CZW20120022
Jemaakt verpleeg- en/of begeleidingsplannen volgens de richtlijnen van de afdeling en combineert diemet demethode die je in de opleiding geleerd hebt. Je onderhoudt contactenmet naasten enmantelzorgers. Bij voorkeur verleen je de zorg van opname tot overplaatsing, overlijden of ontslag. Indien nodig zorg je dat bij thuiskomst de zorgvrager zelf in staat is om de benodigde zorg te continueren. Als de zorgvragers in jouw BPV langdurig in zorg blijven, maak jemet je begeleider afspraken over de duur van je opdracht. Richtlijn daarbij is dat er in de afgesproken periode ook daadwerkelijk coördinerende activiteiten rondom de zorgvrager te plannen zijn, bijvoorbeeld een MDO, een familiegesprek. Indien je je BPV hebt in een setting waarin sprake is van een zeer beperkt aantal zorgvragers (zes of minder), bestaat demogelijkheid dat je school de opdracht aanvult met één of meerdere fictieve zorgvragers, bijvoorbeeld in de vorm van casuïstiek. Deze aanpassing gebeurt altijd in overlegmet de BPV en de school. Het specifieke bewijs van deze opdracht bestaat uit vijf uitgewerkte casussen waarin de hele zorgmet achtergronden beschreven worden. Het verpleegplan is hier een onderdeel van. Bij opdracht E. laat je zien hoe je coördinerende taken uitvoert. Breng daarvoor eerst alle coördinerende taken in beeld. Beroepsprestatie 3.2 Regie voeren Deze beroepsprestatie gaat over coördineren en het geven van werkbegeleiding. Ook het zelfstandig uitvoeren van verantwoordelijke diensten is een onderdeel van deze beroepsprestatie. Opdracht B . is een vervolg op beroepsprestatie 3.1. Het kan betrekking hebben op dezelfde zorgvragers als in beroepsprestatie 3.1, maar je kunt ook andere zorgvragers kiezen. Je bent eerst verantwoordelijke van zorg voor deze zorgvragers. Dat betekent dat je alle zorg rondom deze zorgvragers coördineert en evalueert. Je onderhoudt contacten met alle disciplines die betrokken zijn bij de zorg enmet de familie. Jemonitort de gezondheidstoestand van de zorgvrager op lichamelijk en psychosociaal gebied. De gegevens uit demonitoring vertaal je in het juiste zorgaanbod. In de beroepsprestaties van fase 2 heb je de taken van de eerst verantwoordelijke verpleegkundige al gedeeltelijk uitgevoerd. Nu laat je zien dat je dit zelfstandig kunt. Daarnaast wordt er van jou ook een actieve bijdrage verwacht in het signaleren van knelpunten en het komenmet verbetervoorstellen op het gebied van coördinatie en continuïteit van zorg. Bespreek wat je doet met je collega’s en vraag feedback. Het bewijs bij deze opdracht bestaat uit de evaluatiegegevens van de door jou uitgevoerde taken. Kies zelf een vorm waarin je dit bewijs oplevert (verslag, feedbacklijst of iets dergelijks). In opdracht B . voer je tien verantwoordelijke diensten uit. Het uiteindelijke resultaat van deze beroepsprestatie is dat je voldoende functioneert als oudste van dienst op een afdeling, in een woongroep of in een wijk (onder supervisie van de gediplomeerd verpleegkundige). Voordat je hiertoe in staat bent, zul je eerst een goed beeldmoeten krijgen van alle werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden die bij deze rol horen.
68
VERPLEEGKUNDIGE 4 - Fase 1, 2 EN 3
Made with FlippingBook