14AT4EXWPMB3B
Op de achterkant van het formulier staat per competentie aangegeven hoe en waarop je beoordeeld wordt (meer over beoordelen in paragraaf 2.3). Bij de producten zijn de criteria/prestatie-indicatoren opgenomen waaraan de producten moeten voldoen. Bij een beoordelingsgesprek, een reflectieverslag en een presentatie zijn criteria opgenomen waar je rekening mee moet houden. Bij de competenties zijn de prestatie-indicatoren opgenomen aan de hand waarvan je beoordeeld wordt. Wat je precies moet doen en welke kennis en vaardigheden je moet inzetten, staat per werkproces in hoofdstuk 5. De beoordelaars zullen je per competentie beoordelen, aan de hand van de omschreven opdracht, de beschrijving van de in te zetten kennis en vaardigheden en de gegevens op de achterkant van het formulier. Na de beoordeling zal op basis van de cesuur, die omschreven staat in paragraaf 2.4 de score voor het werkproces worden bepaald. Als deze score onvoldoende of goed is, geven de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ de redenen aan. Opmerking: De competenties behorende bij het werkproces1.3 E, I en J, 1.5 E, J, M enY, 1.6 A, B en C, 1.7 A zijn voor je kwalificering kritische competenties. Bij de score onvoldoende wordt het bijbehorende werkproces automatisch beoordeeld met onvoldoende.
Tot slot moeten de beoordelaars en je zelf het formulier ondertekenen.
In paragraaf 6.4 zit een checklist. Aan de hand van deze lijst kun je controleren of de bewijsstukken compleet zijn.
40 EXAMENDOSSIER
40 Personeel en organisatie
Made with FlippingBook