CZW20120124
CZW20120124
K
Beroepsprestatie 2.4 Geven van advies en voorlichting
Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen | Niveau 4
Beroepsprestatie
2.4
Geven van advies en voorlichting (2012-pbgz-pbsd-bp2.4)
Opleiding:
Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg - Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Niveau Fase 2
4
Artikelnummer CZW20120124
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg
Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg
I. Rabelink M. Wouters
Ontwikkelteamleider J. Oost
Ontwikkelaars van deze fase J. van Aarden A. Bakker E. Schoone F. van Schilt
Redactie A. Brink M. Brok
Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)
DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013
Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Inhoud
Beroepsprestatie 2.4 .........................................................4
Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5
Typering . ........................................................................5
De opdracht .....................................................................8
Het resultaat. ...................................................................9
Beoordelingslijst............................................................. 11
Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd. Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, bewoner, gehandicapte, kind. Waar persoonlijk begeleider staat, wordt zowel persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg als persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen bedoeld.
Beroepsprestatie 2.4
Geven van advies en voorlichting
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.6
C
Ondersteunt het sociale systeem
Begeleiden
K
Vakdeskundigheid toepassen
U
Omgaan met veranderingen en aanpassen
3.1
K
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
Vakdeskundigheid toepassen
Typering De ouders van Maaike hebben hun dochter met veel vreugde zien ontwikkelen van een gezonde, stevige baby tot een enthousiaste en vrolijke peuter. De eerste 2,5 jaar van haar leven heeft Maaike zich prima ontwikkeld. Ze is een vrolijk kind en heeft ‘mama’ en ‘papa’ leren zeggen. Later kon ze in driewoordzinnetjes praten. Ze speelt met allerlei speelgoed en ze loopt goed. Ze lijkt weinig hinder te ondervinden van kinderziekten. Het valt de ouders op dat Maaike bepaalde dingen juist niet meer doet of minder. Ze gebruikt haar handjes minder of sabbelt erop, het spelen met speelgoed neemt af. Voorheen stapelde ze blokken en speelde ze met poppen, maar ook dit doet ze niet meer. Haar regressie uit zich ook in de motoriek. Het lopen wordt minder en Maaike kan haar bewegingen steeds minder goed controleren. Ook haar taalontwikkeling stagneert. Na uitgebreid onderzoek is het syndroom van Rett vastgesteld. Voor de ouders volgt een periode van angst, onzekerheid en stress. Uiteindelijk besluiten de ouders van Maaike om haar in een kinderdagverblijf te plaatsen, waar men gespecialiseerd is in de begeleiding van kinderen met een (meervoudige) handicap. Via de stichting MEE zijn zij in contact gekomen met ‘KlaverVier’. Het is nu de eerste dag van de opname. Ze worden hartelijk ontvangen door Jamie, één van de persoonlijk begeleiders. De ouders van Maaike ervaren dit als een warm bad. Er is begrip voor hun situatie. Jamie vertelt in een ontspannen gesprek over de mogelijkheden die geboden kunnen worden bij ‘KlaverVier’ om de ontwikkeling van Maaike te stimuleren binnen haar mogelijkheden. Ze laten Maaike na de uitvoerige kennismaking met een gerust gevoel achter. Mevrouw De Graaff is 58 jaar en verblijft al enkele jaren in een woonvorm voor mensen met lichamelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel. Na een ernstig auto-ongeluk bleek zij een blijvende hersenbeschadiging te hebben. Zij heeft eerst nog een paar maanden bij haar zoon gewoond maar na een brand in haar huis, waarbij haar kat in de vlammen omkwam, is het nodig dat mevrouw De Graaff onder toezicht woont. Hier heeft haar zoon voor gezorgd.
5
GEVEN VAN ADVIES EN VOORLICHTING
Ali is de persoonlijk begeleider van mevrouw De Graaff. Hij heeft deze ochtend een afspraak met de zoon van mevrouw De Graaff. Ali wil hem uitleg geven over de nieuwe medicatie die zijn moeder gaat gebruiken. Het kan zijn dat het gedrag door de medicatie verandert. De zoon moet hiervan op de hoogte zijn als hij zijn moeder bezoekt in haar appartement. Mevrouw De Graaff zelf is ingelicht door Ali en is het eens met de medicatiewijziging.
