006WTBPT0012

006WTBPT0012

N I V E A U 3 SERV I CE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES

Bekabeling

11

Uitstroom Service monteur werktuigbouw [Crebo 94324] B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

N I V E A U 3 SERV ICE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES

Bekabeling

11

Uitstroom Servicemonteur werktuigbouw

B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

69336116 Bestelnummer 006WTBPT0012

© 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Leden werkgroep T.L. Hengelmolen, J.A. Menzen, A. Timmer Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT

W. van Dijk Eindredactie M. Brok Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s J.A. Menzen

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .12

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .22

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .31

BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER . . . . . . . . . . . . . . . .32

BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T . . . . . . . . . . . .33

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Binnen de techniek heb je natuurlijk ook te maken met het elektrische gedeelte van alle apparatuur. Alles moet aangesloten worden en de kabels moeten er toch naar toe getrokken worden. Verder moet je eventueel een storing kunnen oplossen in een schakelkast.

In deze projecttaak Je gaat tijdens deze projecttaak kennis maken met de elektrotechnische kant van de werktuigbouwkunde. Zo ga je leren een schema te lezen en te maken en je gaat kabels trekken. Hierbij hoort natuurlijk ook het aanleggen van goten enzovoort. Verder ga je apparatuur installeren en metingen verrichten. Als laatste komt een aantal berekeningen aan bod om bijvoorbeeld weerstanden te berekenen.

4

Na deze projecttaak Als je deze projecttaak goed uitvoert, kun je: • tekeningen en documentatie van elektrische installaties lezen en interpreteren • kabeldraagsystemen, wandgoten en vloergoten monteren voor de bekabeling en installatie van elektrische machines en apparaten • buigzame elektrische leidingen leggen en monteren • elektrische machines en apparaten plaatsen en aansluiten • bedienings-, beveiligings- en signaleringsapparatuur plaatsen en aansluiten • metingen verrichten aan elektrische machines, apparaten, kabelinstallaties en besturingskasten • elektrische machines, apparaten, kabelinstallaties en besturingskasten testen en instellen • bovengenoemde werkzaamheden aan elektrische installaties verrichten met inachtneming van interne en externe normen en voorschriften voor veilig werken aan laagspanningsinstallaties

5

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

• Productanalyse • Producten in de projecttaak • Lijst met benodigdheden • Begrippenlijst • Veiligheidsmaatregelen • Elektrisch schema • Elektrische veiligheden

2. Planning en voorbereiding

• Activiteitenplan

3. Uitvoering

• Werkende machine • Eventueel bijgewerkt elektrisch schema • Vakkennistoets • Presentatie van proces van het plaatsen van de machine • Evalueren en beoordelen

4. Oplevering en evaluatie

• Beoordelingsmonitor • Bijgewerkte portfolio • Evaluatie • Criteriumgericht interview • Urenverantwoording

6

Organisatie

UITVOEREN PROJECTTAAK Deze projecttaak wordt afhankelijk van de locatie uitgevoerd. Als de mogelijkheid niet aanwezig is voor BBL-leerlingen om dit op het werk te doen, kan het op school uitgevoerd worden. Door de BOL- leerlingen wordt het op school uitgevoerd, tenzij er een mogelijkheid is om het tijdens stage/BPV te doen. Tijdens deze projecttaak wordt er ook een stuk theoretische kennis gevraagd. Dit wordt gedaan door middel van een aantal in te leveren producten. Tevens kan er via workshops/lessen ondersteu- ning worden gegeven. Deze workshops/lessen vinden plaats op het ROC. BENODIGDE MIDDELEN IN DEZE PROJECTTAAK De benodigde middelen voor deze projecttaak zijn afhankelijk van het feit of de leerling de taak tijdens BPV of op school uitvoert. De middelen die nodig zijn om deze taak te kunnen uitvoeren zijn: • Veiligheid: Alle verschillende veiligheidsmiddelen en veiligheidsmaatregelen die moeten worden gebruikt of gedaan. Dit om in de verschillende situaties veilig te werken. Dit wordt ook via een verslag door de leerling verwerkt. AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDER (ALGEMEEN) Tijdens deze projecttaak dient aandacht besteed te worden aan de volgende theoretische achtergron- den: • Vaktheorie • Veiligheid • Informatica • Nederlands • Bedrijfskunde • LLB De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij. AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER (ALGEMEEN) Tijdens deze projecttaak gaat de leerling een machine plaatsen en gebruiksklaar maken. Dit houdt in dat er een kabel naar toe moet die door een goot loopt, en deze moet worden aangesloten. Verder moeten de nodige veiligheden op de machine worden aangebracht. Tevens moet de leerling weten hoe het apparaat er elektrisch uit ziet. Hiermee bedoelen we dat de leerling ook het elektrisch schema kan lezen. Men kan dit laten doen onder begeleiding van een ervaren monteur. De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij. AANWIJZINGEN VOOR DE STAGEBEGELEIDER (ALGEMEEN) De stagebegeleider stemt met de leerling en het bedrijf af wanneer deze projecttaak wordt uitgevoerd. De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij. • De verschillende elektrische componenten. • Onderdelen voor montage en ophanging. • Speciaal gereedschap, nodig voor het bouwen van de installatie.

