15ZW2DV3PD-4

23

Oriënteren

Zorg dat je goed weet wat er van je verwacht wordt. Lees de opdracht en de voortgangslijst. Beantwoord de volgende vragen.

Begrijp je alle woorden die in de opdracht en voortgangslijst staan? Schrijf de woorden op die je niet begrijpt en schrijf de betekenis op nadat je die hebt gevraagd of opgezocht.

Wie begeleidt jou bij deze opdracht?

Vraag aan je begeleider welke sociale en recreatieve activiteiten geschikt zijn voor deze doelgroep.

Vraag aan je begeleider hoe je kunt aansluiten bij de mogelijkheden en de beleving van deze cliënten en hun naastbetrokkenen.

Vraag aan je begeleider hoe je kunt bijdragen aan een fijne sfeer in de groep.

Vraag aan je begeleider hoe je rekening kunt houden met de groepsprocessen (hoe cliënten met elkaar omgaan).

Vraag aan je begeleider hoe je rekening kunt houden met de normen en waarden, levensbeschouwing en culturele achtergrond van cliënten en naastbetrokkenen.

Waar voer je de opdracht uit? In welke situatie? In de praktijk? Op school?

Wanneer moet deze opdracht klaar zijn?

Welke bewijsstukken lever je in?

Als er tijdens het oefenen met het assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten onduidelijkheden zijn, waar of bij wie kun je dan om verdere uitleg vragen?

Helpende zorg en welzijn

Dienstverlening niveau 2

Made with