13ZW3VZCE2
Competenties
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Onvoldoende
Voldoende Goed
- componenten
1.5 Begeleidt een zorgvrager
P Dit betekent dat: • je een sturende, motiverende of activerende begeleiding biedt • je de zorgvrager stimuleert om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren • je de mantelzorger en naasten adviseert in het omgaan met hun draagkracht • je de mantelzorger en naasten gerichte adviezen geeft over het versterken van hun draagkracht zodat: • de zorgvrager een positieve instelling en vertrouwen in zijn eigen kunnen opbouwt en hij zoveel mogelijk zelfstandig gaat en blijft functioneren • de mantelzorger en naasten niet overbelast raken. P Dit betekent dat: • je jouw betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager toont • je de zorgvrager met respect en geduld behandelt zodat: • er een goede onderlinge relatie bestaat als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en naasten wordt voldaan • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • de zorgvrager en naasten tevreden zijn en blijven over je begeleiding bij de zelfredzaamheid.
C Begeleiden
– adviseren – motiveren
D Aandacht en begrip tonen
– interesse tonen – verdraagzaamheid en welwillendheid tonen – bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
– klant-tevredenheid in de gaten houden
Werkproces 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie
P Dit betekent dat:
I Presenteren
• je onderwerpen duidelijk uitlegt • je in je stijl van communiceren rekening houdt met de zorgvrager, mantelzorgers of naasten • je regelmatig controleert of de informatie goed is overgekomen zodat: • de zorgvrager, mantelzorgers of naasten beschikken over relevante informatie en een deskundig advies.
– duidelijk uitleggen en toelichten – op de toehoorder(s)/
toeschouwer(s) inspelen
P Dit betekent dat:
L Materialen en
middelen inzetten
• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het onderwerp
– geschikte materialen en – middelen kiezen
zodat: • je de juiste materialen en middelen inzet.
16
VERZORGENDE-IG - FASE 1
Made with FlippingBook