7

STAP

orientatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP Je gaat je nu verdiepen in de achtergronden van deze projecttaak. Dit doe je door het uitvoeren van onderstaande activiteiten. Deze informatie verzamel je, zodat je een goed plan van aanpak kunt ma- ken.

Tijdens deze projecttaak ga je een machine plaatsen en aansluiten. Verder moeten er ook de verschillende veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Dit doe je zelfstandig of met een groep, afhankelijk van de grootte van de machine. Je zult tot de ontdekking komen dat er veel dingen zijn waar je rekening mee moet houden, zoals de lengte van de kabel naar de machine.

5

Op te leveren resultaat

• Productanalyse • Producten in de projecttaak • Lijst met benodigdheden • Begrippenlijst • Te nemen veiligheidsmaatregelen • Elektrisch schema • Elektrische veiligheden

Bronnen • theorieboek schakel 1 t/m 6 • http://home.kabelfoon.nl/~koenders/AT-blad.htm • Nederlands

8

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

2.1 Voorbereiden werkzaamheden

E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

& Activiteiten 1.1

Productanalyse 1 Wie is de opdrachtgever?

2 Beschrijf de werkopdracht in eigen woorden. 3 Omschrijf het probleem in eigen woorden.

1.2

Producten in de projecttaak 1 Maak een lijst met de beroepsproducten die je gaat opleveren. 2 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. Lijst met benodigdheden 1 Tijdens deze projecttaak zijn er gereedschappen en benodigdheden die je tegenkomt en die je nog niet kent. 2 Maak hiervan een lijst en omschrijf de werking van de verschillende gereedschappen en apparatuur. 3 Maak ook een lijst met benodigdheden die je werke- lijk nodig hebt om de machine te plaatsen. Begrippenlijst 1 Tijdens deze projecttaak kom je een aantal begrippen tegen, namelijk: • Ohm • weerstand • Relais • Stroom • Volt • ampère 2 Maak hiervan een begrippenlijst.

1.3

1.4

9

1.5

Veiligheid 1 Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het plaatsen van een machine? a Welke PBM’s. b Welke hulpmiddelen heb ik nodig. c Wat zijn de risico’s. 2 Maak hiervan een verslag. Maak hierbij ook gebruik van foto’s. Elektrisch schema 1 Zoek van minimaal 5 machines het elektrische schema op. 2 Verklaar hoe het elektrische schema werkt. 3 Verklaar de componenten op de tekening. Elektrische veiligheden 1 Welke elektrische veiligheden zijn er om de 5 hierboven gekozen machines te beveiligen? 2 Laat dit zien in een PowerPointpresentatie. Leren 1 Wat ga je hier leren? a Plaatsen van een machine. b Welke verschillende componenten er zijn, met hun toepassingen. c Omgaan met veiligheid. d Maken en lezen van elektrische schema’s. 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? Zie beoordelingsmonitor. Evalueren en beoordelen • De opdrachtgever controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven. • Houd in de beoordelingsmonitor bij wat wordt beoordeeld. • Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. In stap 2 ga je een activiteitenplan maken.

1.6

1.7

1.8

10

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 2.1 Voorbereiden werkzaamheden Competenties: E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op het beoordelingsmonitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Voor deze projecttaak zijn er onderwerpen die de leerling zich eigen moet maken. • Elektrotechniek: • De verschillende elektrische componenten die er zijn. • Het lezen en eventueel aanpassen van simpele elektrische schema’s. • Weerstand in componenten en kabels. • De benodigde hulpmiddelen en gereedschappen. • De verschillende begrippen kennen. • Veiligheid: • Het kennen van de verschillende PBM’s. • Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen. • Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving. • Informatica: • Word. • PowerPoint. • Maken van lijsten en tabellen. • Nederlands:

• Maken van een verslag. • Grammatica en spelling.

