14AT4EXWPMB3B
7 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN
Het Consortium gaat ervan uit dat taalvaardigheid het best wordt ontwikkeld door het toepassen van de Drieslagmethode. Op basis van deze methode zijn studenten door verschillende begeleiders begeleid, geïnstrueerd en beoordeeld. De student heeft bij opleidende producten van het Consortium ook geleerd om te communiceren en zijn taalproducten te maken op basis van het communicatiemodel. Ook tijdens het kwalificerende deel kunt u deze manier van werken zeer goed toepassen. Bespreek met uw collega’s welke activiteit zij beoordelen en bedenk welk product u als docent Nederlands/ MVT kwalificerend wilt beoordelen. Maak eventueel afspraken met uw collega’s dat u bij bepaalde gesprekken en bij de presentatie aanwezig wilt zijn voor een kwalificerende beoordeling. Bij het beoordelen van producten moet gelet worden op de verschillende kenmerken ervan. Deze staan beschreven in de protocollen van het cinop/cito, downloadbaar via het Steunpunt taal&rekenen mbo. U kunt met de andere beoordelaars, zoals de projectbegeleider en de opdrachtgever afspraken maken hoe de beoordeling van de studenten binnen de projectrealisatie plaats kan vinden. Het is raadzaam om de mondelinge vaardigheden (spreken en gesprekken voeren) te laten beoordelen door zowel de vakdocent als de taaldocent. Bij 7.2 Nederlands De richtlijnen zijn gebaseerd op het Referentiekader Nederlands en het kwalificatiedossier. Het taalniveau van de student wordt in dit KD aangetoond door kwalificerende beoordelingen* van de vaardigheden Schrijven en Gesprekken voeren. Het landelijk COE examineert Lezen en Luisteren. Voor Nederlands is dit niveau voor alle vijf de vaardigheden 3F.
Vanaf 2010-2011 worden de referentieniveaus uit het referentiekader opgenomen in de kwalificatiedossiers.
Van elke vaardigheid moet minstens één kwalificerende beoordeling komen. Voor de vaardigheden Schrijven en Gesprekken voeren moeten meerdere taken uit het Referentiekader kwalitatief beoordeeld worden. Vooraf zal wel duidelijk vastgelegd moeten zijn onder welke omstandigheden en volgens welke normen er wordt beoordeeld (zie voor alle vaardigheden de niveaubepalingen van het Consortium CGO en de examenformats van het cinop/cito bij het Steunpunt taal&rekenen mbo).
Per kerntaak is er een aantal momenten waarop de verschillende vaardigheden kunnen worden beoordeeld. Hieronder volgt een overzicht per werkproces.
65 Personeel en organisatie
Made with FlippingBook