Khalid werkt als begeleider in de opvang voor Somalische asielzoekers aan de rand van een middelgrote stad. In het opvangcentrum heeft Khalid de taak om nieuwe personeelsleden op te vangen en te introduceren op het moment dat ze voor het eerst komen werken. Zo ook vandaag, als Ilse zich meldt voor haar eerste werkdag. Khalid heeft zich goed voorbereid. Hij weet namelijk hoe belangrijk het is om mensen die nooit eerder gewerkt hebben met deze specifieke groep asielzoekers, goed te informeren. Khalid heeft al diverse keren meegemaakt dat personeelsleden tegen elkaar uitgespeeld werden omdat ze niet goed op de hoogte waren van afspraken binnen het team of die met de cliënten. Ook weet Khalid dat hij de informatie in gedeelten aan Ilse moet overbrengen. Khalid heeft daarom een programma gemaakt voor een paar dagen, waarbij hij met Ilse samenwerkt en haar voorlichting geeft over de hulp die geboden wordt, de teamafspraken en de gang van zaken in het opvangcentrum. Een persoonlijk begeleider heeft in het kader van begeleiding en ondersteuning van de cliënt, ook contact met diverse personen uit het sociale netwerk van de cliënt. Binnen dit contact zijn er naast de gewone sociale conversatie, ook gesprekken die gericht zijn op het geven van voorlichting of advies over de levenswijze, de voeding, het huishouden of de activiteiten van de cliënt. Vrijwel iedere cliënt maakt deel uit van een sociaal netwerk en zal dit, waar mogelijk, zelf onderhouden. Als persoonlijk begeleider ondersteun je de cliënt hierbij. Het kan zijn dat een cliënt in groepsverband woont, alleen of in gezinsverband, met partner en kinderen. Afhankelijk van de leefsituatie van de cliënt kan het sociale netwerk bestaan uit: de ouders, kinderen, broers, zussen en overige familieleden maar ook uit groepsgenoten, vrienden, kennissen en (vrijwillige) hulpverleners. Je maakt zelf dus ook deel uit van het sociale netwerk van je cliënten.
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 2 6
Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
GO / NO GO
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau
open context
begeleid
complexe context
zelfstandig
7
GEVEN VAN ADVIES EN VOORLICHTING
De opdracht
A. De totale opdracht De totale opdracht voer je uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van het geven van voorlichting en advies aan het sociale systeem van de cliënt en deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep, worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Netwerkkaart Je brengt het sociale systeem van een cliënt in kaart. Je doet dit samen met cliënt of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger en personen uit het sociale systeem. Je beschrijft welke personen daar deel van uitmaken en hoe deze personen in relatie tot de cliënt staan. Denk daarbij aan termen als: vrijwilligheid, wederkerigheid, bezoek, frequentie van het contact. Je brengt duidelijk de omvang, de draagkracht en draaglast van het sociale systeem in beeld. Je maakt daarbij onderscheid tussen: a. Familie b. Maatschappij
c. Professionele hulpverlening d. Overige (school, werk etc.)
De netwerkkaart draag je in bruikbare vorm over aan de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
C. Voorlichtings- en/of adviesplan opstellen Je stelt een voorlichtingsplan op voor één of meerdere personen uit het sociale systeem van één cliënt. Je informeert en adviseert over hoe personen uit het sociale systeem meer betrokken kunnen worden in een deel van de zorgverlening. Je geeft algemene informatie over het ziektebeeld van de cliënt, behandeling(en), begeleiding, sociale regelingen die op de cliënt van toepassing zijn, geldende regels in de verblijfplaats, voeding, medicatie, activiteit en rust, spel, arbeid of een ander relevant onderwerp. Je werkt uit hoe personen uit het sociale systeem (meer) betrokken kunnen worden in een deel van de zorgverlening.
In het voorlichtingsplan motiveer je de door jou gemaakte keuzen voor: • het doel • de door jou gekozen personen uit het sociale systeem • het thema • de informatiebronnen die je gebruikt hebt.
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 2 8
D. Voorlichting en/of advies geven Het voorlichtingsplan uit opdracht C .voer je uit. Je geeft voorlichting en/of advies aan de cliënt, personen uit het sociale systeem van de cliënt en/of collega’s. Je gaat hierover met alle betrokkenen in gesprek. Je maakt een verslag over de uitvoering van de voorlichting/het advies.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken B.