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS • De vakdocent draagt zorg voor de ondersteunende theorielessen. • Producten die ingeleverd worden, moeten worden beoordeeld. Verwerk dit in de beoordelingsmonitor. • Onder een machine vallen bijvoorbeeld een kolomboormachine, een lasapparaat, een kantbank, een draaibank, een freesbank. Dus geen haakse slijper of handboormachine. • De leerling verzamelt de beoordelingen en competentiescore in de beoordelingsmonitor. • Tijdens de BPV geeft de praktijkopleider aan welke machine moet worden geplaatst. Op school is dit de taak van de docent. • De stagebegeleider stemt af wie wat beoordeelt. • De trajectbegeleider bepaalt aan het eind van deze stap een Go/No-Go.

11

STAP

2 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden bij stap ga je gebruiken om een plan van aanpak te maken.

De opdracht wordt omgezet in een planning. Je geeft aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. Hier moet dan ook duidelijk zijn aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

planning en voorbereiding

5

Op te leveren resultaat

• Activiteitenplan

12

Bronnen • www.leren.nl (zoek op POP en plannen) • theorie: plannen • Nederlands

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

1.1 LLB

Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB

J

Formuleren en rapporteren

M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen

& Activiteiten 2.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB 1.4 LLB

Q Plannen en organiseren

Activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende hoofdstukken: • Voorblad • Opdracht en opdrachtgever • Op te leveren resultaat • Activiteiten • Aanwezige kennis en vaardigheden • Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten • Afronding project • Afspraken en begeleiding • Planning 2 In het format wordt aangegeven wat bij de betreffen- de onderdelen moet worden ingevuld. 3 Vul de hoofdstukken zelf in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Bekijk de checklist of je niet iets bent vergeten. 5 Bespreek het concept met je coach, voordat je het definitieve plan inlevert.

13

2.2

Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activi- teitenplan heb je onder andere de hoofdstukken ingevuld: • activiteiten • aanwezige kennis • te ontwikkelen kennis Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen. Evalueren en beoordelen De werkgever controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland (is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt)? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is de materialenlijst correct? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Is de bestellijst juist? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?

COMPETENTIES Werkproces: 1.2 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB Competenties: J Formuleren en rapporteren M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Werkproces: 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB Competenties: Q Plannen en organiseren

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op het beoordelingsmonitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF • Bedrijfskunde: • Plannen • LLB: • Planning maken • Vastleggen van leerdoelen

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent: • Bespreekt het activiteitenplan met de leerling. • Vult het beoordelingmonitor in • Bepaalt Go/No-Go.

14

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html) 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever 2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van project 8. Afspraken en begeleiding

9. BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html Is het voorblad compleet? F Bevat het de tekst: "Activiteitenplan"? F Bevat het de naam van de projecttaak? F Bevat het de naam van de organisatie en opdrachtgever? F Bevat het de plaats en datum? F Bevat het de namen van de auteurs? Lay-out F Is een inhoudsopgave aanwezig? F Zijn de hoofdstukken genummerd? F Zijn de paginanummers op de bladzijden aanwezig? F Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik F Is het activiteitenplan goed te begrijpen? F Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij! F Worden er niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht F Heeft het project een duidelijke naam? F Is de opdracht duidelijk omschreven? F Is exact duidelijk wat het eindproduct van dit project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld!) F Is het duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is? F Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten F Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten? F Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd? F Zijn er geen activiteiten vergeten? F Zijn de activiteiten gegroepeerd? F Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde ‘orde van grootte’? F Is het duidelijk welke procedures en voorschriften er worden gehanteerd. F Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen? F Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten F Zijn er voldoende producten gedefinieerd? F Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd? F Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd? F Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten? F Is het eindproduct niet vergeten? De planning F Klopt de planning met de activiteiten? F Is de planning realistisch?

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DE STAP In deze stap ga je het activiteitenplan uitvoeren. Hierbij gebruik je de informatie die je hiervoor hebt verzameld. Dit gebruik je als basis voor de uitvoering van je projecttaak.

Je moet je eigen producten onderwerpen aan een kritische controle. Bijvoorbeeld: voldoet het product

aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden? Mocht je nog vragen hebben of tegen problemen aanlopen, neem dan contact op met je coach of praktijkbegeleider.

