Briigt
Na de uitvoering van je werkopdracht, controleer je of je volgens je werkplanning hebt
gewerkt.
Werk aan de opdracht volgens je planning.
Controleer regelmatig of je nog volgens je planning werkt.
Je vraagt regelmatig feedback aan je begeleider(s), collega’s en medestudenten.
Je stelt zo nodig je planning en de uitvoering bij.
Controleren
Controleer met je werkbegeleider of je alles gedaan hebt. Gebruik hiervoor je POP en
Planning.
Heb je het resultaat bereikt? Vink bij de volgende punten aan wat je gedaan hebt
Heb je instructie over hoe je de werkopdracht moet uitvoeren gevraagd? Heb je de instructie ook uitgevoerd? Heb je de 5 W’s ( wie, wat, waar, wanneer en waarom) in je werkplanning verwerkt? Heb je de juiste materialen en middelen gebruikt? Heb je de werkzaamheden in je werkplanning in een logische volgorde staan? Heb je om hulp gevraagd bij onduidelijkheden? Heb je overlegd met je begeleider welk overleg je gaat bijwonen? Heb je met je begeleider besproken welke zaken naar voren komen in dit overleg Heb je het overleg bijgewoond en geobserveerd hoe je collega(’s ) de werkzaamheden afstemmen
Heb je na afloop van het overleg je observaties met je begeleider
Heb je volgens je planning gewerkt?
…………………………………………………………………………………………….
Evalueren
Evalueer met je begeleider het oefenen van het opstellen van een werkplanning. Laat je
beoordelingslijst invullen door je begeleider en zorg ervoor dat je feedback krijgt.
Oefenopdracht B1-K1-WP1 Bereidt werkzaamheden voor en stemt af
Opleiding dienstverlening niveau 2
Voortgangsbeoordelingslijst werkproces 7 Voert eenvoudige onderhouds- en
herstelwerkzaamheden uit
Naam student:
Cohort:
Made with FlippingBook