15ZW2DV3PD-4

13

Oriënteren

Zorg dat je goed weet wat er van je verwacht wordt. Lees de opdracht en de voortgangslijst. Beantwoord de volgende vragen.

Begrijp je alle woorden die in de opdracht en voortgangslijst staan? Schrijf de woorden op die je niet begrijpt en schrijf de betekenis op, nadat je die hebt gevraagd of opgezocht.

Wie begeleidt jou bij deze opdracht?

Vraag aan je begeleider welk ziektebeeld de cliënt heeft of in welke ontwikkelingsfase het kind is en wat de gevolgen daarvan zijn voor het ondersteunen bij de persoonlijke zorg.

Vraag aan je begeleider welke afspraken er zijn over de persoonlijke verzorging en ADL van de cliënten.

Vraag aan je begeleider welke technologische hulpmiddelen er gebruikt worden.

Vraag aan je begeleider welke middelen, materialen en methoden je moet gebruiken bij de persoonlijke verzorging en ADL. Denk hierbij aan wassen, tanden poetsen, zindelijkheidstraining, verplaatsen, aankleden etc.

Vraag aan je begeleider hoe je de cliënten kunt ondersteunen bij hun persoonlijke verzorging en ADL.

Vraag aan je begeleider hoe je de cliënt het beste kunt stimuleren om zichzelf te verzorgen.

Vraag aan je begeleider hoe je rekening kunt houden met de normen, waarden, levensbeschouwing en culturele achtergrond van de cliënt en naastbetrokkenen.

Lees de protocollen voor persoonlijke verzorging en ADL van de onderdelen die jij gaat uitvoeren. Als je hierover vragen hebt, schrijf ze hier dan op.

Helpende zorg en welzijn

Dienstverlening niveau 2