17

5

Op te leveren resultaat

• Werkende machine • Eventueel bijgewerkt elektrisch schema • Vakkennistoets • Presentatie van proces van het plaatsen van de machine • Evalueren en beoordelen

Bronnen • theorieboek schakel 1 t/m 6 • Nederlands • Word

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installaties.

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

& Activiteiten 3.1 3.2 Controleren van de werking van appara- tuur/installaties 3.3 Vaststellen van uit te voeren werkzaam- heden

K Vakdeskundigheid toepassen

J Formuleren en rapporteren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Werkende machine 1 Sluit de machine aan volgens de geldende norm. 2 Beveilig de machine waar nodig. Eventueel bijgewerkt elektrisch schema 1 Elektrisch schema van de machine. 2 Verslag van de werking van de machine.

3.2

18

3.3

Presentatie van proces Het plaatsen van een machine is een praktijkopdracht. Hier moet je een aantal dingen voor uitzoeken die je gaat verwerken in een verslag. 1 In het verslag moeten de volgende punten aan bod komen:

• Inleiding (wat moet je doen). • Wat voor soort machine is het. • Elektrisch schema. • Berekeningen. • Keuzes voor kabels. • Zijn de juiste veiligheden gekozen. • Uitgevoerde werkzaamheden. • Welke gereedschappen heb ik nodig. • Wat zijn de gevaren. • Welke problemen ben je tegengekomen.

Evalueren en beoordelen Tijdens deze taak word je beoordeeld op de volgende aspecten: • Is het formulier urenverantwoording correct ingevuld? • Zijn alle punten van de storingen- en wensenlijst meegenomen? • Is er correct en uitgebreid getest? • Is er een juiste analyse van de resultaten gemaakt? • Is er correct geformuleerd en gerapporteerd? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld?

19

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installaties Competenties:

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

Werkproces: 3.2 Controleren van de werking van apparatuur/installaties Competenties: K Vakdeskundigheid toepassen Werkproces: 3.3 Vaststellen van uit te voeren werkzaamheden Competenties: J Formuleren en rapporteren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op het beoordelingsmonitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Tijdens deze stap zijn er onderwerpen die de leerling zich eigen moet maken. • Elektrotechniek: • Vervangingsweerstanden berekenen.

• Elektrische schema’s. • Kabellengte bepalen.

• Veiligheid: • Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen. • Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving. • Informatica: • Word • Nederlands: • Maken van een verslag. • Overleg met klant’ en collega’s. • Grammatica en spelling. AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Zorgt voor de uitvoering van deze stap in de werkplaats. • Controleert op voortgang, urenverantwoording, netheid, voorschriften en procedures, toepassing PBM. • Gebruik van gereedschap. • Beoordeling aangesloten machine. • Vakkennistoets(en) over de te behandelen lesstof. • Vult de beoordelingmonitor in. • Bepaalt Go/No-Go.

20

4 OPLEVERING EN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP Je hebt de projecttaak uitgevoerd. Nu ga je eerst je eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.

Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren, wordt een krachtig beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je product, de lopende band, wordt beoordeeld. Je moet kritische vragen over je producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden?

Ook vragen over het eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

Tijdens een eindgesprek wordt de beoordeling vastgelegd in de beoordelingsmonitor.

5

Op te leveren resultaat

• Beoordelingsmonitor • Bijgewerkt portfolio • Evaluatie • Criteriumgericht interview • Urenverantwoording

Bronnen • theorieboek plannen

21

STAP

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

Oplevering en evaluatie KT2 Werkproces 3.4 Overdragen aan de klant

Nr.

Competenties

E Samenwerken en overleggen R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

2.1 LLB

Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven

D Aandacht en begrip tonen G Relaties bouwen en netwerken M Analyseren N Onderzoeken

& Activiteiten 4.1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden. Bijgewerkt portfolio 1 Na deze projecttaak heb je een aantal producten die je moet verwerken in je portfolio. 2 Hierbij horen onder andere de rapporten en verslagen die je hebt gemaakt. 3 Verder kun je denken aan foto’s die je maakt van het product. Ook moeten hier alle bewijzen van bijvoor- beeld het criteriumgericht interview ingezet worden.

4.2

22

4.3

Evalueren Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende projecttaak.

Gebruik hiervoor onderstaand schema.

Naam: Datum: Projecttaak: Naam begeleider:

Stap

Wat ging goed?

