006PWIB0006

Kenmerken van deze leerweg zijn: x Je bent vooral student. x Je zult in de betreffende periode overwegend vijf dagen per week op school zijn. Daarvan werk je twee dagen aan je studentenbedrijf. Je brengt op school de competenties op eindniveau die moeilijk binnen je studentenbedrijf te ontwikkelen zijn. Verder breng je theoretische kennis, taal en rekenvaardigheden op eindniveau. x Je werkt in een team (eigen bedrijf). x Je zal veel tijd besteden aan communicatie, met elkaar, met de begeleiders en met toeleverende bedrijven. x Je bent vooral werknemer bij je eigen bedrijf, hebt een arbeidsovereenkomst en verdient een (zeer laag) salaris. x Binnen het bedrijf heb je een specifieke taak waarvoor jij verantwoordelijk bent. x Binnen het bedrijf zul je andere taken moeten uitvoeren. x Je zult af en toe meer tijd in het bedrijf stoppen dan standaard van je school verwacht wordt. Ook een dag in het weekend zal wel eens plaats kunnen vinden, zeker als je studentenbedrijf meedoet met de landelijke wedstrijden. x Je brengt binnen het studentenbedrijf een maximaal aantal competenties op het eindniveau. x Je brengt tijdens andere lessen de competenties op eindniveau die moeilijk in het studentenbedrijf te ontwikkelen zijn. Verder breng je theoretische kennis, taal- en rekenvaardigheden op eindniveau. x Je verantwoordt al je activiteiten en ontwikkelingen in het studentenbedrijf met behulp van deze PW 9. x Vanuit de school word je begeleid en beoordeeld door de projectbegeleider. x Vanuit de stichting word je begeleid en beoordeeld door de praktijkopleider. Aanpak De aanpak van Jong Ondernemen is als volgt: studenten starten een bedrijf en verdelen de functies die in een bedrijf moeten worden bekleed. Er komt een directeur, een verkoper, een financiële persoon etc. Ze bedenken samen een doel en een strategie om een product te kunnen verkopen en daarmee winst te maken. Dit zetten ze in een ondernemingsplan. Met dit ondernemingsplan proberen de studenten 100 aandelen te verkopen à € 15 aan familie, docenten, studenten etc. Met dit kapitaal van € 1500 kan het studentenbedrijf nu een product ontwikkelen of inkopen en een marketingplan ten uitvoer brengen. Aan het einde van het studiejaar wordt bekeken hoeveel winst er is gemaakt, daarover wordt belasting betaald. De overgebleven winst wordt verdeeld over de aandeelhouders. Eventueel is het mogelijk dat een aantal mensen van het studentenbedrijf een doorstart maakt met het succesvolle product. De stichting Jong Ondernemen levert een lesboek, een internetsite met allerhande te downloaden documenten, interessante seminars, een bedrijfsbegeleider die intensief zal begeleiden (wekelijks of tweewekelijks) en een accountant die met de financiën helpt (minimaal maandelijks). Ook is er een wedstrijd (regionaal, landelijk en Europees) en worden er marktdagen georganiseerd waar je je studentenbedrijf aan de wereld kunt tonen. Voor elke studierichting is het studentenbedrijf een geweldige activiteit om te ervaren of de kennis die je hebt vergaard in de afgelopen twee jaar ook commercieel toepasbaar is. Je bedenkt een eigen product voor een doelgroep waarvan je denkt dat daar een gat in de markt is. Je zult dus wat meer tijd kwijt zijn met het ontwikkelen van je eigen product dan studentenbedrijven die gewoon een standaard product inkopen. De leerervaring en de voldoening is natuurlijk veel groter als je een eigen product hebt ontwikkeld en op de markt hebt gezet. Noodzakelijk is dat het product niet te ingewikkeld is en dat er niet meer investeringen nodig zijn dan de € 1500 die je als startkapitaal ter beschikking hebt. Ook qua tijd mag het niet te veel uitontwikkeltijd kosten om het product te produceren, zodat snel (binnen enkele maanden na aanvang van het bedrijf) aan de verkoop begonnen kan worden.

-41-