CZW20120127
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
Werkproces 2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit * K Vakdeskundigheid toepassen P Dit betekent dat:
• je snel en vaardig handelt • je juiste berekeningen kunt maken • je snel de psychische gesteldheid van een cliënt herkent, zoals angst en weerstand • je snel de lichamelijke gesteldheid van de cliënt in beeld hebt • je de verpleegtechnische vaardigheden volgens wettelijke richtlijnen en volgens de in de instelling geldende protocollen uitvoert • je op tijd de nodige beslissingen neemt • je zonodig de arts (of leidinggevende) inschakelt zodat: • de verpleegtechnische handelingen verantwoord worden uitgevoerd • de verpleegtechnische vaardigheden volgens de wettelijke kwaliteitseisen worden uitgevoerd. R Dit betekent dat: • je de juiste materialen kiest en deze veilig en volgens voorschriften gebruikt • je de juiste hulpmiddelen kiest en deze op de juiste wijze gebruikt • je op veilige en op juiste wijze gebruik maakt van apparatuur
–– vakspecifieke manuele
vaardigheden aanwenden
–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
L Materialen en
middelen inzetten
–– materialen en middelen doelmatig gebruiken –– materialen en middelen doeltreffend gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen –– goed zorg dragen voor materialen en middelen
zodat: • de cliënt zeker weet dat materialen en middelen op professionele wijze worden gebruikt.
P Dit betekent dat: • je volgens veiligheidsvoorschriften, veiligheidsregels en protocollen werkt
T Instructies en
procedures opvolgen
• je voor een goed controlesysteem zorgt • je binnen wettelijke richtlijnen werkt
–– werken conform
veiligheidsvoorschriften
zodat: • de verpleegtechnische handeling kwalitatief goed en veilig wordt uitgevoerd.
–– werken conform
voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Vakdeskundigheid toepassen T Dit betekent dat:
• je je eigen vakkennis op peil houdt • je je eigen vaardigheden bijhoudt • je communiceert met collega’s en andere deskundigen over het vakgebied • je actief omgaat met feedback • je deelneemt aan en openstaat voor inhoudelijke discussie zodat: • je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling • je een bijdrage levert aan de verdere professionalisering van het beroep.
–– expertise delen
* Alleen voor persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
20
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG -PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
Made with FlippingBook