Wat kon beter?

1 Oriëntatie 2 Planning en voorbereiding 3 Uitvoering 4 Oplevering en evaluatie

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Wie?

Wat heb ik geleerd? Waar moet ik nog aan werken?

Begeleider Medeleerling Praktijkopleider Vakdocent Zelf

4.4

Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Ook ga je met je praktijkopleider/BPV-docent/ vakdocent terugkijken op:

a Heb je de verschillende competenties gehaald. b Zijn alle producten ingeleverd en voldoende. c Heb ik mijn portfolio compleet. d Zijn alle beoordelingslijsten ingevuld. (Beoordelingsmonitor zie bijlage 1)

23

e Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. f Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. g Hoe je met de materialen bent omgegaan. h Hoe je hebt gewerkt.

4.5

Urenverantwoording Je hebt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bijgehouden.

1 Controleer of het formulier volledig ingevuld is. 2 Lever het formulier Urenverantwoording in.

24

FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam nr

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

paraaf

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

Tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werk- zaamheden

Totaal gewerkte uren

25

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 3.4 Overdragen aan de klant Competenties: E Samenwerken en overdragen R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Werkproces: 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven LLB Competenties: D Aandacht en begrip tonen G Relaties bouwen en netwerken M Analyseren N Onderzoeken

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op het beoorde- lingsmonitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Tijdens deze stap komt het volgende aan bod: • Nederlands/LLB: • Voeren van een interview/functioneringsgesprek • Verantwoorden eigen werk • Verantwoorden werken met collega’s • Verantwoorden project • Invullen urenverantwoording

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Plannen van criteriumgericht interview. • Voeren van een evaluatiegesprek. • Vaststellen van de leerdoelen (werkprocessen en competenties) voor de volgende projecttaak. • Vult de beoordelingmonitor in. • Bepaalt Go/No-Go. • Beoordeling van de projecttaak voldoende of onvoldoende. Voorbeeld criteriumgericht interview Het doel van een criteriumgericht interview is om definitief te bepalen of de deelnemer de competen- ties beheerst en dus een vrijstelling krijgt. Het interview is in feite een check of de deelnemer de competenties werkelijk beheerst. Een criteriumgericht interview in een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, hou- dingen, werksituaties en resultaat. Om te bepalen welke competenties de deelnemer in welke mate beheerst is een criteriumgericht in- terview volgens het STARR-model zeer geschikt. • Nederlands/LLB • Proces beoordelen

Een aantal voorbeeldvragen volgens de STARR-methode zijn: • Hoe heb je deze projecttaak aangepakt? • Wat vond je het interessantst aan deze projecttaak? • Hoe ben je aan informatie voor deze projecttaak gekomen? • Hoe ben je te werk gegaan? • Wat zijn de problemen die je bent tegengekomen? • Waar komt dat volgens jou door?

Toelichting: Beoordelen

Inleiding Hieronder vindt u een toelichting op het beoordelen in de taken. Er wordt een korte toelichting geven op:

• Beoordelingsmonitor • Competentiescoretabel • Betekenis r-p-t • Verwachte score • Beoordelingsvormen • Criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Portfolio

Beoordelingsmonitor Bij elke beroepstaak is een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepsproduct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties, ook die compe- tenties staan aangegeven. De Excelversie van deze monitor is te downloaden via de site www.consortiumbo.nl, onderdeel bestellen, nadat u bent ingelogd. Bij elk beroepsproduct in de monitor wordt vermeld: • de werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2)) • de beoordelingsvorm (eindpresentatie, criteriumgericht interview, functioneringsgesprek, kennistoets, vaardigheidstoets, peer- of selfassessment) • de beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen en later ook de praktijkbegeleider) De monitor vormt een goede onderlegger bij de uiteindelijke beoordeling van de competentieontwik- keling. Vanuit alles wat beoordeeld en waargenomen is, zal aan het einde van deze taak de competen- tiescoretabel worden ingevuld. De totaal ingevulde monitor kun je ook in een portfolio plaatsen als bewijs van wat je allemaal hebt gedaan.

Beoordelingsvormen oc : Ontwikkelingsgerichte controle kt : Diagnostische kennistoets vt : Diagnostische vaardigheidstoets ci : Criteriumgericht interview pr : Presentatie

ep : Eindpresentatie fb : 360° feedback eg : (groeps) Evaluatiegesprek fg : Functioneringsgesprek

In de afgedrukte beoordelingsmonitor van deze taak zijn de beoordelaars opgenomen zoals de ontwikkelaars voorstellen. Voel u vrij deze naar eigen inzichten aan te passen.

