Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

Verdedigen

Storen Als de tegenpartij de bal heeft, is het belangrijkste dat deze geen doelpun­ ten maakt. De meeste tijd is je team bezig om te voorkomen dat de tegenpartij daar kansen toe krijgt. Van D-pupillen mag je verwachten dat ze steeds beter doorkrijgen dat ze dit samen en vanuit hun basistaken doen. Dit doen ze door handelingen zonder en soms met bal. Bij elke poging tot storen die je ziet, kun je jezelf weer vier dingen afvragen. Wordt de handeling vanuit de juiste positie uitgevoerd? Op het juiste moment? Met de juiste snelheid? En in de juiste richting? Stel een speler wil de bal veroveren. Heeft hij goed positie gekozen tussen zijn tegenstander en het eigen doel? Is de verdediger attent op het moment dat de tegenstander de bal (te) ver voor zich uitspeelt? Kan hij op tijd de bal veroveren? Is hij snel genoeg bij de bal om deze te veroveren? 1. Druk zetten op de balbezitter Wat? Voorkomen dat de bal vooruit kan worden gespeeld; Waar en wanneer? Over het gehele speelveld, als de tegenstander dreigt de bal vooruit te spelen; Wat ziet de coach en wat zegt hij? ‘Niet te snel naar de tegenstander toe, behoedzaam naderen – Niet te langzaam naar de tegenstander toe, als je te lang wacht dan schiet hij de bal langs je in het doel of passt hij de bal vooruit – Probeer ook met eigen initiatief en schijnacties de druk op de aan­ vallers te vergroten, houd ze bezig – Blijf zoveel mogelijk oog in oog met de tegenstander, draai je rug niet naar hem toe – Probeer tegenstander naar de zijkant te dwingen – Jaag tegenstander op en dwing hem tot fouten.’

D-pupillen | 253

Made with