14ZW4TACW
Competentie V: Met druk en tegenslag omgaan
Werkprocessen:
1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de hulpvraag (BP 2.4, BP 3.4 en voortgangsgesprek) Componenten: effectief blijven presteren onder druk Eindgedrag: Je blijft, ook in stressvolle situaties, onvoorziene of spoedeisende situaties, gericht op het werk en de zaken die gedaan moeten worden.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
• • het verschil tussen belangen en spanningen • • je eigen grenzen bij druk en tegen- slag • • begrippen zoals macht/onmacht, spanning en stress en hun onder- linge verhoudingen • • de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de tandartsas- sistent • • de rechtspositie van de tandartsas- sistent • • de veiligheidsvoorschriften / Arbo- normen • • manieren om incidenten te melden • • gespreksvaardigheden • • verschillende oorzaken en gevolgen (lichamelijk en psychosociaal) van probleemgedrag • • de richtlijn rondom tandletsel
• • met (tijds)druk en tegenslag omgaan • • je eigen gevoelens goed hanteren • • je eigen grenzen bewaken • • in stressvolle situaties gericht blijven op het werk en de zaken die gedaan moetenworden • • een professionele houding aannemen bij spanning en stress • • collegiale ondersteuning aanvaarden bij spanning en stress • • afstand nemen om stil te staan bij je eigen gedrag • • open staan voor feedback van de cliënt • • de grenzen van je bekwaamheid en • • bevoegdheid aangeven en daarbinnen handelen • • bij twijfel over je bevoegdheid en/of bekwaamheid de handeling niet uitvoeren en dit voorleggen aan je leidinggevende • • je taken, werkzaamheden en bevoegdheden omschrijven(functiebesch rijving)
• • alert • • consequent • • planmatig • • initiatiefrijk
• • flexibel • • stabiel • • reflectief • • open
• • coöperatief • • zelfbewust
• • stressbestendig • • aanspreekbaar op je gedrag
• • ...................
• • ...............................................
24
Zorg & Welzijn serie 2014
Made with FlippingBook