Per beroepsproduct kunnen beoordelaars een v of een cijfer invullen als een product aan de eisen voldoet en per fase kan de trajectbegeleider een GO of NO-GO aangeven.

Betekenis van r-p-t

r staat voor reproductief gedrag Je voert onder begeleiding een taak uit. Die taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. Hierbij heb je vaak instructie of een rolmodel nodig. Je verwerft kennis en vaardigheden. Je ontwikkelt een passende (beroeps)houding.

27

p staat voor productief gedrag Je voert deels op eigen initiatief een taak uit. Je lost problemen hierin creatief op.

Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. Dit betekent dat je minder structuur nodig hebt om zelfstandig activiteiten te onder- nemen. Je laat zien dat je inzicht hebt en kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je bent actief. t staat voor transfer gedrag Je voert binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties je taken zelfstandig uit. Je bent in staat kennis, houding en vaardigheden hierin toe te passen. Je ziet verbanden en kunt dit uitleggen. Je bent proactief. Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep. Verwachte score In de kolom verwachte score van de monitor geeft u zelf aan welk gedrag u van een student verwacht. Is dit in het materiaal niet vastgesteld dan kunt u dit zelf vastleggen. Het is denkbaar dat u voor een aantal competenties aan het begin van de opleiding nog reproductief gedrag verwacht, terwijl u aan het einde van de opleiding mogelijk productief gedrag verwacht. Meer achtergrondinformatie vindt u in het visiedocument ‘Evalueren, Beoordelen en Kwalificeren van Competentieontwikkeling’ van Stichting Consortium Beroepsonderwijs waarvan de nieuwste versie is te downloaden via de site www.consortiumbo.nl. In de kolom ‘resultaat r-p-t’ kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom opmerkingen kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een student. Alleen heel opvallend ge- drag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Als de verwachte score en de score van de student worden ingevuld met kleine letters gaan we ervan uit dat het een ontwikkelscore is. Als er hoofdletters worden gebruikt gaan we ervan uit dat het om een kwalificerende score gaat. Competentiescoretabel Aan het einde van deze leereenheid, werkperiode of dit project wordt het de competentiescoretabel ingevuld. Hierop kan de leerling zien hoe gedurende de hele periode is gefunctioneerd wat betreft de ontwikkeling van je competenties. De monitor zal hiervoor een belangrijke input zijn.

Je scoort competenties altijd in relatie met werkprocessen. Het gaat erom dat een student een werk- proces ‘naar verwachting’ uitvoert. Om zijn competentieontwikkeling te kunnen volgen heeft Stichting Consortium Beroepsonderwijs een scoretabel ontwikkeld waarin via prognoses op gedrag (r-p-t) geke- ken wordt of een student zijn competenties goed ontwikkeld.

Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerlinge aangeven de beroepstaak in complexiteit A, B, C of D- uitvoert. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en meegegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Criteriumgericht interview Een criteriumgericht interview is een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, dat tevoren als relevant is vastgesteld. Criteriumgericht interviewen is vragen naar gedrag dat een kandi- daat in het verleden in specifieke situaties heeft vertoond en op die manier voorspellen welk gedrag de kandidaat in soortgelijke situaties in de toekomst zal tonen. Om te bepalen welke competenties de kandidaat in welke mate beheerst is een criteriumgericht inter- view volgens het STARR-model zeer geschikt. De criteria die u met dit instrument meet zijn de com- petenties met indicatoren die ook al bij het selfassessment en de portfolio zijn gebruikt.

28

STARR-model STARR = Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie. Via het STARR model komen de volgende aspecten aan de orde:

S Situatie U vraagt de kandidaat een bepaalde situatie te beschrijven, waarin een bepaalde competentie werd verlangd. De functie van de vraag is de context en complexiteit van de situatie in beeld te krijgen. T Taak U vraagt de kandidaat te beschrijven welke taak of rol hij hierbij had. U kunt hier achterhalen welke doelen de kandidaat zich gesteld heeft en welke verantwoordelijkheid de kandidaat had. A Actie U vraagt de kandidaat welke actie hij ondernam. Dit beschrijft hij in concrete gedragingen.

Dit is de meest belangrijke vraag. Let op antwoorden in de "wij"-vorm i.p.v. de "ik"-vorm. Het gaat nl. om de actie van de kandidaat zelf. Stuur dus op de "ik"- vorm.

