CZW20120087
Schrijf een persoonlijk activiteitenplan, je PAP. Je PAP kan betrekking hebben op persoonsgerichte leeractiviteiten en op beroepsinhoudelijke leeractiviteiten. Je verwerkt de vijf W’s in je PAP. – Wie? – Wat? – Waar? – Wanneer? – Welke? Dit betekent dat je een plan maakt: wie doet wat, waar, wanneer en met welke hulpmiddelen en begeleiding? Als je een GO hebt, ga je door naar stap 3.
Je werkt aan de prestaties volgens plan. Controleer regelmatig of je volgens plan werkt. Je vraagt regelmatig feedback aan de begeleider en medestudenten. Je stelt zo nodig het plan en de uitvoering bij.
en evalueren
Controleer of je volgens plan heb gewerkt. Controleer of je bewijsstukken aan de beoordelingscriteria voldoen. Ga na of je de verkregen feedback hebt verwerkt. Evalueer met je begeleiders en medestudenten/collega’s. Verzamel je bewijsstukken in je portfolio.
Je reflecteert op de uitvoering van de beroepsprestaties, eventueel in combinatie met taal, rekenen of loopbaan en burgerschap. Je reflecteert op je rol en de keuzes die je gemaakt hebt tijdens de uitvoering. In het assessmentgesprek reflecteer je op de gegeven werkprocessen en competenties in de beoordelingslijst.
In de volgende leerprestaties: ‘Hoe leer ik?’ en ‘Samenwerkend leren’ vind je een uitwerking van de Wegwijzer.
35
KOMPAS
Made with FlippingBook