A, B, C of D gaat uitvoeren. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing en begeleiding mee- gegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. In de beoordelingsmonitor staat complexiteit van de projecttaak aangegeven met: A -B -C -D In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten. Moeilijkheids- graad (complexiteit) Welke begeleiding krijg je? In welke situatie moet je de opdracht uitvoeren? Moment van uitvoering A (Be)geleid 1e half jaar
Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke situa- tie. Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke werk- situatie. Standaard De taak bestaat uit verschillen- de werkzaamheden die je in een normale werksituatie uit- voert. Complex De werksituatie is niet meer zo overzichtelijk. Je begeleider is niet altijd bij jou in de buurt. Je zult zelfstandig naar oplossin- gen moeten zoeken.
Je krijgt zoveel mogelijk lei- ding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Begeleid Je krijgt begeleiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Je begeleider is in de buurt. Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstan- dig de taak uit. Je kunt bij pro- blemen je begeleider raadplegen. Zelfstandig Je voert de taak zelfstandig uit. Vaak krijg je pas aan het einde ervan de controle van je bege- leider.
B
2e half jaar
C
Als beginnend beroepsbeoe- fenaar
D
32
Made with FlippingBook