R Resul- taat U vraagt wat het resultaat was. Deze vraag geeft aan hoe effectief de actie van de kandidaat was. R Reflectie U vraagt hoe hij hierop terugkijkt? En eventueel of hij het gegeven voorbeeld

kan verplaatsen naar een andere situatie / context: de transfer. Deze vraag geeft aan of de kandidaat kan leren van zijn handelen.

Eindpresentatie De leerling legt uit in een presentatie of demonstratie hoe het proces is verlopen en het product tot stand is gekomen. Hier kan gebruik gemaakt worden van allerlei hulpmiddelen. Portfolio Een portfolio is (digitale of papieren) map met daarin een verzameling van producten, verslagen en (zelf)beoordelingen, zoals in de taak aangegeven. In het portfolio wordt beeld gegeven van de leerling en zijn competenties. In het beoordelingsgesprek worden de resultaten, beoordelingsmonitor aan de hand van het portfolio besproken.

29

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR De beoordelingsmonitor kunt u downloaden via de bestelsite.

verwachte score zelf collega leermeester instructeur vakdocent trajectbegeleider

beoordelaars

Bijgewerkt elektrisch schema IND E V T Instructies en procedures opvolgen R Presentatie van proces plaatsing IND Ep V K Vakdeskundigheid toepassen T Evalueren en beoordelen IND E V Vakkennistoets IND K V J Formuleren en rapporteren P P 3.4 3.3 Vaststellen van uit te voeren werkzaamheden

go/no-go Stap4 Oplevering en evaluatie E Samenwerken en overleggen T Evaluatieverslag IND CI pro/n Beoordelingsmonitor IND CI pro Bijgewerkt portfolio IND F pro 2.1 LLB Overdragen aan de klant

Stap3 Uitvoering K Vakdeskundigheid toepassen T Werkende machine IND E V L Materialen en middelen inzetten R Inregelen van componenten van apparatuur/installaties. Controleren van de werking van apparatuur/installaties

W Gedrevenheid en ambitie tonen R Q Plannen en organiseren R go/no-go R P

werkvorm beoordelings- vorm Stap 1 Oriëntatie E Samenwerken en overleggen P Productanalyse IND F V K Vakdeskundigheid toepassen P Producten in de projecttaak IND F V Q Plannen en organiseren R Lijst met benodigdheden IND F V R Begrippenlijst IND K V Veiligheid IND F V Elektrisch schema IND K V Voorbereiden werkzaamheden 2.1 1.1 LLB beoordelaars BPV v op produkten GO / NO-GO

G Relaties bouwen en netwerken R M Analyseren R N Onderzoeken R

go/no-go Stap2 Planning en voorbereiding J Formuleren en rapporteren R Activiteitenplan IND E pro/pra M Analyseren R N Onderzoeken R 1.4 LLB 3.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB 3.2

D Aandacht en begrip tonen R

R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

R Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten

R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

BEOORDELING

Kerntaak Werkproces kerntaak nr. competenties

Reflecteert op eigen

kwaliteiten en motieven

go/no-go

LEERLING:

Elektrische veiligheden IND Ep Overzicht leren IND F pro

Bekabeling

Monitor

Complexiteitsniveau

30

BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER De beoordelingsmonitor kunt u downloaden via de bestelsite.

Projecttaak 11 Bekabeling Week 1 2 3 4 5 6 7 8 Datum Stap uren

Oplevering en evaluatie

In de laatste week vindt het criterium gericht interview

plaats. Je bereidt deze voor en maakt een afspraak met je

begeleider voor het interview

Voer de activiteiten uit van de stap oplevering en evaluatie.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Voeren van een gesprek/criterium gericht interview gelijkrichting en gelijkstoommotoren draaistroom en draaistroommotoren

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Voeren van een gesprek/criterium gericht interview

Introductie - Oriëntatie Planning en voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Uitvoering Oplevering en evaluatie

Tijdens deze week ga je de projecttaak evalueren en je

portfolio aanpassen. Dit houdt onder andere in het invullen

van de beoordelingsmonitor.