Netwerkkaart. WP 2.6: C, K, U. Een netwerkkaart van een cliënt uit jouw beroepspraktijk en de uitwerking daarvan. C. Voorlichtings- en/of adviesplan. WP 2.6: C, K, U en WP 3.1: K. Een voorlichtingsplan voor mensen uit het sociale systeem van de cliënt. D. Voorlichting en/of advies geven. WP 3.1: K. Een verslag over de uitvoering van de voorlichting.
Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –
Neem de bewijsstukken op in je portfolio.
9
GEVEN VAN ADVIES EN VOORLICHTING
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 2.4 Geven van advies en voorlichting (2012-pbgz-pbsd-bp2.4)
Naam student:
Datum:
Opleiding: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen
Cohort:
Fase:
voldoende goed
Prestatie-indicatoren
onvoldoende
Competenties
Kwalificerend
- componenten
Werkproces 2.6 Ondersteunt het sociale systeem
T Dit betekent dat: • je advies geeft
C Begeleiden
• je voorlichting geeft over sociale netwerken • je motiverend bent
– coachen – adviseren
zodat: • je personen uit het sociale systeem van de cliënt motiveert om een (deel) van de zorgverlening te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij beschikken over voldoende informatie om hierover te beslissen. T Dit betekent dat: • je expertise hebt met betrekking tot o.a. ziektebeelden, aanpak en begeleiding, de cliënt en zijn sociale netwerk • je expertise deelt zodat: • je met de kennis en inzicht personen uit het sociale netwerk stimuleert om de cliënt te ondersteunen daar waar het nodig is. • je kennis hebt van omgangsvormen • je gedrag past bij de situatie waarin je advies en voorlichting geeft • je kunt communiceren onder wisselende omstandigheden qua cultuur of achtergrond zodat: • jouw communicatie met personen uit het sociale systeem van de cliënt bijdraagt aan de ondersteuning van de cliënt. P Dit betekent dat:
K Vakdeskundigheid toepassen
– expertise delen
U Omgaan met
veranderingen en aanpassen
– met diversiteit (tussen mensen) omgaan
11
GEVEN VAN ADVIES EN VOORLICHTING
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
T Dit betekent dat:
K Vakdeskundigheid toepassen
• je je eigen vakkennis op peil houdt • je je eigen vaardigheden bijhoudt • je communiceert met collega’s en andere deskundigen over het vakgebied • je actief omgaat met feedback • je deelneemt aan en openstaat voor inhoudelijke discussie zodat: • je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling • je een bijdrage levert aan de verdere professionalisering van het beroep.
–– expertise delen
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
2.6
C - K - U
B. Een netwerkkaart van een cliënt uit jouw beroepspraktijk en de uitwerking daarvan. C. Een voorlichtingsplan voor mensen uit het sociale systeem van de cliënt.
2.6 3.1
C - K - U K
3.1
K
D. Een verslag over de uitvoering van de voorlichting.
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. ja nee
12
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 2
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren
Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.
De beoordelaars van de beroepsprestatie 2.4 Geven van advies en voorlichting (2012-pbgz-pbsd-bp2.4) zijn:
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar
Functie beoordelaar
Handtekening
Naam student
Handtekening
13
GEVEN VAN ADVIES EN VOORLICHTING
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Zorghulp Niveau 1
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verzorgende Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Verpleegkundige Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Informatie verwerken 1.2 Ondersteunen in de leefomgeving 1.3 Ondersteunen bij activiteiten 1.4 Begeleiden bij basisbehoeften Fase 2 2.1 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag 2.2 Begeleiden van een groep Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer
Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4
Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3
Proeve Competentiewijzer
Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas
Verpleegkundige Kompas 2.3 Bevorderen van de leefomgeving 2.4 Geven van advies en voorlichting 2.5 Plannen en uitvoeren van verpleegtechnische va rdigheden (alleen voor PBGZ) Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Bevorderen van dagbesteding 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer 1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4
Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk 3.2 Verdiepen in de doelgroep 3.3 Versterken van het netwerk 3.4 Coördineren van de begeleiding Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas
Onderwijsassistent Niveau 4
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Sociaal cultureel werker Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas
Proeve Competentiewijzer
Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3
1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1
Verpleegkundige Kompas
Fase 2
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4
2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Proeve Competentiewijzer
Een uitgave van:
Artikelnummer: CZW20120124
Made with FlippingBook