Voer de activiteiten uit van de stap oplevering en evaluatie.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Voeren van een gesprek/criterium gericht interview gelijkrichting en gelijkstoommotoren draaistroom en draaistroommotoren

rekenen en Wet van ohm Wet van ohm Elektrische energie en vermogen Elektrische energie en vermogen Magnetisme Berekenen van weerstanden Berekenen van weerstanden LLB Maken van een planning en het maken van een persoonlijk ontwikkelplan Maken van een planning en het maken van een persoonlijk ontwikkelplan Organiseren Verantwoorden van processen Voeren van een gesprek/criterium gericht interview Voeren van een gesprek/criterium gericht interview Voeren van een gesprek/criterium gericht interview soorten plannigen die er zijn. Het kennen van de verschillende soorten plannigen die er zijn. Wat is een projectplanning Wat is een projectplanning Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Studieloop- begeleiding wiskunde

Plaatsen van de machine. Je rondt het plaatsen van de machine en het aansluiten er van af. Tevens worden de veiligheden geplaatst.

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Lezen van elektische schema's wisselspanning en wisselstroom

Nederlands Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Voeren van een gesprek/criterium gericht interview

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Lezen van elektische schema's elektromotoren

Je bereidt het plaatsen van de machine voor.

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Weerstanden en schakelingen elektrisch meten

Deze week ga je inventariseren wat je al weet en wat je nog moet weten voor de projecttaak. Dit zet je op

pappier. Dit is het zogenaamde persoonlijk ontwikkelplan

Voer de activiteiten uit van de stap voorbereiding.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Spoel en condensator geleiding, halfgeleiding en isolatie

Planning maken van de beroepstaak. Hier verwerk je zowel het werk dat je moet

verrichten als de competenties die je kunt gaan behalen.

Maken van het activiteitenplan. Bespreken met projectbegeleider.

Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent.

Inductie en transformatoren. relais en transistoren.

Tijdens deze projecttaak gaan we een machine plaatsen en aansluiten.

Bedrijfskunde Maken van een planning. Maken van een planning. Het kennen van de verschillende ICT Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Omgaan met Word en PowerPoint Veiligheid/VCA Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. NB Voor de projecttaakplanner geldt dat door de docent aanvullende lesstof en informatie kan worden gegeven.

Projecttaak-uren Lezen van de introductie en oriëntatie. Uitvoeren van de activiteiten en op te leveren resultaten.

Begeleiding Projectbegeleider/praktijkopleider/ vakdocent. Op te leveren resultaat

vakleer Alle componenten binnen de elektro techniek en alle bijbehorende begrippen.

Korte inhoud

31

BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T

Aan welk niveau moet je gedrag/beroepshouding voldoen? Ook dit niveau staat aangegeven in de beoordelings- monitor. In de gesprekken met je docenten en begelei- ders zal duidelijk naar voren komen welk niveau ze van je verwachten en of je dat echt bereikt hebt. De R, P en T niveaus hebben deze kenmerken: Reproductief (R) gedrag Als je gedrag en houding op R-niveau is bij het uitvoeren van de projecttaak, heeft het deze kenmerken: • Je voert onder begeleiding een taak uit. • De taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. • Hierdoor krijg je kennis en vaardigheid. • Je ontwikkelt een (passende) beroepshouding. Productief (P) gedrag Je gedrag en houding liggen bij P op een hoger niveau: • Je voert op eigen initiatief een taak uit. • Je lost problemen van je projecttaak creatief op. • Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. • Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. • Je laat zien dat je inzicht hebt. • Je laat zien dat je kennis en vaardigheden kunt toepassen. • Je bent actief. Transfer (T) gedrag Hier zijn je gedrag en houding op het hoogste niveau. Kenmerken: • Je voert de taken uit in zeer uiteenlopende situaties. • Je past kennis, houding en vaardigheden in zeer uiteenlopende situaties toe. • Je ziet verbanden en kunt ze uitleggen. • Je bent proactief: je kunt zelf aan de slag gaan zonder dat een ander je aanspoort. • Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep.

Bij transfergedrag handel je eigenlijk boven het niveau en de diepgang die de begeleiders van je verwachten.

32

33

PROJECTTAKEN NIVEAU 3

Voor de studierichting Service apparatuur en installaties worden projecttaken voor niveau 3 ontwikkeld. De projecttaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Basisdocument 1 Introductietaak

2 Elektromotor vervangen 3 Reviseren van appendages 4 Reviseren van pomp 5 Hydrauliek cilinders 6 Pneumatische installatie

7 Lekkende leiding 8 Procesbesturing 9 Aandrijftechnieken 10 BPV in bedrijf 11 Bekabeling

69336115 Bestelnummer 006WTBPT0012

Made with